direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer - Wegverkeer 3
Plan: Zuidplas West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00201-On02

Artikel 10 Verkeer - Wegverkeer 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. bermen en groenvoorzieningen;
  • e. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. (ondergrondse) afvalverzamelingspunten;
  • h. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • i. geluidwerende voorzieningen en geluidsreducerende maatregelen;
  • j. verbindingen ten behoeve van het wegverkeer (bruggen) en overige kunstwerken en kleinschalige infrastructurele voorzieningen;

alsmede ook voor:

  • k. de aanleg en instandhouding van een langzaamverkeersverbinding (het Kreekrugpad) binnen het vlak met de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer – kreekrugzone';
  • l. de aanleg en instandhouding van een langzaamverkeersverbinding binnen het vlak met de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer – langzaamverkeersroute indicatief'.
  • m. een reserveringszone ten behoeve van de aanleg en instandhouding van een (kruisende) hoogwaardig openbaar vervoerlijn met de daarbij behorende infrastructurele voorzieningen al dan niet in combinatie met een fietsvoorziening, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer – hov reserveringszone';
  • n. een reserveringszone ten behoeve van de aanleg en instandhouding van een (kruisende) (regionale) gebiedsontsluitingsweg met maximaal 2 x 1 rijstrook, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer – reserveringszone regionale infrastructuur';
  • o. een reserveringszone voor de aanleg, inrichting en instandhouding van een (kruisende) ecologische verbindingszone met de daarbij behorende voorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'ecologische verbindingszone';

met de daarbij behorende:

  • p. verhardingen;
  • q. bermen, bermsloten en greppels;
  • r. beplanting en overig groen;
  • s. dammen en/of duikers;
  • t. straatmeubilair;
  • u. werken en werkzaamheden, bruggen, tunnels, viaducten, overkluizingen en andere kunstwerken;
  • v. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • w. werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van geleiding, beveiliging, signalering en regeling van het verkeer;
  • x. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

10.2 Dubbelbestemmingen

De voor 'Verkeer – Wegverkeer 3' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding – Gas 1' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding als bedoeld in artikel 18;
  • b. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding – Gas 3' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding als bedoeld in artikel 19;
  • c. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding – Rivierwatertransport' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse watertransportleiding als bedoeld in artikel 20;
  • d. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 21;
  • e. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' de bescherming en veiligstelling van de waterkering als bedoeld in artikel 22;
  • f. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterloop' de bescherming en instandhouding van de watergang als bedoeld in artikel 23.

10.3 Inrichtingsregel

Bij de inrichting van de ecologische zone in het vlak met de functieaanduiding 'ecologische verbindingszone' wordt rekening gehouden met de eisen vanuit het provinciaal beleid ten aanzien van de inrichting van de ecologische verbindingszones.

10.4 Bouwregels
10.4.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 10.4.1 tot en met 10.4.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

10.4.2 Gebouwen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 25 m².

10.4.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen lichtmasten, informatieborden, wegwijzers, verkeerstekens en –regelinstallaties, schakelkasten, straatmeubilair, kunstwerken en (beeldende) kunstobjecten;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor:
    • 1. wegwijzers, verkeerstekens, verkeerssignalering en verkeersregelinstallaties, kunstwerken en overige infrastructurele voorzieningen maximaal 15 meter;
    • 2. kunstobjecten maximaal 10 meter;
    • 3. geluidwerende en geluidreducerende voorzieningen maximaal 6 meter;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde verlichting c.q. (licht)-masten, maximaal 5 meter..

10.5 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
  • d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).