direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Kern Baarlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0069-VG01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch grondgebruik, waaronder begrepen het gebruik als hobbydieren-weide;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • e. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 1,70 meter bedraagt;
  • b. voederruiven en drinkbakken, waarvan de hoogte maximaal 1,50 meter bedraagt.


3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. kamperen;
  • b. detailhandel;
  • c. evenemententerrein;
  • d. schuilgelegenheden;
  • e. paardenbakken;
  • f. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens en materialen;
  • g. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • h. (buiten)opslag, waaronder de opslag van mest(stoffen), behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van evenementen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 onder c ten behoeve van het gebruik van gronden voor incidentele evenementen, mits:

  • a. het een tijdelijk of een periodiek terugkerend tijdelijk evenement, per locatie maximaal drie keer per jaar voor een aaneengesloten periode van drie dagen betreft, inclusief op- en afbouw;
  • b. er geen sprake is van aantasting van bestaande natuur, landschappelijke, cultuurhistorische, abiotische en archeologische waarden;
  • c. omliggende functies door het gebruik als evenemententerrein niet worden belemmerd in hun bedrijfsvoeringmogelijkheden;
  • d. ter plaatse voldoende parkeergelegenheid is en er geen onevenredige verkeersbelasting ontstaat op de toevoerwegen;
  • e. het bevoegd gezag kan nadere voorwaarden stellen aan de duur, de frequentie en het geluid van de evenementen.