Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Zuideinde 16 - 18 te Roelofarendsveen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBZUIDEINDE162011-VAS1

4.5 Bodem

In het kader van de planologische procedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Indien sprake is van een functiewijziging zal er een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd op de planlocatie. Door middel van dit onderzoek kan in beeld worden gebracht of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen. Een bodemonderzoek is gericht op bodembedreigende stoffen. Hiervoor dient er eerst naar de huidige functie van het plangebied te worden gekeken. Het bodemonderzoek moet namelijk de bodemkwaliteit vaststellen alvorens er activiteiten en werkzaamheden plaatsvinden in het kader van de beoogde ontwikkeling. Op deze wijze kan men bepalen of de bodemkwaliteit de nieuwe ontwikkeling toelaat.
 
In het kader van voorliggend plan zal het gebruik op de beoogde locatie aan het Zuideinde worden gewijzigd. Gelet op de aard van de functiewijziging is het uitvoeren van een bodemonderzoek noodzakelijk. De resultaten van het bodemonderzoek brengen in beeld op welke wijze en in welke omvang er eventueel sprake is van bodemverontreiniging op de betreffende locatie.
 
Door IDDS is een verkennend bodemonderzoek[1]  uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de locatie heterogeen licht tot sterk verontreinigd is met zware metalen en licht verontreinigd is met PAK. In de rapportage wordt geconcludeerd dat er ter plaatse sprake is van een ernstige bodemverontreiniging conform de Wet bodembescherming. Uitgaande van deze resultaten is sanering van de bodem noodzakelijk. Hiertoe is er een BUS-melding gedaan bij de provincie.
 
Er is ter plaatse gesaneerd, vanwege het voorgenomen gebruik als woningen en tuin. Hierover is een BUS-melding gedaan bij de provincie, die bij brief van 1 oktober 2010, kenmerk PZH-2010-217901115 met de melding heeft ingestemd. 
 
Conclusie
In het kader van de voorgenomen functiewijziging is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft er ter plaatse een sanering van de gronden plaatsgevonden. Uit het meest recente onderzoek blijkt dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit aan de normen voldoet die de beoogde ontwikkeling toelaat. Vanuit het aspect bodem bestaat geen bezwaar tegen de rechtmatige uitvoer van onderhavig plan.
 


[1] Verkennend Bodemonderzoek, IDDS, 17 juni 2010, kenmerk: 1004B966/DBI/rap1