direct naar inhoud van Artikel 9 Groen
Plan: Bedrijventerreinen Peel en Maas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0066-VG01

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing', landschappelijke inpassing;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. paden;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.3.2;
  • i. waterlopen en waterpartijen, waaronder wadi's;
  • j. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt;
  • b. de oppervlakte per gebouw maximaal 15 m² bedraagt;
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van vlag- en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter bedraagt.
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. kamperen;
  • b. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens en materialen;
  • c. parkeren;
  • d. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 9.3.2;
  • e. het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • f. buitenopslag.
9.3.2 Evenementen

Evenementen zijn onbeperkt toegestaan voor de duur van maximaal tien aaneengesloten dagen, inclusief op- en afbouw.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' gelegen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen;
  • c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, egaliseren en het blijvend scheuren van grasland;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiding van houtgewas danwel waardevolle vegitatie ten gevolge kunnen hebben;
  • f. het bebossen van gronden, die bestaand niet als bos konden worden aangemerkt;
  • g. het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de waterhuishouding;
  • h. het verrichten van exploartie- en exploitatieborgingen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas.
9.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen wroden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
9.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de landschappelijke inpassing, niet onevenredig wordt geschaad, dan wel de mogelijkheden voor herstel daarvan niet onevenredig (kan) worden verkleind.