direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Glastuinbouwgebied Tangbroek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0067-VG01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van een kapel;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • e. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 9.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
9.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één maatschappelijke voorziening toegestaan;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • d. voor het overige moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 9.2.3 en 9.2.4.
9.2.3 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de voorgevel van de gebouwen dient te worden gebouwd in of achter de bestaande voorgevelrooilijn;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 11 meter.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. vlaggen, reclame en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 10 meter bedraagt.
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing;
  • d. ter waarborging van aspecten van waterhuishoudkundige aard.
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. verslavingszorg, crisisopvang en gevangeniswezen;
  • b. evenementen;
  • c. horeca;
  • d. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • e. verblijfsrecreatie;
  • f. detailhandel;
  • g. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen;
  • h. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • i. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.