Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
23.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen.
23.2 Wro-wijzigingsgebied - 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied – 1' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' zoals genoemd in de artikelen 10 en 14, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 1;
-
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
-
c. de bouwhoogte van hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 11 m;
-
d. de afstand van hoofdgebouwen tot de bestemming 'Water' bedraagt ten minste 3 meter;
-
e. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
-
f. uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat er wordt voorzien in voldoende watercompensatie;
-
g. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.3 Wro-wijzigingsgebied - 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied – 2' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' zoals genoemd in de artikelen 10 en 14, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 1;
-
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
-
c. de bouwhoogte van hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 11 m;
-
d. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
-
e. uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat er wordt voorzien in voldoende watercompensatie;
-
f. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.4 Wro-wijzigingsgebied - 3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied – 3' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' zoals genoemd in de artikelen 10 en 14, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 7;
-
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
-
c. de bouwhoogte van hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 11 m;
-
d. de afstand van hoofdgebouwen tot de bestemming 'Water' bedraagt ten minste 3 meter;
-
e. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
-
f. uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat er wordt voorzien in voldoende watercompensatie;
-
g. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.5 Wro-wijzigingsgebied - 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied - 4' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' zoals genoemd in de artikelen 10 en 14 met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 6;
-
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
-
c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 11 m;
-
d. de afstand van hoofdgebouwen tot de bestemming 'Water' bedraagt ten minste 3 meter;
-
e. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
-
f. uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat er wordt voorzien in voldoende watercompensatie;
-
g. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.6 Wro-wijzigingsgebied - 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied – 5' te wijzigen in de bestemmingen Tuin en Wonen zoals genoemd in de artikelen 10 en 14, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 2;
-
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
-
c. de bouwhoogte van hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 11 m;
-
d. uit bodemonderzoek moet blijken dat de bodem geschikt is voor de ter plaatse beoogde functie(s);
-
e. uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat er wordt voorzien in voldoende watercompensatie;
-
f. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.7 Wro-wijzigingsgebied - 6
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied – 6' te wijzigen naar de bestemming “Maatschappelijk”, zoals genoemd in artikel 8, met in achtneming van de volgende regels:
-
a. extra parkeerbehoefte voortkomend uit de wijziging dient op eigen terrein te worden voorzien;
-
b. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.8 Wro-wijzigingsgebied - 7
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op de gronden die zijn voorzien met de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied - 7' bouwvlakken op te nemen, met inachtneming van de volgende regels:
-
a. in totaal mogen ten hoogste 3 bouwvlakken worden opgenomen, per bouwvlak mag ten hoogste 1 woning gebouwd worden;
-
b. de afstand van het te realiseren hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is ten minste 5 meter;
-
c. de voorgevel van de woning moet grenzen aan de bestemming 'Tuin';
-
d. de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 4 m;
-
e. de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 10 m;
-
f. de inhoud van hoofdgebouwen inclusief bij-, aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 800 m3.