Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Groene Zoom
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1892.BpGroeneZoom-Oh01

Artikel 16 Leiding - Gas

 
16.1
Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 30 inch en een druk van ten hoogste 66 bar.
 
16.2
Bouwregels
16.2.1
Ten behoeve van de bestemming ‘Leiding - Gas’ mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter.
  
16.2.2
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
 
16.3
Afwijking van de bouwregels
 
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.2 en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens te beslissen op een aanvraag als bedoeld in dit artikel, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
 
16.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in gronden ter plaatse van de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
a.
het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
b.
het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
c.
het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
d.
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
e.
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
f.
het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
g.
het permanent opslaan van goederen.
  
16.4.2
Het verbod als bedoeld in 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a.
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
b.
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c.
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een afwijking is verleend, zoals bedoeld in 16.3 van dit artikel.
  
16.4.3
De in 16.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, voor zover het leidingbelang door de werken of werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in 16.4.1, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.