direct naar inhoud van Artikel 25 Veiligheidszone - bevi - risicozone
Plan: Zuidplas West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00201-On02

Artikel 25 Veiligheidszone - bevi - risicozone

25.1 Veiligheidszone

De gronden binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi - risicozone' zijn – naast de voor die gronden van toepassing zijnde basisbestemming en andere dubbelbestemmingen – tevens aangewezen om:

  • de vestiging van bijzonder kwetsbare objecten tegen te gaan;
  • (beperkt) kwetsbare objecten aan het plaatsgebonden risico te toetsen;
  • een toename van het groepsrisico beperkt te houden.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Algemeen

Milieugevoelige nieuwe bijzonder kwetsbare objecten zijn, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, niet toegestaan op de gronden met de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone – Bevi - risicozone'.

25.2.2 Bijzonder

Nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten, niet zijnde bijzonder kwetsbare objecten, mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, slechts worden gerealiseerd na het toetsen aan het plaatsgebonden risico en het verantwoorden van het groepsrisico.

25.3 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend, het gebruik van (beperkt) kwetsbare objecten als bijzonder kwetsbare objecten.

25.4 Wijziging - 'veiligheidszone bevi risicozone'
25.4.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) het plan te wijzigen, door de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone – bevi - risicozone' te verkleinen of te verwijderen.

25.4.2 Verwijdering zone

De zone mag alleen worden verwijderd als de externe veiligheid (EV) relevante inrichting als zodanig blijvend is beëindigd.

25.4.3 Verkleining zone

De zone mag alleen worden verkleind:

  • a. als door risicoreducerende maatregelen of veranderingen in de gesteldheid van de omgeving het risico zodanig verandert dat het de veiligheidszone niet meer de werkelijke situatie representeert of zal representeren;
  • b. om de risicozone met de nieuwe werkelijke situatie in overeenstemming te brengen;
  • c. als uit onderzoek blijkt dat na aanpassing van de zone, vanwege de externe veiligheid (EV) relevante inrichting, geen significante toename van het groepsrisico kan optreden door (beperkt) kwetsbare objecten die gerealiseerd kunnen worden door verkleining van de zone.

25.4.4 Advies

Alvorens toepassing te geven aan de bepaling 25.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Milieudienst Midden Holland.