Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Floraweg 84
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.PBKBFloraweg84-VAS1

4.4 Geluid

Regels omtrent geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Sinds het einde van de jaren zeventig vormt deze wet een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De Wet geluidhinder biedt onder andere geluidsgevoelige objecten bescherming tegen geluidhinder van wegverkeerlawaai, spoorweglawaai en industrielawaai. 
In de Wet geluidhinder worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh):
  • woningen;
  • geluidsgevoelige terreinen (terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan categorale en academische ziekenhuizen en verpleeghuizen, woonwagenstandplaatsen);
  • andere geluidsgevoelige gebouwen (onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen die zijn aangegeven in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh):
    • verzorgingstehuizen;
    • psychiatrische inrichtingen;
    • medisch centra;
    • poliklinieken;
    • medische kleuterdagverblijven.
Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro.
Anders dan de naam van de Wet geluidhinder misschien doet vermoeden worden niet alle milieugerichte geluidsaspecten in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
  • toestellen en geluidwerende voorzieningen;
  • industrielawaai;
  • wegverkeerslawaai;
  • spoorweglawaai;
  • geluidbelastingkaarten en actieplannen.
Voor onderhavig projectbesluit is alleen de geluidhinder die wordt veroorzaakt door het wegverkeer van belang. Met betrekking tot dit punt is in artikel 82 van de Wgh bepaald dat in principe de geluidsbelasting op woningen binnen een zone, de 48 dB niet mag overschrijden.  
Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure.
 
Conclusie
Onderhavig plan omvat de omzetting van een agrarische woning naar een burgerwoning en de uitbreiding van die woning. Een woning wordt in de Wet geluidhinder gezien als een gevoelige bestemming. Voor onderhavig plan is daarom een akoestisch onderzoek 1 uitgevoerd.
Het bouwplan “Uitbreiding woning Floraweg 84 te Roelofarendsveen” ligt in de geluidszone van de Floraweg. De geluidsbelasting van de gevel van de woning mag volgens de Wet geluidhinder ten hoogste 48 dB zijn, of 68 dB als deze hogere waarde wordt toegestaan door het bevoegd gezag. De hoogste berekende etmaalwaarde in de uitgangssituatie is 53 dB inclusief aftrek volgens artikel 110g van de Wet Geluidhinder. Dit betekent dat niet wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, echter de hogere grenswaarde van 68 dB wordt niet overschreden. Het wegverkeerslawaai is de enige bron van geluidsbelasting. Daardoor is de gecumuleerde geluidsbelasting automatisch gelijk aan de belasting door wegverkeerslawaai. Gelijktijdig met het besluit op het bestemmingsplan zal een besluit tot ontheffing hogere grenswaarden genomen moeten worden.