1.2 Ligging plangebied
Het plangebied bestaat uit 15 specifieke locaties verspreid over de gemeente Zuidplas, waaronder 5 nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast heeft onderhavig bestemmingsplan betrekking op correcties van geldende bestemmingsplannen. Op de volgende afbeelding is de ligging van de betreffende locaties weergegeven. De nummering correspondeert ook met de nummering van de deelbladen van de verbeelding.
Overzicht specifieke locaties in Verzamelplan Zuidplas (Buro SRO, bron: Google Maps)
Het betreft de volgende locaties:
1. Groenendijk 134 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2. Grensweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel
3. Knibbelweg 9a in Zevenhuizen
4. Noordelijke Dwarsweg 116 in Zevenhuizen
5. Van Swaanswijckstraat 30 t/m 44 in Moerkapelle
6. Bierhoogtweg 7a in Zevenhuizen
7. Bierhoogtweg 19 in Zevenhuizen
8. Spoorweglaan 4 in Moordrecht
9. Bredeweg nabij nr. 96 t/m 104 en ten zuiden van 116 in Zevenhuizen
10. Prinsessenkwartier in Moordrecht
11. Deel van Hollandsche IJssel bij Moordrecht
12. Deel van Hollandsche IJssel bij Hitland
13. Tussen Oostpolderweg en Tulpstraat Moordrecht (noordoostelijk deel)
14. Tussen Oostpolderweg en Tulpstraat Moordrecht (zuidwestelijk deel)
15. 's-Gravenweg 52 en 54 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.1.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de functiewijziging van maximaal negen gestapelde woningen naar maximaal twee vrijstaande woningen, is voor de aspecten: archeologie, ecologie, water, bodem, geluid, luchtkwaliteit externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Ter toelichting daarop het volgende:
Bodem
Het voorliggende plan voorziet in de wijziging van gestapelde woningen naar twee vrijstaande woningen. Hiermee is er geen sprake van een bestemmingswijziging naar een strenger bodemgebruik of wezenlijk andere gebruiksmogelijkheden van de gronden (in het kader van het aspect bodem). Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling
Geluid
De wijziging van gestapelde woningen naar twee vrijstaande woningen leidt niet tot een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder: de afstand tot de weg blijft gelijk en het aantal geluidgehinderden zal afnemen ten opzichte van de huidige planologische situatie. Akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.
Water
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Dat is in de voorliggende situatie het geval. Watercompensatie is dan ook niet aan de orde.
Milieuzonering
Met de beoogde ontwikkeling wordt voorzien in de realisatie van twee vrijstaande woningen. Daarmee is sprake van een gevoelige bestemming. Derhalve is aan de hand van het geldende bestemmingsplan 'Hitland 2020' gekeken naar milieubelastende activiteiten in de omgeving van de planlocatie. Op een afstand van meer dan 100 m zijn twee agrarische bouwvlakken gelegen. Doordat op een kortere afstand tot de agrarische bouwvlakken reeds woningen zijn gelegen zal de beoogde ontwikkeling de betreffende bedrijfsactiviteiten niet belemmeren. Bovendien zijn binnen het plangebied reeds woningen toegestaan.
Hiermee vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
2.2.1 Bierhoogtweg 7a en 19 in Zevenhuizen
Op de percelen aan de Bierhoogtweg 7a en 19 in Zevenhuizen zijn twee vrijstaande woningen met diverse bijgebouwen gelegen. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1' (vastgesteld op 16 oktober 2018). Hierin gelden voor de percelen aan de Bierhoogtweg 7a en 19 de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin'.
De onderstaande afbeelding toont een uitsnede van het geldend bestemmingsplan.
Linker afbeelding uitsnede geldend bestemmingsplan aan de Bierhoogtweg 7a en rechter afbeelding uitsnede van geldend bestemmingsplan aan de Bierhoogtweg 19 - plangebied globaal rood omkaderd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
De destijds bestaande bijbehorende bouwwerken zijn daarin niet goed meegenomen.
Hierover heeft de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (uitspraak 201809544/1/R3) zich als volgt uitgesproken: 'In beginsel moet legaal bestaande bebouwing als zodanig in het bestemmingsplan worden bestemd. Indien nieuwe planologische inzichten daartoe aanleiding geven en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen, kan uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening daarvan worden afgezien. In dat geval kan het bestaande legale bouwwerk onder het overgangsrecht worden gebracht als de raad aannemelijk maakt dat het bouwwerk op termijn zal worden verwijderd. Met het overgangsrecht wordt namelijk beoogd een tijdelijke situatie te overbruggen.
In dit geval heeft de raad niet onderbouwd waarom het uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk is om de met een bouwvergunning opgerichte schuren van [appellante sub 3] niet als zodanig te bestemmen. De enkele stelling dat de omvang van de schuren niet past bij de bestemming "Wonen" acht de Afdeling onvoldoende, omdat dit argument niet is toegespitst op de specifieke situatie ter plaatse. Daarnaast heeft de raad ter zitting erkend dat er geen concreet zicht is op het verwijderen van de legale bouwwerken.' Om die reden dient hiervoor een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld.
Bierhoogtweg 7a in Zevenhuizen
Op het perceel aan de Bierhoogtweg 7a is een bijgebouw gesitueerd met een oppervlakte van ca. 320 m². Binnen de bestemming 'Wonen' is in artikel 12.2.4 onder g geregeld dat het gezamenlijke oppervlakte aan aan- en bijgebouwen maximaal 70 m² mag bedragen. Het bestaande bijgebouw van ca. 320 m² is daardoor in strijd met het geldend bestemmingsplan. In het verleden is echter een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van het bijgebouw, dit is echter niet verwerkt in het geldend planologisch regime. Met voorliggend bestemmingsplan wordt alsnog voorzien in een passende juridische regeling.
Bierhoogtweg 19 in Zevenhuizen
Op het perceel aan de Bierhoogtweg 19 zijn een tweetal bijgebouwen gesitueerd. Aan de voorzijde van het perceel is een bijgebouw gelegen met een oppervlakte van ca. 100 m² die voor een deel binnen de bestemming 'Tuin' is gelegen. Op het achtererf is, buiten het bouwvlak maar binnen de bestemming 'Wonen', een bijgebouw gelegen met een oppervlakte van ca. 200 m². In artikel 12.2.4 is geregeld dat bijgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gerealiseerd met een gezamenlijk oppervlakte van maximaal 70 m². Daarnaast moeten bijgebouwen op tenminste 1 meter afstand uit de voorgevellijn van het hoofdgebouw worden gebouwd. Hierdoor zijn beide bijgebouwen in strijd met het geldend bestemmingsplan. In het verleden is echter een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van de bijgebouwen, dit is echter niet verwerkt in het geldend planologisch regime. Met voorliggend bestemmingsplan wordt alsnog voorzien in een passende juridische regeling.
Vertaling in bestemmingsplan
De onderhavige percelen worden in het stramien van dit verzamelplan voorzien van de bestemming 'Wonen'. De geconstateerde omissie wordt hersteld door in de regels op te nemen dat de bestaande, legaal aanwezige bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan. Voorts houdt die regeling rekening met de nu geldende mogelijkheden.
3.2.1 Omgevingsvisie Zuid-Holland
De Omgevingsvisie is in werking getreden op 1 april 2019. De Omgevingsvisie bestaat uit 4 onderdelen:
- Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:
- het dagelijks stedelijk systeem, dat bestaat uit de stedelijke agglomeratie en de daarmee via hov(hoogwaardig openbaar vervoer) verbonden regiokernen;
- de hoogstedelijke zone tussen Leiden en Dordrecht;
- het logistiek-industriële systeem van mainport, greenports langs vaarwegen en zware infrastructuur
- de samenhang van grote landschappelijke eenheden met de stedelijke agglomeratie;
- de groene ruimte en de groenblauwe structuur;
- het bodem- en watersysteem;
- energie.
In aanvulling hierop toont de ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond indicatief de ruimtelijke situatie van de ondergrond.
De provincie wil meer vertrouwen geven aan maatschappelijke initiatieven. De provincie werkt daarom vanuit een aantal sturingsprincipes: opgavegericht, provinciaal belang en maatwerk.
De provincie heeft zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze ambities zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en zijn gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar de regio voor staat. De provincie heeft de volgende ambities:
- Naar een klimaatbestendige delta
- Naar een nieuwe economie: the next level
- Naar een levendig meerkernige metropool
- Energievernieuwing
- Best bereikbare provincie
- Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving
Onder 'omgevingskwaliteit' wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. De volgende onderdelen vormen de basis van de omgevingskwaliteit:
- Een beschrijving van de unieke kwaliteiten van Zuid-Holland: de drie deltalandschappen, de Zuid-Hollandse steden en de strategische ligging in internationale netwerken.
- Een beschrijving van de bestaande omgevingskwaliteit op basis van de leefomgevingstoets, met aandacht voor aspecten van milieukwaliteit. Hiertoe implementeert de provincie de beleidscyclus en monitor Omgevingskwaliteit.
- Een nadere uitwerking van het provinciale beleid voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, op basis van de 'kwaliteitskaart' en de 'richtpunten ruimtelijke kwaliteit'.
- Beleidskeuzes
De provincie heeft in de Omgevingsvisie een overzicht gemaakt van samenhangende beleidskeuzes (zie Omgevingsvisie Zuid Holland).
Planspecifiek
Functiewijziging van bedrijfswoning naar plattelandswoning
De ontwikkelingen aan Knibbelweg 9a in Zevenhuizen en de Grensweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreffen het omzetten van een voormalige bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Dit bestemmingsplan maakt alleen een functiewijziging van een bestaande bedrijfswoning naar plattelandswoning mogelijk. Deze ontwikkeling is in overeenstemming is met de provinciale belangen.
Woningbouwontwikkelingen
De ontwikkeling aan de Groenendijk 134 in Nieuwerkerk aan den IJssel sluit aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. De ontwikkeling betreft de sloop en herbouw van twee woningen en speelt zich af op het niveau van een kavel, derhalve is er geen sprake van aantasting van de ruimtelijke kwaliteit.
Uitbreiding bedrijfsmatige bouwvlak Noordelijke Dwarsweg 116 in Zevenhuizen
De ontwikkeling aan de Noordelijke Dwarsweg 116 sluit aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Op deze locatie is reeds een bedrijf gesitueerd. De beoogde ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van het bestaande bouwvlakken. De toekomstige bebouwing aan de Noordelijke Dwarsweg 116 zal aansluitend op de bestaande bebouwing worden gerealiseerd waardoor er geen sprake is van een verslechtering van de ruimtelijke kwaliteit.
Conclusie
Met de beoogde ontwikkeling zijn er geen belemmeringen vanuit de Omgevingsvisie. De ruimtelijke kwaliteit wordt niet aangetast. De beoogde herontwikkelingen passen binnen de Omgevingsvisie en zijn in lijn met de provinciale ambities.
3.4.5 Milieubeleid
Het bestemmingsplan omvat enkele nieuwe ontwikkelingen en reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen. Wat betreft de reparaties gaat het uitsluitend om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden geboden. Hierbij is niet opnieuw een toetsing aan de haalbaarheidsaspecten vereist. Het betreft immers het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen.
Voor de nieuwe ontwikkelingen is, waar nodig, in hoofdstuk 2 op de noodzakelijke uitvoerbaarheidsaspecten ingegaan.
Milieu effectrapportage (m.e.r.)
De wet- en regelgeving voor milieueffectrapportage (m.e.r.) is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in de AMvB Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). In de Wet milieubeheer zijn vooral de procedurele verplichtingen opgenomen. In Besluit m.e.r. is opgenomen wanneer een m.e.r. verplicht is.
Een m.e.r.-beoordeling is wettelijk verplicht voor de activiteiten in kolom 1 van Bijlage D van het Besluit m.e.r. Indien de activiteit groter is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient de in de wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure beschreven te worden.
Indien de activiteit kleiner is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient beoordeeld te worden of de in de Wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure al dan niet nodig is. Dit noemt men vormvrije m.e.r.-beoordeling.
De voorgenomen ontwikkelingen op de verschillende locaties, die in dit verzamelplan worden mogelijk gemaakt vallen niet onder een van de genoemde activiteiten uit de Bijlage D van het Besluit m.e.r.. Een vormvrije m.e.r.-beoordeling voor dit verzamelplan is derhalve niet nodig.
3.5.1 Generiek beleid
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Waterplan.
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21e eeuw’ (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
- vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd.
- schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.
Waterwet
Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Het doel van de Waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In deze integrale watervergunning zijn zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) opgegaan in één aparte watervergunning.
Nationaal Waterplan
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2016 - 2021 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2016 - 2021 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
3.5.2 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Waterbeheerplan Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 'Met mensen en water'
Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is waterbeheerder in het gebied tussen Rotterdam, Zoetermeer, Gouda en Schoonhoven. In het waterbeheerplan worden de ambities en doelen voor de periode 2016-2021 weergeven. Het streven is het watersysteem zo goed mogelijk geschikt te houden voor alle functies. Daarnaast is er aandacht voor de aantrekkelijkheid van het woon- en leefgebied voor alle gebruikers.
De hoofddoelen van het beheer zijn:
- Waterveiligheid: beschermen van burgers en bedrijven tegen overstromingen middels stevige dijken.
- Watersysteem: het duurzaam en slim besturen, beheren en onderhouden van het samenhangende systeem van watergangen en kunstwerken. Een optimaal waterpeil, voldoende water van goede kwaliteit en goed onderhouden sloten, vaarten en plassen zijn hierbij van belang. Geanticipeerd dient te worden op klimaatverandering en bodemdaling en ruimtelijke ontwikkelingen. Op gebiedsniveau wordt samengewerkt met andere partijen aan integrale oplossingen voor de verschillende wateropgaven.
- Afvalwaterketen en emissies: efficiënt en gebruiken van afvalwaterzuiveringsinstallaties en transportsystemen ten behoeve van maatschappelijke winst in de vorm van energieterugwinning en kostenbesparing. Met optimalisatie en innovatie van de zuiveringsprocessen wordt ingezet op duurzaamheid.
- Wegen: bijdragen aan een betrouwbaar netwerk binnen de regio Midden-Holland middels veilige, doelmatig onderhouden wegen.
Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012
De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap heeft op 27 juni 2012 het Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012 vastgesteld. Dit beleid heeft tot doel om ongewenste effecten van verhardingstoename op het watersysteem te voorkomen. Een belangrijk ongewenst effect van verhardingstoenamen is de versnelde afvoer van neerslag. Voor verschillende ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorwaarden beschreven om de te verwachten effecten op het watersysteem te compenseren.
Toetsingscriteria
Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen plannen: kleine, middelgrote en grote ruimtelijke ontwikkelingen. Onderstaand is per type toegelicht hoe HHSK omgaat met de typen ruimtelijke ontwikkelingen:
- Kleine plannen: Plannen met een verhardingstoename tot 500 m²
- Middelgrote plannen: Plannen met een verhardingstoename groter dan 500 m² en kleiner dan 10 hectare bruto planoppervlak
- Grote plannen: Een plan groter dan 10 hectare bruto planoppervlak
Keur en BeleidsregelsOp grond van de Waterwet is Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard als waterschap bevoegd via een eigen verordening, de Keur, regels te stellen aan handelingen die het watersysteem beïnvloeden. Denk hierbij aan handelingen in of nabij:
- waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden);
- watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken);
- andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen);
- de bodem van kwelgevoelige gebieden;
Maar ook aan:
- onttrekken en lozen van grondwater;
- het aanbrengen van verhard oppervlak.
De Keur vermeldt expliciet welke handelingen vergunningplichtig zijn en welke aan algemene regels of aan de zorgplicht moeten voldoen. Wie b.v. op een waterkering wil bouwen, moet een watervergunning aanvragen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (én een omgevingsvergunning bij de gemeente). In de uitvoeringsregels die bij de Keur horen is dit nader uitgewerkt.
Planspecifiek
Waterkwantiteit
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Kleine plannen hebben een gering effect op de waterhuishouding. Daarnaast bestaat er een zekere onzekerheid in berekening door de invoergegevens, berekeningsmethode en gevolgen van de klimaatsverandering. Door rekening te houden met de onzekerheid en om onevenredige belasting van de organisatie door dergelijke plannen te voorkomen, wordt compensatie voor een geringe verhardingstoename kwijtgescholden. Deze kwijtschelding, namelijk de aftrek van 500 m² verhardingstoename, geldt in verband met gelijkheid voor alle ruimtelijke ontwikkelingen binnen het beheergebied van HHSK. Bij de onderhavige ontwikkelingen wordt deze grens niet overschreden. In
toelichting paragraaf 2.1 wordt het aspect water voor de desbetreffende nieuwe ontwikkelingen afzonderlijk behandeld.
Afvalwaterketen
De nieuwe ontwikkelingen worden waar mogelijk op een gescheiden rioleringsstelsel aangesloten zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. De afvoer van hemelwater vindt bij voorkeur plaats via infiltratie in de bodem. Bij de uitbreidingen bij bedrijven kan een wijziging van het lozingsbesluit voor de afvoer van bedrijfsafvalwater aan de orde zijn. Hiervoor is HHSK bevoegd gezag.
Bij nieuwe initiatieven dient tevens een rioleringsplan te worden opgesteld, waarin wordt toegelicht welk type riolering wordt toegepast en wat de effecten van de ontwikkeling op de riolering zijn. Het opstellen van het rioleringsplan kan in overleg met de afdeling Afvalwaterketen van het hoogheemraadschap.
Waterkwaliteit
Om verontreiniging van afstromend hemelwater, oppervlaktewater en grondwater te voorkomen wordt geadviseerd duurzaam te bouwen. Dit houdt in dat het niet wenselijk is uitloogbare materialen te gebruiken, zoals lood, zink, koper, bitumineuze materialen en geïmpregneerd hout, vanwege de invloed op de waterkwaliteit.
Tevens bieden ontwikkelingen kansen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Met de afdeling Watersystemen van het hoogheemraadschap kunnen de mogelijkheden voor een natuurvriendelijke inrichting worden besproken.
Waterkering
Op een aantal locaties is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen. Dat betreft de locaties aan de Hollandsche IJssel en aan de Ringvaart, zoals Groenendijk 134 in Nieuwerkerk aan den IJssel en Prinsessenkwartier in Moordrecht.
5.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
5.3 Bestemmingen
De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn afgestemd op de gemeentelijke standaarden en sluiten aan op recente bestemmingsplannen van de gemeente Zuidplas. Daarnaast wordt uiteraard rekening gehouden met de rechten op basis van de nu geldende bestemmingsplannen. Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende (dubbel-)bestemmingen:
Enkelbestemmingen
Agrarisch
Een locatie is voorzien van de bestemming 'Agrarisch'. Er zijn uitsluiten bouwwerken geen gebouwen zijnde toegelaten.
Bedrijf
Een perceel aan de Noordelijke Dwarsweg is (opnieuw) voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Hierbij is de regeling uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' overgenomen. In verband met het onderhavige initiatief is het bouwvlak enigszins uitgebreid.
Groen
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en extensieve dagrecreatie, met de daarbij behorende wegen en paden, speelvoorzieningen, objecten van beeldende kunst e.d..
Binnen de bestemming mogen slechts gebouwen worden gebouwd ten dienste van de bestemming met een maximale bouwhoogte van 4 m en een oppervlakte van maximaal 25 m². Tevens zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten, waarvan de maximale maatvoeringen in de regels zijn opgenomen.
Lintzone
De locaties aan de Knibbelweg en Grensweg, waar de functieaanduiding 'bedrijfswoning' van toepassing was, zijn voorzien van de bestemming 'Lintzone'. Hierbij is de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' toegevoegd. De bestemmingsregeling is ontleend aan bestemmingsplan 'Zuidplas Noord', waar nodig aangevuld met regelingen uit het recente bestemmingsplan 'Herziening Zuidplas 1' (2018). De maatvoeringen zijn ontleend aan de geldende mogelijkheden.
Er is gekozen voor een 'eenvoudige', toegespitste regeling. Dat houdt ook in dat 'Wro-zone – wijzigingsbevoegdheid 1' niet is overgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
Verkeer
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, straten en paden en parkeervoorzieningen. Tevens zijn binnen deze bestemming groenvoorzieningen en water toegelaten. Er zijn geen gebouwen toegestaan. Wel zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten, zoals lichtmasten, straatmeubilair e.d. Er geldt een verbijzondering ter plaatse van een klein deel van rijksweg A12; hier zijn -zoals gebruikelijk- hogere maten toegelaten voor lichtmasten, wegwijzers, verkeerstekens e.d. en ook voor (beeldende) kunstobjecten en geluidwerende en geluidreducerende voorzieningen. Hiertoe is het betreffende deel voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - snelweg'.
Water
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, bermen en groenvoorzieningen en kunstwerken.
Verder mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Wonen
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, inclusief aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven tot maximaal 30% van het grondvloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m². Tevens zijn de daarbij behorende tuinen, bijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, speeltoestellen, water en kunstwerken toegestaan.
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd, waarbij ook de woningtypologie (vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd en gestapeld) is vastgelegd. Ook het maximale aantal wooneenheden en de maximale goot- en bouwhoogten zijn aangeduid. De maten zijn afgestemd op de geldende mogelijkheden danwel de bestaande situatie. Er is ook een onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen geregeld, met maatwerk voor bestaande situaties die daar van afwijken.
bestaande legale bijbehorende bouwwerken wordt afgeweken van het bepaalde onder b, c en d, zijn die desbetreffende afwijkende afstands- en oppervlaktematen toegestaan.
Verder wordt standaard een inhoudsmaat van 750 m³ toegestaan. Als op basis van het geldende bestemmingsplan, of afspraken met de gemeente een afwijkende inhoudsmaat van toepassing is, dan is dat aangeduid op de verbeelding. Zoals bepaald in de 'Wijze van Meten' wordt bij het berekenen van de inhoudsmaat een ondergrondse bouwlaag nioet meegerekend.
Daarnaast wordt in het voorliggende bestemmingsplan mogelijk gemaakt om op het perceel Groenendijk 134 in Nieuwerkerk aan den IJssel in plaats van twee woningen met een inhoudsmaat van maximaal 1.500 m³, één woning met een inhoudsmaat van maximaal 2.000 m³ te realiseren. Als op dit perceel (Groenendijk 134) twee woningen worden gerealiseerd, dienen deze gestaffeld gebouwd te worden, dus niet in dezelfde lijn.
Voorts zijn er bepalingen opgenomen voor bijbehorende bouwwerken (o.a. ook erkers), met een regeling voor die situaties waar afwijkende afstands- en oppervlaktematen legaal aanwezig zijn. Ook is een afwijkende goot- en bouwhoogte opgenomen voor de percelen Bierhoogteweg 7a en 19. Tevens zijn er bepalingen opgenomen voor de diverse bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er zijn ook specifieke gebruiksregels opgenomen waarin het strijdige gebruik is vermeld.
Dubbelbestemmingen
Waarde - Archeologie - 3 en Waarde - Archeologie - 4
De belangen vanuit archeologie zijn veiliggesteld middels de dubbelbestemmingen voor Waarde - Archeologie. De regelingen zijn overgenomen uit de Parapluherziening Archeologie (2018).
Waarde - Ecologie
De gronden die in de Omgevingsverordening Zuid-Holland zijn aangemerkt als 'Natuurnetwerk Nederland' hebben een dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie' gekregen. De gronden zijn bestemd voor de instandhouding en bescherming van de wezenlijke waarden en kenmerken van de Ecologische verbindingszone. Deze bestemming geldt primair aan de onderliggende bestemmingen.
Op deze gronden mag niet gebouwd worden. Hiervan kan worden afgeweken nadat er advies is ingewonnen is bij een ecoloog. Voor het verrichten van bodemwerkzaamheden dient er een omgevingsvergunning verkregen te worden. Deze wordt afgegeven nadat er een positief advies verkregen is van een ecoloog.
Waarde - Rivierzone
In verband met het Barro waar een deel van het plangebied aangeduid is als 'grote rivieren' is de dubbelbestemming 'Waarde - Rivierzone' opgenomen. De bestemmingsregeling is met name gericht op het behoud en de ontwikkeling van de aan de rivier gebonden landschapswaarden.
Waterstaat - Waterkering
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden binnen de beschermingszone van de waterkering. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen - op enkele uitzonderingen na - uitsluitend met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag worden gebouwd. Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterkering, omtrent de vraag of de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad. Verder is op een vergelijkbare wijze een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Algemeen
Overige regels
In de Overige regels zijn bepalingen opgenomen over het benodigde parkeren. Deze zijn ontleend aan de 'Parapluherziening Parkeren' (2018), waarbij ook ingegaan wordt op laden en lossen. Tevens zijn hier regels opgenomen over ondergronds bouwen en ondergrondse werken.
Aanduidingsregels
Tevens zijn hier de regelingen voor de gebiedsaanduidingen 'geluidszone - spoor', 'geluidszone - weg', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 1' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2', 'veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 2' en 'milieuzone'. De regelingen zijn ontleend aan de geldende bestemmingsplannen, vooral het bestemmingsplan 'Zuidplas West' en 'Zuidplas Noord'.