Plan: | Glastuinbouwgebied Tangbroek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.BPL0067-VG01 |
Met het planvoornemen wordt beoogd het circa 220 hectare grote gebied de noodzakelijke impuls te geven en te komen tot een een goede gebiedsindeling voor Tangbroek. Daarbij is sprake van een optimale benutting voor de glastuinbouw (inpassing 40 hectare nieuw glas), een goede in- en externe ontsluiting en een doordachte inpassing in de omgeving. Belangen van bewoners, ondernemers, toerisme, natuur en water dienen in voldoende mate aandacht te hebben in het uiteindelijke inrichtingsplan.
De uitgangspunten voor de inrichting van het Tangbroek gebied zijn onder te verdelen naar de aspecten ontsluiting, groeninpassing en waterberging. Elk van deze aspecten komt hierna aan bod en heeft specifiek betrekking op de nagestreefde ontwikkelingen in het plangebied. Voor de overige relevante aspecten gelden tevens de doelstellingen en uitgangspunten zoals die zijn geformuleerd in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het hele buitengebied.
De huidige infrastructuur is niet afdoende om het verkeer van en naar dit gebied voldoende vlot en verkeersveilig af te wikkelen. Het verkeer zal gezien de nog voorziene uitbreidingen in de toekomst verder toenemen. De huidige wegenstructuur is niet toereikend (te smal, te lichte constructies) en het toenemende (vracht)verkeer veroorzaakt problemen in en rondom het gebied. De bestaande wegenstructuur en de dimensionering ervan is niet in overeenstemming met de ontwikkelingen in het gebied. Een verbetering moet hand in hand gaan met een goede landschappelijke inpassing van de bedrijven.
De belangrijkste uitgangspunten voor het verbeteren van de bestaande infrastructurele situatie zijn:
De regeling in het bestemmingsplan draagt bij aan het kunnen realiseren van deze uitgangspunten. Door middel van een opgenomen wijzigingsbevoegdheid kunnen nieuwe verkeersbestemmingen ten behoeve van de nagestreefde ontsluiting worden toegekend. Door de verkeersbestemming ruimer te bepalen dan alleen ter plaatse van de bestaande rijbaan, kunnen de bestaande wegen eenvoudig worden verbreed, zonder dat daarvoor een wijziging van het bestemmingsplan nodig is. De regulering van vrachtverkeer kan niet door middel van het bestemmingsplan worden geregeld. Hiervoor zijn civieltechnische maatregelen nodig. Het bestemmingsplan legt evenwel geen beperkingen op aan de uitvoering van deze maatregelen.
De onderbouwing voor de nagestreefde ontsluiting is gelegen in het rapport Ontsluiting glastuinbouwconcentratie gebieden Tangbroek en Vlasrooth (DHV BV, januari 2010, B2692-01-001). Dit rapport is als Bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd.
Naast het ontwikkelen van een oplossing voor de ontsluiting is er parallel hieraan ook een groeninpassingsplan opgesteld. Het Groen-inpassingsplan Glasconcentratiegebied Tangbroek (Arcadis, 19 juli 2011 c01024.00045.001) geeft invulling aan de landschappelijke inpassing van het glastuinbouwgebied en verbetert de kwaliteit van het woon- en leefklimaat aan de in het gebied aanwezige woonlinten. Uitgangspunt voor de landschapsvisie is dat er wordt gestreefd naar een collectieve totaalinpassing van de glastuinbouw in plaats van inpassing op kavelniveau.
Het uitgangspunt voor het inpassingsplan is dat de karakteristieke structuren in het landschap worden versterkt. Als belangrijke elementen hierin kunnen worden aangegeven:
In het bestemmingsplan is de natuurbestemming toegekend aan de aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden in het plangebied. Deze zijn voor een groot deel gekoppeld aan de van zuid naar noord door het plangebied lopende waterloop, welke de waterbestemming heeft. De aanleg van afschermende beplanting en beplanting die de visuele kwaliteit van het gebied moet verhogen is binnen de verschillende bestemmingen toegestaan. Boomgaarden worden binnen de agrarische bestemmingen geregeld. Door middel van in de regels opgenomen wijzigingsbevoegdheden bij diverse bestemming wordt het tevens mogelijk gemaakt nieuwe natuurbestemmingen toe te kennen.
In de eerste instantie moet bij een uitbreiding van het glasvlak door middel van een wijzigingsplan zodanig op de bestemming 'Natuur' of de 'wro-zone - wijzigingsgebied n' worden ingepast dat in de directe nabijheid van de (bedrijfs)woning van een derde, een groene buffer wordt gerealiseerd tussen de woonlocatie en de nieuwe kassen.
Het groeninpassingsplan is als Bijlage 2 bij deze toelichting gevoegd.
Voor het Glastuinbouwgebied is het een minimale eis om nieuwe glastuinbouw ontwikkeling water neutraal te bouwen. Uitgangspunt is dat deze maatregelen in het plangebied zelf plaatsvinden. Het doel is om zoveel mogelijk piekberging te realiseren. Dit dient zowel voor de nieuwe kassen voor het faciliteren van het gecombineerde ruimtebeslag, als voor de bestaande kassen ten behoeve van oplossen van bestaande hydrologische knelpunten.
In het ontwerp is in totaal aan nieuwe 'natuurlijke waterberging / infiltratie' een oppervlakte van 4,78 ha ingetekend. Deze zijn vooral in te richten als piekberging (zware regenval / overvolle gietwaterbassins) of ten behoeve van infiltratie van regenwater van verhard oppervlak. Voor het bergen van gietwater ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering komen er nog enkele bassins bij. Gericht op de bedrijfsvoering is het niet wenselijk om de gietwaterbassins van verschillende glastuinbouwbedrijven te combineren. De gietwaterbassins liggen op de kavels waar glastuinbouw is gelokaliseerd.
Waterberging is mogelijk binnen de verschillende afzonderlijke bestemmingen. De locaties waar waterbergende voorzieningen zijn niet specifiek vastgelegd, hetgeen de ruimte geeft om flexibel om te gaan met de aanleg daarvan.
Het verleggen van bestaande waterlopen is mogelijk aan de orde bij de toekomstige uitbreiding van bestaande of de inpassing van nieuwe glastuinbouwbedrijven. Deze mogelijkheid wordt in het bestemmingsplan geboden door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Een voorwaarde daarbij is ondermeer dat het waterschap hierbij wordt betrokken.
De maatregelen met betrekking tot waterberging en infiltratie zijn beschreven en onderbouwd in de Waterparagraaf+ Tangbroek (Arcadis, juli 2011 075079761:0.12! C01024.000045). De waterparagraaf+ is als Bijlage 3 bij deze toelichting gevoegd.
Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn in het buitengebied niet wenselijk buiten het bouwvlak van agrarische bedrijven. Lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn daarentegen wel mogelijk buiten een dergelijk bouwvlak, voor zover gelegen binnen een agrarische bestemming. Gelet op het karakter van het buitengebied in samenhang met de systematiek om glas en andere teeltondersteunende voorzieningen binnen een bestaand bouwvlak onder te brengen, of door middel van een uitbreiding van een bestaand bouwvlak (gekoppeld aan een tegenprestatie) mogelijk te maken, is deze keus gemaakt. Waar uitbreidingen van glas en inpassingen (van tegenprestaties) kunnen plaatsvinden is, evenals verbetering van de infrastructuur, in de Structuurvisie Glasconcentratiegebied Tangbroek verankerd en uitgewerkt tot een regeling in dit bestemmingsplan. Gelet daarop is het principe van het bouwen binnen de daartoe vastgestelde bouwvlakken ook van toepassing op de hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.
Het plangebied van Tangbroek is bij uitstek aangewezen voor de verdere ontwikkeling van glastuinbouw. Dat maakt het tot een ander gebied dan de rest van het buitengebied van de gemeente Peel en Maas. Het toevoegen van (bedrijfs)woningen wordt niet in het belang geacht van het ontwikkelingsgerichte karakter van het glastuinbouwconcentratiegebied. Enerzijds omdat er in Tangbroek voornamelijk sprake kan zijn van het uitbreiden van bestaande bedrijven (veelal met bestaande (bedrijfs)woningen) met een enkele nieuwvestiging. Anderzijds omdat een bedrijfswoning ter plaatse van de bedrijven vaak niet meer nodig is dankzij moderne technieken. Uiteraard worden de bestaande (bedrijfs)woningen in het plan en de daarbij behorende regelingen gerespecteerd.
In dit bestemmingsplan voor het glastuinbouwgebied Tangbroek wordt ten aanzien van plattelandswoningen de lijn uit het recent vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied doorgezet. Dit betekent dat bedrijfswoningen bij nog functionerende agrarische bedrijven als plattelandswoning in aanmerking komen voor bewoning door derden.
Door de gemeente Peel en Maas is daarnaast mogelijk gemaakt dat voormalige bedrijfswoningen van inmiddels niet meer in bedrijf zijnde agrarische bedrijven als plattelandswoning kunnen worden bewoond. Deze woningen en bijbehorende percelen worden onder een afzonderlijke bestemming 'Wonen - Plattelandswoning' gebracht. Belangrijk kenmerk van die bestemming is dat weliswaar sprake is van een woonbestemming, maar daat daarbij is bepaald dat de daaronder vallende gronden en daarop gelegen bouwwerken niet worden beschermd tegen de milieugevolgen van agrarische bedrijven.
In lijn met het bestemmingsplan Buitengebied worden dergelijke voorzieningen vooral gedacht in de nabijheid van sport- of maatschappelijke voorzieningen. In Tangbroek is daarvan geen sprake. Daarnaast leent het gebied met deze specifieke vorm van bedrijvigheid zich evenmin voor kinderopvang. Derhalve is de mogelijkheid voor kinderopvang niet in het bestemmingsplan voor Tangbroek opgenomen.