direct naar inhoud van Regels
Plan: Moerkapelle-Oost, fase 1
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.UPMkpOostfase1-Va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1 met identificatienummer NL.IMRO.1892.UPMkpOostfase1-Va01van de gemeente Zuidplas, zijnde een uitwerkingsplan van het bestemmingsplan Zuidplas-Noord, met de daarbij behorende bijlagen;

1.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 bestemmingsplan Zuidplas Noord:

het bestemmingsplan Zuidplas-Noord met identificatienummer NL.IMRO.1666.BP00200-VG01 van de gemeente Zuidplas, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Zevenhuizen-Moerkapelle op 16 juni 2009 en onherroepelijk sinds 10 augustus 2011.

Opmerking: omdat het uitwerkingsplan deel uitmaakt van het bestemmingsplan Zuidplas-Noord, zijn de regels van dat bestemmingsplan ook op het uitwerkingsplan van toepassing. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de begripsbepalingen, de wijze van meten en berekenen, de algemene ontheffingsregels en de mogelijkheid om nadere eisen te stellen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Gemengd

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening;
  • b. wonen;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen;
  • d. bijbehorende bouwwerken;
  • e. fiets- en voetpaden;
  • f. speeltoestellen;
  • g. water;
  • h. kunstwerken.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 2.2.1 tot en met 2.2.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

2.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 75% worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • e. het totale oppervlak aan maatschappelijke functies mag maximaal 2.500 m² bedragen.

2.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel bedraagt maximaal 1 m¹;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel bedraagt maximaal 2 m¹;
  • c. de hoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 6 m¹;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 m¹.

2.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen;
  • b. zefstandige horeca;
  • c. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen, waterpartijen en plas- en draszones;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. objecten van beeldende kunst;
  • f. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
  • g. bruggen en overige kunstwerken;
  • h. dijken en taluds;
  • i. voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie;
  • j. voorzieningen van openbaar nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;

alsmede ook voor:

  • k. de landschappelijke inpassing van infrastructuur;
  • l. ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer;

met de daarbij behorende:

  • m. bermen, bermsloten en greppels;
  • n. dammen en/of duikers.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 3.2.1 tot en met 3.2.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

3.2.2 Gebouwen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 25 m².

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. maximaal 10 meter voor (beeldende) kunstobjecten;
    • 2. maximaal 5 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.3 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van
    de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
  • d. een jongerenontmoetingsplaats;
  • e. woondoeleinden;
  • f. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • g. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).

 

Artikel 4 Sport

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden;

met de daarbij behorende:

  • b. terrassen;
  • c. ondergeschikte horecaon ten dienste van deze voorzieningen
  • d. voorziening van openbaar nut;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. fiets- en voetpaden;
  • g. speeltoestellen;
  • h. water;
  • i. kunstwerken
  • j. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 4.2.1 tot en met 4.2.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dan gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut ook buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. het gehele bouwvlak mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 3 m¹;
  • e. het oppervlakte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 25 m² per gebouw.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de bouwvlakken opgericht worden;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m¹;
  • c. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 5 m¹;
  • d. de hoogte van terrasafscheidingen bedraagt maximaal 1,5 m¹;
  • e. de hoogte van ballenvangers bedraagt maximaal 8 m¹;
  • f. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 15 m¹;
  • g. de hoogte van tribunes bedraagt maximaal 6 m¹;
  • h. de hoogte van reclameborden (langs de kant van velden) bedraagt maximaal 1 m¹;
  • i. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 m¹.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. zelfstandige horeca;
  • b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
  • d. seksinrichtingen.

 

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin, gazon of open terrein;

alsmede ook voor:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. toegangspaden, in- en uitritten;
  • d. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. beplanting en overig groen;
  • f. bouwwerken en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 5.2.1 tot en met 5.2.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

5.2.2 Gebouwen
  • a. op de gronden zijn uitsluitend erkers toegestaan aan hoofdgebouwen die zijn gelegen in een naastgelegen bestemming;
  • b. de breedte van een erker bedraagt ten hoogste 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,50 meter;
  • c. de bouwhoogte van een erker bedraagt maximaal het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • d. de diepte van de erker bedraagt maximaal 1,50 meter;
  • e. een erker moet ten minste 2 meter uit de zijdelingse perceelsgrens worden gesitueerd, tenzij de erker aansluit op een erker van de aansluitende woning (in gevallen waar sprake is van dubbele of rijwoningen).

5.2.3 Bouwwerken, geen bijbehorende bouwwerken zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 1 meter, met uitzondering van vlaggenmasten, waarvoor een bouwhoogte geldt van maximaal 5 meter.

5.3 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
  • d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).

Artikel 6 Verkeer - Wegverkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. bermen en groenvoorzieningen;
  • e. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen van openbaar nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • h. verbindingen ten behoeve van het wegverkeer (bruggen) en overige kunstwerken en infrastructurele voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bermen, bermsloten en greppels;
  • j. kunstwerken;
  • k. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 6.2.1 tot en met 6.2.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

6.2.2 Gebouwen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 25 m².

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. maximaal 12 meter voor verlichting, masten, wegwijzers, verkeerstekensinstallaties,
      verkeersignaleringen en verkeersregelinstallaties, kunstwerken en geluidwerende
      voorzieningen;
    • 2. maximaal 5 meter voor overige andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Calamiteitenontsluiting

Ter plaatse van de aanduiding 'pad', is het gebruik ten behoeve van wegen als bedoeld in 6.1 onder a niet toegestaan, met uitzondering van een calamiteitenontsluiting.

6.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
  • d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. woondoeleinden;
  • f. het plaatsen van reclame objecten (zuilen en/of borden)
  • g. seksinrichtingen.

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  • c. bermen en groenvoorzieningen;

alsmede ook voor:

  • d. infiltratievoorzieningen;
  • e. oevers, oeverbeschoeiingen en taluds;
  • f. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle openheid en structuur van de tochten;

met de daarbij behorende:

  • g. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • h. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter;
  • c. ten behoeve van de aanleg van vlonders, gelden de volgende bepalingen:
    • 1. bij watergangen met een breedte tot 10 meter mogen géén steunpunten ten behoeve van de vlonder in de watergang worden aangebracht. Bij watergangen breder dan 10 meter is dit wel mogelijk, mits het gaat om overbreedte die niet noodzakelijk is voor de waterafvoer. Dit ter beoordeling van de waterbeheerder;
    • 2. bij een maximale oversteek van 1 meter dient de onderkant van de constructie minimaal 1 meter boven het zomerpeil aangebracht te worden; indien de vlonder minder ver uitsteekt mag hij evenredig lager worden aangelegd, conform onderstaande figuur:

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.UPMkpOostfase1-Va01_0001.jpg"

7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. woonschepen en drijvende woningen als ligplaats.

7.3.2 Oppervlakte water

Bij de realisering van bermen en groenvoorzieningen als bedoeld in 7.1.c dient de oppervlakte water binnen een van de aangrenzende bestemmingen gecompenseerd te worden.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op, in, boven en aan de gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.

7.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

7.4.3 Voorwaarden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep tot maximaal 70 m²;

alsmede voor:

  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen, gazons en erven;
  • e. verhardingen;
  • f. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 8.2.1 tot en met 8.2.4;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

8.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. de woningen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag per bouwvlak niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de afstand van de voorgevel van de woningen tot de grens van het bouwvlak is maximaal 4 meter;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn uitsluitend aaneengebouwde woningen toegestaan'
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn uitsluitend vrijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan;
  • h. de maximale bouwdiepte van aaneengebouwde woningen is 10 meter;
  • i. de maximale bouwdiepte van rijstaande en twee-aaneen gebouwde woningen is 12 meter;
  • j. voor de twee-aaneen gebouwde woningen geldt dat de afstand tot minimaal één zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter dient te bedragen;
  • k. voor de vrijstaande woningen geldt dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter dient te bedragen.

8.2.3 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de bouwwerken mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. met inachtneming van het bepaalde in sub a dienen de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gebouwd te worden op tenminste 1 meter afstand uit de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5,50 meter;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 30 centimeter en de bouwhoogte maximaal 5 meter;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van het bij de woning behorende zij- en achtererf bedragen, zulks met een maximum van 50 m², met dien verstande dat:
    • 1. ten hoogste 75 m² aan aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag worden gebouwd indien de oppervlakte van de bedoelde gronden groter is dan 150 m².

8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel bedraagt maximaal 1 m¹;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel bedraagt maximaal 2 m¹;
  • c. de hoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 6 m¹;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 m¹.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 8.2.2.e voor het toelaten van een maximale bouwhoogte van 13 meter mits:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet wordt aangetast;
  • b. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de bebouwing op het bouwperceel.

8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Parkeren op het binnenterrein

Binnen de bestemmingsvlakken met de aanduiding 'parkeerterrein' dienen, ten behoeve van de aaneengebouwde woningen binnen het betreffende bestemmingsvlak, voldoende parkeerplaatsen (met de bijbehorende ontsluiting en verhardingen) te worden gerealiseerd en in stand gehouden.

8.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  • b. het gebruik van delen van de woning en bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen,
    goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • f. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn en tot 3 meter erachter;
  • g. de opslag en verkoop van vuurwerk;
  • h. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).

8.5 Afwijking aan-huis-verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden bedrijfsmatige activiteit in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. geen ontheffing wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, dat onder de werking van het Activiteitenbesluit Milieubeheer valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
    • 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 3. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
    • 4. het bedrijf/de bedrijfsactiviteit behoort tot milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 3 van het bestemmingsplan Zuidplas Noord dan wel het een bedrijf/bedrijfsactiviteit betreft die niet is vermeld in de Lijst van bedrijfsactiviteiten, maar naar aard en invloed vergelijkbaar is met de in bijlage 3 van het bestemmingsplan Zuidplas Noord genoemde bedrijven en bedrijfsactiviteiten;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. het parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
  • e. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
  • f. ten hoogste 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende
    bijgebouwen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden
    beroepsmatige bedrijfsactiviteit en/of een aan-huis-verbonden bedrijf of aan-huisverbonden
    bedrijfsmatige activiteit in gebruik mag zijn, zulks tot maximaal 70 m².

8.6 Afwijking mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 8.4.2, sub b ten behoeve van het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. het gebruik geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden oplevert, noch leidt tot beperkingen in de bedrijfsvoering van naburige bedrijven;
  • c. de afhankelijke woonruimte binnen de bebouwingsregeling als bedoeld in 8.2, wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 70 m²;
  • d. mantelzorg aantoonbaar van tijdelijke aard is en dat de aanpassingen omkeerbaar moeten zijn.


Burgemeester en wethouders winnen voorafgaande aan de ontheffing nadere informatie bij verzoeker in, die zeker moet stellen dat er zorgbehoefte is, inclusief het feit dat deze naar haar aard tijdelijk is.


Burgemeester en wethouders stellen bij de ontheffing nadere eisen die gericht is op eindigheid en intrekking van de ontheffing, zodra de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

9.1 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' de aanduiding 'pad' kan worden verwijderd.

9.2 wetgevingzone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemming "Verkeer - Wegverkeer".

Hoofdstuk 4 Slotregels

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het 'uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1'.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zuidplas op