Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Groene Zoom |
Status: | onherroepelijk |
Plan identificatie: | NL.IMRO.1892.BpGroeneZoom-Oh01 |
9.1 | Bestemmingsomschrijving |
De voor ’Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: | |
a. | een sportcentrum voor zaal- en buitensporten; |
b. | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ één bedrijfswoning; |
met de daarbij behorend(e): | |
b. | wegen en paden; |
c. | parkeervoorzieningen; |
d. | voorzieningen van openbaar nut; |
e. | groenvoorzieningen; |
f. | water en waterhuishoudkundige voorzieningen; |
g. | tuinen, erven en terreinen. |
9.2 | Bouwregels |
9.2.1 | Op of in de tot ‘Sport’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: |
a. | gebouwen ten behoeve van de in 9.1 onder a en b genoemde functies; |
b. | ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ één bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken; |
c. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten. |
9.2.2 | Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: |
a. | gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd; |
b. | ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ mag de goothoogte van een gebouw niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen; |
c. | ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte van een gebouw niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen. |
9.2.3 | Voor het bouwen van een bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken gelden bovendien de volgende regels: |
a. | de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen; |
b. | de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 1 meter bedragen; |
c. | de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 1 meter, tenzij op de perceelsgrens wordt gebouwd; |
d. | de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 50 m² bedragen; |
e. | de maximale bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 6 meter bedragen, in geval van een doorgetrokken dakvlak van het hoofdgebouw. In alle andere gevallen mag de maximale bouwhoogte niet meer bedragen dan de maximale goothoogte; |
f. | de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 respectievelijk 5 meter bedragen. |
9.2.4 | Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: |
a. | de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen; |
b. | de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen. |
9.3 | Nadere eisen |
9.3.1 | Ter uitvoering en met inachtneming van het bepaalde in 9.2 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels – mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad – nadere eisen te stellen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (bebouwings- en verkavelingkarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op: |
a. | de situering van nieuw op te richten bebouwing; |
b. | de nokrichting van de kappen van gebouwen. |