25.2 Bouwregels
Op de tot 'Wonen - 2' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in 25.1 genoemde doeleinden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
25.2.1 Algemeen
-
a. het bebouwd oppervlak per bouwperceel mag niet meer bedragen dan in de grafiek die hierna is weergegeven;
-
b. de ter plaaste van de aanduiding 'gevellijn' aangegeven voorgevelbouwgrens mag aan de wegzijde niet door gebouwen worden overschreden, tenzij in de hierna volgende regels anders is bepaald.
25.2.2 Hoofdgebouwen
Met betrekking tot de hoofdgebouwen geldt het bepaalde in 25.2.1 en gelden tevens de volgende regels:
-
a. per bouwvlak is maximaal 1 hoofdgebouw met daarin 1 woning toegestaan;
-
b. het oppervlak van het hoofdgebouw op een bouwperceel mag maximaal 85% bedragen van het toegestane bebouwd oppervlak op dat bouwperceel;
-
c. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in het aangegeven bouwvlak;
-
d. de voorgevel van een hoofdgebouw dient voor minimaal 60% te worden gebouwd in de ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' aangegeven voorgevelbouwgrens. De rest van de voorgevel mag worden gebouwd tot 2 meter achter de hiervoor bedoelde voorgevelbouwgrens;
-
e. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedragen respectievelijk maximaal 6,5 meter en 10 meter;
-
f. hoofdgebouwen worden uitgevoerd met kap waarbij de minimale dakhelling 35° bedraagt;
-
g. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen.
25.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Met betrekking tot bijbehorende bouwwerken geldt het bepaalde in 25.2.1 en gelden tevens de volgende regels:
-
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd in het achtererfgebied, met uitzondering van overkappingen voor de voorgevelrooilijn als bepaald onder f;
-
b. de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied bedraagt maximaal 200 m², met dien verstande dat maximaal 75% van het achtererfgebied bebouwd mag worden, met inbegrip van bestaande bebouwing;
-
c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3,3 meter;
-
d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 6 meter;
-
e. overkappingen voor de voorgevel gebouwd aan andere bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan mits de afstand aan de voorzijde van de overkapping tot aan de bestemmingen 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied' minimaal 3,5 meter bedraagt.
25.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt het bepaalde in 25.2.1 en gelden tevens de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erf-/terreinafscheidingen en geluidwerende voorzieningen, mag maximaal 2,5 meter bedragen;
-
b. de bouwhoogte van erf-/terreinafscheidingen bedraagt bij percelen die geen hoekperceel zijn:
-
1. maximaal 1 meter vóór de naar de wegzijde toegekeerde voorgevelbouwgrens;
-
2. maximaal 2 meter achter de onder het vorige punt bedoelde voorgevelbouwgrens;
-
c. de bouwhoogte van een erf-/terreinafscheiding mag bij hoekpercelen vóór de voorgevelbouwgrens maximaal 2 meter bedragen, mits deze erf-/terreinafscheiding minimaal 3 meter achter de voorgevel van het bijbehorende hoofdgebouw wordt gebouwd.
25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
-
a. de woonsituatie: het in stand houden c.q. garanderen van een goede woonsituatie binnen deze bestemming, voorzover van toepassing, en andere bestemmingen, in het bijzonder met het oog op:
-
1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
-
2. het uitzicht;
-
3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld: in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige en architectonische inpassing met aandacht voor:
-
1. een goede verhouding tussen bouwmassa’s en gevelbeelden;
-
2. de samenhang met nabij gelegen bebouwing;
-
3. de hoogtedifferentiatie;
-
4. een goede verhouding tussen bouwmassa en inrichting van de omgeving;
-
c. de verkeersveiligheid: ter waarborging van de verkeersveiligheid en in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken van wegen;
-
d. de sociale veiligheid: ter waarborging van een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is;
-
e. de gebruiksmogelijkheden: ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken.
25.4 Specifieke gebruiksregels
25.4.1 Strijdig gebruik
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
-
a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
-
b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
-
c. kamerverhuur;
-
d. woningsplitsing;
-
e. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 25.4.2;
-
f. verblijfsrecreatie, behoudens bestaande bed en breakfasts;
-
g. buitenopslag;
-
h. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
-
i. seksinrichtingen.
25.4.2 Evenementen
Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.
25.4.3 Beroep en bedrijf aan huis
Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 4 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
-
b. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
-
c. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
-
d. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
-
e. maximaal 40 % van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van:
-
1. 25 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
-
2. 35 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1500 m²;
-
3. 45 m² bij bouwpercelen vanaf 1500 m²;
-
f. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
-
g. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
h. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
-
i. de bedrijvigheid niet vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
-
j. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
-
k. in de woning of de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 50m² gebruikt worden ten bate van internetverkoop waarbij ter plaatse opslag en verzending plaatsvindt. Internetverkoop waarbij ter plaatse alleen de elektronische transactie plaatsvindt en geen opslag en verzending plaatsvindt is zonder meer toegestaan;
-
l. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf;
-
m. er geen buitenopslag plaatsvindt;
-
n. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.
25.5 Afwijken van de gebruiksregels
25.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kamerverhuur
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.4.1 ten behoeve van het gebruik als kamerverhuur in de woning, mits:
-
a. het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
-
b. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
-
c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.
25.5.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg en inwoning
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.4.1 voor het gebruik ten behoeve van mantelzorg en inwoning door maximaal twee personen in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken, mits:
-
a. er geen tweede woning ontstaat;
-
b. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat;
-
c. er geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mogen worden getroffen;
-
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. de verkeersveiligheid;
-
2. het woon- en leefklimaat;
-
3. de milieusituatie;
-
4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
e. de omgevingsvergunning na beëindiging van de situatie zal worden ingetrokken en het bijbehorend bouwwerk niet meer mag worden gebruikt voor bewoning/mantelzorg.
25.5.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van bed en breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.4.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de woning en/of in de bijbehorende bouwwerken, mits:
-
a. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de woning en de bijbehorende bouwwerken die op maximaal 15 meter van de woning zijn gelegen;
-
b. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de woning;
-
c. maximaal 80 m² mag worden ingericht voor bed en breakfast, met dien verstande dat de woning een inhoud heeft van minimaal 450 m³ en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m²;
-
d. er per bouwvlak maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden toegestaan;
-
e. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
-
f. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed en breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
-
g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik.