Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Groene Zoom
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1892.BpGroeneZoom-Oh01

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

 
6.1
Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
een kinderboerderij;
  
 
met daarbij behorend(e):
b.
wegen en paden;
c.
parkeervoorzieningen;
d.
voorzieningen van openbaar nut;
e.
groenvoorzieningen;
f.
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
g.
tuinen, erven en terreinen;
h.
speelvoorzieningen en toestellen.
 
6.2
Bouwregels
6.2.1
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
b.
ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte van een gebouw niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
c.
ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)’ mag het bebouwingspercentage niet meer dan het aangegeven percentage bedragen.
  
6.2.2
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
de hoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw mag niet meer dan 1 meter bedragen;
b.
de
hoogte van erfafscheidingen achter de naar de weg toegekeerde gevel van het hoofdgebouw mag niet meer dan 2 meter bedragen;
c.
de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
 
6.3
Nadere eisen
6.3.1
Ter uitvoering en met inachtneming van het bepaalde in 6.2 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels – mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad – nadere eisen te stellen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (bebouwings- en verkavelingkarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
a.
de situering van nieuw op te richten bebouwing;
b.
de nokrichting van de kappen van gebouwen.
 
6.4
Afwijken van de bouwregels
6.4.1
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
a.
het bepaalde in 6.2.1 onder b en toestaan dat de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken wordt vergroot met niet meer dan 1 meter.
  
6.4.2
De in 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a.
het stedenbouwkundig beeld;
b.
de woonsituatie;
c.
de verkeersveiligheid;
d.
de bescherming van de groenstructuur;
e.
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.