Plan: | Zuidplas Noord |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BP00200-On02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle;
de kaart behorende bij het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' met tekeningnummer 08BROBO057;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze re-gels, bepalingen worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van een ambachtelijk bedrijf of ambachte-lijk bedrijfsactiviteiten, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebou-wen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
:
het in een woning (met inbegrip van aanbouwen en bijgebouwen) beroepsmatig verlenen van dien-sten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, waaronder tevens begrepen de beroepen van schoonheidsspecialist(e), mani- en/of pedicure en kapper, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt;
een blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw (door de vorm) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architecto-nisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woningen en waarin een ge-deelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer;
een bouwwerk of container, al dan niet ondergronds, welke dient voor de inzameling van afval als-mede goederen die na bewerking voor wedergebruik in aanmerking komen;
een bedrijf dat geheel of overwegend gericht is op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het fokken of houden van dieren;
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan bebouwing met een hoofdgebouw of bij elkaar behorende gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toege-staan;
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een tech-niekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden;
de aan een gebouw toegekende waarde gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik eventueel in samenhang met de omge-ving;
kunstmatige belichting van gewassen, gericht op de beïnvloeding van het groeiproces van de gewassen, waarvan het elektrische vermogen op enig moment meer bedraagt dan 20 W/m2;
het midden van de verhardingsstrook, dan wel bij een onverharde weg het midden van de door het verkeer gebruikte strook;
een bestemming die samenvalt met een of meer op dezelfde gronden liggende dubbelbestemming;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het percentage van de voor de desbetreffende bestemming aangewezen gronden, dat per bouwvlak en/of bouwperceel mag worden bebouwd;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
een overnachtingaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf en het serveren van een ontbijt, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf . Hieronder wordt niet verstaan het overnachten, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, met inbegrip van een eventueel in dat gebouw ingebouwde bedrijfswoning;
een gebouw ten behoeve van de huisvesting van twee of meer bedrijven:
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de het college van burgemeester en wethouders of de raad vastgesteld plan;
objecten, niet zijnde een kwetsbaar of bijzonder kwetsbaar object bestemd voor regelmatig of vast verblijf van mensen;
bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet;
gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;
een aangegeven lijn die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.00200-On02 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met éénzelfde bestemming;
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;
het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van de kelder, onderbouw, zolder en vliering;
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoop-vloerop-pervlak van minimaal 1.000 m² waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf-producten uit voor-raad aan zowel vakman als particulier op basis van zelfbediening wordt aangeboden;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop (primair) hoofd-gebouwen zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een vaste (of beweegbare) verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water gescheiden zijn;
de totale vloeroppervlakte van horecagelegenheden, kantoren, winkels, bedrijven of instellingen met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur, en dergelijke;
een kwetsbaar object zijnde:
een zelfstandig, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaal-accommodatie voorkomend horecabedrijf, niet zijnde een discotheek/bar-dancing, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische drank voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van maaltijden (daaraan) ondergeschikt is;
een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van al dan niet voor gebruik ter plaatse bereide etenswaren, en waarbij het verstrekken van niet-alcoholische en licht-alcoholische dranken (daaraan) ondergeschikt is;
een permanent ter plaatse aanwezig bouwvergunningplichtig recreatieverblijf, niet zijnde een kampeermiddel, dat naar de aard en inrichting is bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden be-woond;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
voorzieningen ten behoeve van vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
wegen die op basis van het verkeersbesluit zijn aangewezen voor lokaal gebruik waar het verkeer met maximaal 30 km/uur mag voortbewegen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan perso-nen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aan-wending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:
licht uit of scherm volledig dicht (het doek moet minimaal een 98 % afschermingsniveau realiseren):
een op het water drijvende constructie met daarin een woning, door middel van een vaste constructie verbonden aan de grond, zodanig dat er sprake is van een bouwvergunning-plichtig bouwwerk;
een gesloten constructie onder een weg, spoorweg kade, dijk enzovoorts ten behoeve van het afvoeren van water;
waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organis-men en hun milieu;
een civieltechnische installatie of installatie in/of onder de infrastructuur die een functie ten behoeve van de natuur vervult;
Energie Prestatie op Locatie: maat voor de energieverbruik op wijk/terreinniveau/glas (cluster-aanpak) binnen dit plan. Wordt toegepast voor wijken van meer dan 200 woningen (of equivalenten) alsmede voor het glastuinbouwbedrijvenlandschap (clusterbenadering). Hoe hoger hoe meer duurzaam. De EPL is maximaal 10 wat wil zeggen dat de wijk volledig in de eigen energiebehoefte kan voorzien;
Energie Prestatie Norm: maat voor de energiezuinigheid van nieuwbouw. Deze is opgenomen in het Bouwbesluit. Het kabinet heeft tot 2011 een aantal aanscherpingen voor verschillende gebouwtypen aangekondigd. Hoe lager hoe meer duurzaam;
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst;
publieke gebeurtenissen, met name op het gebied van kunst, sport en cultuur, ontspanning en ver-maak;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving;
een vorm van grondgebonden landbouw, zoals beweiding in lage veebezetting en de verbouw van akkerbouwproducten, in hoofdzaak gericht op de instandhouding en/of vergroting van de natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers;
een ruimtelijke situatie waar activiteiten plaatsvinden of mogelijk worden gemaakt op daartoe bestemde gronden die voor de gebruikers van de ruimte buiten die gronden een specifiek risico inhoudt. Het specifieke risico betreft een bepaalde overlijdenskans die de gebruikers afzonder-lijk lopen door de gevolgen van het vrijkomen van een gevaarlijke stof bij een ongeval met de betreffende activiteit, als mede de kans dat een groep van bepaalde omvang onder de gebruikers in één keer tegelijk dodelijk wordt getroffen door het bedoelde ongeval. Beide kansen hebben betrekking op het direct of op korte termijn overlijden door de effecten die worden veroorzaakt door bij het ongeval vrijkomende gevaarlijke stof. De bedoelde overlijdingskans die de gebruikers afzonderlijk lopen is het Plaatsgebonden risico (PR). De kans dat een groep burgers in één keer wordt getroffen heeft betrekking op het Groepsrisico;
een bedrijf, dat in overeenstemming met bijlage 2 t/m 4 van dit bestemmingsplan (Lijst van bedrijfsactiviteiten) is aangewezen en die één van de volgende installaties onder a tot en met f gebruikt:
of is opgenomen in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi);
bijzondere vorm van wegdekasfaltverharding die de vorm en textuur van klinkers heeft maar goede geluidabsorberende eigenschappen bezit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden om-sloten ruimte vormt;
gebouw ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het tele-communicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer;
het gebruiken, doen en laten gebruiken;
bovenste afdeklaag van een verkeersweg die door haar structuur specifieke geluidabsorberende effecten teweeg brengt;
de geluidsbelasting in Lden(zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en bepaald conform de Wet geluidhinder) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluid;
fysieke en niet-fysieke maatregelen gericht op het reduceren van de geluidsbelasting vanwege industrie-, bedrijfs- of wegverkeerslawaai op geluidgevoelige objecten, of maatregelen die daar niet specifiek op zijn gericht zijn, doch wel tevens een geluidsreducerende uitwerking hebben, zoals bijvoorbeeld verkeersmaatregelen, het aanbrengen van geluidsarm asfalt, geluidswallen of -schermen of de aanleg van nieuwe wegen elders die tot gevolg hebben dat de verkeers- en geluidsbelasting afneemt;
een inrichting, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (stb. 1993, nr. 50), bij welke ingevolge van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Gebouw: maatlat waarmee gebouwontwerpen op kwaliteitsthema's energie, materialen, water, gezondheid, woonkwaliteit en afval worden beoordeeld met rapportcijfers (maximaal dus 10);
een kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende be-stemmingsplan toelaatbaar is maar dat in de feitelijke situatie nog niet aanwezig is en waarvoor nog geen bouwvergunning is aangevraagd of afgegeven;
een bijzonder kwetsbaar object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is maar dat in de feitelijke situatie nog niet aanwezig is en waarvoor nog geen bouwvergunning is aangevraagd of afgegeven;
woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijgebouw verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd;
een kassysteem, waarbij 's-zomers bij kaskoeling vrijkomende warmte, in de winter gebruikt wordt voor kasverwarming. Door het sluiten van de kas wordt meer condenswater opgevangen dat gebruikt kan worden bij de gietwaterbereiding;
bebouwing welke wordt gekenmerkt door aaneen gebouwde hoofdgebouwen;
een gebonden verharding zoals asfalt en gestort beton, niet bestaande uit afzonderlijk opneembare elementen (klinkers, betonplaten, grind);
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
verlichting die bedrijven hebben geïnstalleerd om hun gebouwen aan te lichten en/of reclame voor het bedrijf te maken;
geeft de geluidisolatie van de gevel van een woning weer;
een waterbak voor de opslag van gietwater ten behoeve van agrarische activiteiten;
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van tuinbouwgewassen en/of de teelt van siergewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
een woning, niet zijnde een gestapelde woning, die direct grenst aan en toegankelijk is vanaf de weg;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verko-pen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan bedrijven of instellin-gen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming aanwen-den;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van maximaal twee aaneengebouwde woningen;
:
een bedrijf dat bedrijfsmatig goederen ten verkoop uitstalt, te koop aanbiedt, verkoopt of levert;
geluidgevoelige functies en of objecten van verblijfsrecreatie;
geluidgevoelig gebouw;
hindergevoelige gebouwen en/of hindergevoelige functies:
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval is vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder voor of bij vaststelling van het plan;
een gebouw, dat gezien zijn bestemming en gebruik, dan wel door zijn vorm, constructie en afmetingen, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
het bedrijfsmatige verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies;
een bedrijf, dat in zijn algemeenheid is gericht op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Daarbinnen worden in dit bestemmingsplan de volgende categorieën onderscheiden:
één persoon een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep van personen van beperkte omvang, die bij verblijf in een zelfstandige woning of een recreatiewoning de daar aanwezige essentiële woonvoorzieningen deelt;
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machi-naal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productietechnische bedrijven);
vormen van recreatie die niet worden begrepen onder 'extensieve recreatie';
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren, zoals rundveemesterij (met uitzondering van vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelshouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfs-vormen;
een auto, waarin voorzieningen zijn getroffen voor dag- en nachtverblijf;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een verblijflokaal als ondergeschikt onderdeel van een bedrijf waar dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en verstrekt;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel han-delingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in recht-streekse aanraking met het publiek;
een gebouw dat blijkens aard, indeling en inrichting geschikt en bestemd is voor of overwegend voor kantoren;
een bedrijf met een productieruimte, assemblageruimte, showroom en dergelijke, gecombineerd met een kantoorruimte als niet-zelfstandig onderdeel van het bedrijf en waarbij de kantoorruimte maximaal 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte uitmaakt;
een gebouw, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak grotendeels bestaan uit een permanente opstand glas of ander licht-doorlatend kunststofmateriaal, kunststof, zoals bedoeld in het Besluit Glastuinbouw; of een andere besloten ruimte, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
een als één eenheid uit te geven en te gebruiken perceel grond;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 meter boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel gelegen is;
het tegen vergoeding aanbieden van verzorging, onderdak en begeleiding aan minderjarigen door anderen dan de eigen ouders, pleeg- of stiefouders, te onderscheiden in:
een binnen het verblijfsgebied gelegen gebouw van beperkte omvang dat bedoeld is om de verblijfsfunctie te veraangenamen door het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van produc-ten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, versnaperingen, niet-alcoholische en licht-alcoholische dranken alsmede rookwaren;
bedrijfsactiviteiten, die door hun beperkte omvang in of bij een woonhuis kunnen worden uitgeoefend met behoud van de woonfunctie, waarbij deze bedrijvigheid voor wat betreft de maximaal te veroorzaken hinder vergelijkbaar is met de opgenomen categorieën 1 bedrijven in de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze regels;
voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, speelweiden, ob-servatiepunten, informatieborden en banken;
een civieltechnische constructie of installatie in de infrastructuur die een of meer functies vervult;
een complex van relatiestelsels, tezamen een herkenbaar deel aardoppervlak vormend, dat gemaakt is en in stand gehouden wordt door de wederzijdse beïnvloeding van levende en niet-levende natuur alsmede de wisselwerking met de mens;
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals die lijst is opgenomen in bijlage 2, bijlage 3 en bijlage 4 behorende bij deze regels;
voorzieningen op het gebied van:
alsook,
het bieden van zorg aan een familielid die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband en commercieel verband;
omvat alle vormen van grondgebruik waarbij meerdere functies tezamen één kavel delen en er sprake is van het intensiveren van functies, combinatie van functies en functies in de hoogte en ondergrond;
een glastuinbouwbedrijf dat valt onder de Wet milieubeheer maar meldingsplichtig is en valt onder het Besluit Glastuinbouw;
de beïnvloeding van de fysieke omgeving door het veroorzaken van lawaai, stank, hinder en/of door de uitworp van schadelijk (afval-)stoffen daarin;
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlagen bij deze voorschriften opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten;
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies (o.a. bedrijven) op te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies (o.a. woningen) zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt;
maatregelen om de nadelige gevolgen van de voorgenomen activiteit voor het milieu te voorkomen of te beperken;
een bedrijf dat geheel of gedeeltelijk is gericht op het bewerken of verwerken van grondstoffen;
een verbinding voor het verkeer onder een weg of spoorlijn niet zijnde een viaduct of brug aan weerszijden begrensd door een grondlichaam, bestaande uit een (betonnen) bovenbouw en eventueel een (betonnen) onderbouw;
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden referentie-maaiveld;
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uit-breiding van het oppervlak;
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
de gronden die voor eenieder toegankelijk zijn en die in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij een overheidsinstelling;
rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van de daarbij behorende voorzieningen van algemeen nut, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en voorzien van ten hoogste twee wanden;
:
een gesloten constructie onder een weg, spoorweg, kade, dijk enzovoort ten behoeve van een andere weg of voor het beschermen van en geleiden van kruisende kabels en leidingen;
elk al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;
bebouwing (woning) in een bouwlaag met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnenhof, gevormd door de zijmuren van naburige dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige ge-bouwen;
grens van een perceel;
detailhandel in goederen, waarvoor vanwege de omvang en aard van het gevoerde assortiment een groot oppervlak nodig is voor de uitstalling daarvan (en uit dien hoofde niet binnen de in de gemeente in het kader van haar ruimtelijke ordening aangewezen c.q. aan te wijzen winkelconcen-tratiegebieden gevestigd kunnen worden);
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;
:
fijn stof met een deeltjesgrootte > 10 µm;
detailhandel in goederen, die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
bouwwerk of werk opgericht en/of in stand gehouden met het doel te functioneren als of als drager van reclame-uitingen;
vormen van recreatie (zoals wandelen en fietsen) waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, doch in hoofdzaak kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn;
bewoning gedurende een gedeelte van het kalenderjaar in het kader van de weekend- en/of ver-blijfsrecreatie door een huishouden dat zijn hoofdverblijf elders heeft;
een kampeermiddel, stacaravan of recreatiewoning;
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van gelegenheid voor vrijetijdsbesteding en ontspanning;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen caravanbouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
een richtwaarde als bedoeld in artikel 5.1. derde lid van het besluit externe veiligheid inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico;
gebied rond een risicobron (externe veiligheid relevant) waarin geen bijzonder kwetsbare bestemmingen gerealiseerd mogen worden en waar de omvang van het groepsrisico vanwege een ruimtelijk besluit moet worden bepaald en verantwoord;
gebied rond een risicobron (externe veiligheid relevant) waar de omvang van het Groepsrisico vanwege een ruimtelijk besluit moet worden bepaald en verantwoord;
wordt gevormd door de evenwichtige samenhang tussen (openbare)ruimte en gebouwde elementen;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een speeltoestel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen;
een kampeermiddel geplaatst op een standplaats in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstand als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met steden-bouwkundige elementen, zoals situatie en infrastructuur alsmede de ligging van bouw-werken in dat gebied;
het beeld dat wordt opgeroepen door het samengaan van gebouwde elementen, beplantingsele-menten en onbebouwde ruimten;
openbare voorzieningen van geringe afmetingen, zoals banken, bloem- en plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting, wegbebakening en -bewijzering en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in hoofdzaak uit textiel of uit andere daarmee gelijk te stellen materialen vervaardigd onderko-men voor dag- en nachtverblijf, dat makkelijk is op te vouwen;
een gebouw ten behoeve van opslagdoeleinden;
een agrarisch bedrijf, gericht op het telen, kweken en verzorgen van groenten, fruit, tuin- en kasvruchten, sierteeltgewassen of tuinbouwzaden. Het handelen in tuin- en kasvruchten, sierteeltgewassen of tuinbouwzaden voor zover het een ondergeschikt onderdeel vormt van de bedrijfsvoering, is hier mede onder begrepen;
een detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekt verkoop-vloerop-pervlak, waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden;
Vier typen tuincentra
Het tuincentrum kan onderverdeeld worden in 4 typen tuincentra. Elk van de types heeft naast het basisassortiment van levende en 'dode' huis- en tuingerelateerde artikelen een nevenaanbod in producten en diensten waarvan de grenzen worden bepaald door het type tuincentra, daarnaast gelden bij elk type tuincentrum specifieke kenmerken met betrekking tot oppervlakte, doelgroep, het aanbod van recreatiefaciliteiten, de omgeving etc.. De vier typen tuincentra, kunnen op de volgende wijze worden omschreven:
Type I
Dit type tuincentrum betreft het traditionele tuincentrum, vanuit de kwekerij begonnen men de verkoop van planten, potten, aarde en bemestingsstoffen. Vaak is er nog daadwerkelijk sprake van een kwekerij bij het tuincentrum, maar soms is inmiddels de kwekerijfunctie verdwenen. De nadruk ligt nog wel sterk op het aspect groen.
Accenten:
Type II
Dit type tuincentrum is veelal gelegen aan de rand van het dorp of de stad en is sterk op die kern gericht. Het assortiment heeft zich in de loop der jaren uitgebreid naar alles wat met de tuin te maken heeft, waarbij de tuin vaak gezien wordt als verlengstuk van de woonkamer. De nadruk ligt op de tuin en verkoop van alles wat daarmee te maken heeft.
Accenten:
Type III
Bij dit type tuincentrum wordt de combinatie van binnen- en buitenleven veel verder doorgevoerd dan in het traditionele tuincentrum. Er wordt sterk ingespeeld op woontrends en het onderscheid tussen "binnentuin" en "buitenkamer" is steeds minder goed te maken. De nadruk ligt op alles verkoop van alles wat met leven in en om het huis te maken heeft.
Accenten:
Type IV
Dit type tuincentrum zal naast de verkoop vooral moeten voorzien in de behoefte van consumenten aan vermaak en beleving. Het gaat hier om een zeer grootschalige detailhandelsvestiging met een regionaal tot landelijk verzorgingsgebied met ruimte voor vestiging in thema/leisure voorzieningen voor huis, tuin en buitenleven, met verkoop van producten in combinatie met het gebruik van de producten als vermaak.
Accenten:
vormen van recreatie die gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf;
de bouwlaag, respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn;
een glastuinbouwbedrijf dat valt onder artikel 8.1 van de Wet Milieubeheer;
alle bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die een functie hebben ten behoeve van een veilige en efficiënte verkeersafwikkeling, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeersborden, ver-keerslichteninstallaties en bewegwijzeringborden en -portalen;
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een (direct bereden) vast verbinding voor het verkeer tussen twee punten die gescheiden zijn door een weg. spoorlijn en/of terreininsnijding;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel (buitenmuur) van een hoofdgebouw;
de lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, alsmede ten behoeve van wa-terhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen een (riool)gemaal;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het besluit geluidhinder;
een woning die hoogstens door middel van de bijgebouwen met een andere woning verbonden is en waarvan geen van beide zijgevels in de zijdelingse perceelgrens staan;
een waterbak voor de opslag van water ten behoeve van agrarische activiteiten;
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhouds-paden daaronder mede verstaan;
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of werk, geen bouwwerk zijnde;
alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
een gebouw dat blijkens zijn aard en indeling dienstbaar is aan de uitoefening van detailhandel;
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden, bermen of zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling geschikt, bestemd en bedoeld is voor de huis-vesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend en hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of re-creatieverblijf;
een situatie waarbij, mede door de situering van om de woonfunctie liggende functies en bebouwing, in ieder geval sprake is van een redelijke daglichttoetreding, een redelijke mate van uitzicht en voldoende privacy, alsmede afwezigheid van hinder;
het wonen in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen alsmede kleinschalige bedrijfs- en dienstverleningsactiviteiten;
een weg die een zone heeft conform artikel 74 van de Wet geluidhinder.