direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene aanduidingsregels
Plan: Esse-Kleinpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpEsseKleinpolder-Va01

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels

23.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
23.1.1

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de vrije windvang en het zicht op de molen als landschapsbepalend element.

23.1.2

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuwe bouwwerken en beplanting op de in 23.1.1 bedoelde gronden:

a.     tot 100 meter uit de middelpunt van de molen niet meer bedragen dan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen waartoe de molenbiotoop behoort;

b.    tussen 100 meter en 400 meter uit de middelpunt van de molen: de maximale hoogte zoals die mogelijk is op grond van de onderstaande berekening:

Hx = X/30 + z

Daarbij zijn de variabelen als volgt gedefinieerd:

·         Hx = toegestane hoogte NAP van een bouwwerk op afstand x

·         X = afstand van het bouwwerk tot de betreffende molen;

·         z = de hoogte NAP van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de betreffende molen;

een en ander met dien verstande, dat de ingevolge de onderliggende bestemming maximaal toegestane hoogte NAP niet mag worden overschreden.

23.1.3

In afwijking van het bepaalde in 23.1.2 geldt dat, voor zover de bouwhoogte van een bestaand bouwwerk hoger is dan op grond van het bepaalde onder a of b is toegestaan, de bouwhoogte van vervangende nieuwbouw bouwwerk dat wordt gebouwd ter plaatse van het bestaande bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het bestaande bouwwerk.

23.1.4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 23.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van desbetreffende afdeling van de provincie.

23.1.5

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

·         het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;

·         het ophogen van gronden.

23.1.6 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van artikel 23 lid 1.5 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

·         reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;

·         noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend;

·         het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting die als zij volgroeid is, niet hoger zijn dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte NAP van de gebouwen op het zelfde bouwperceel zoals in dit plan onder artikel 23.1.2 is toegestaan of dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van de betreffende molen.

23.1.7 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de belangen van de molen als werktuig (vrije windvang) en als beeldbepalend element ( vrij zicht op de molen).

Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de provincie over de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan het huidige en / of toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en / of de waarde van de molen als beeldbepalend cultuurhistorische waardevol element onevenredig in gevaar brengen of kunnen brengen.

23.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
23.2.1 Bouwregels

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is binnen de bestemming 'Wonen', 'Maatschappelijk en 'Kantoor' de vestiging van functies of objecten voor een zeer kwetsbare groepen niet toegestaan, behoudens waar het betreft bestaande vestigingen van functies of objecten voor zeer kwetsbare groepen.

23.2.2 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.2.1 voor de vestiging van 'zeer kwetsbare groepen' binnen de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', indien:

  • a. voorzien wordt in voldoende bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen voor de brandweer;
  • b. voorzien wordt in verschillende aanrijdroutes (keuze route is afhankelijk van windrichting);
  • c. voorzien wordt in voldoende mogelijkheden voor ontvluchting van objecten;
  • d. voorzien wordt in een goede ontvluchting door optimale inrichting/ontsluiting van de openbare ruimte;
  • e. in het bouwplan voorzien wordt in een centrale afgrendeling van het circulatiesysteem of andere maatregelen aan nieuwe gebouwen of specifieke bestaande gebouwen die veel mensen huisvesten om de schuilmogelijkheden in geval van een toxisch gas te vergroten;

met dien verstande dat:

  • f. voldoende aandacht is voor risicocommunicatie en het voorbereiden/oefenen van bewoners/werknemers op het handelen bij een calamiteit.
  • g. een omgevingsvergunning niet eerder wordt verleend dan nadat een advies van de brandweer is verkregen.