Op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het mogelijk om in afwijking van het vigerend bestemmingsplan een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Voorheen was dit eveneens mogelijk door middel van het nemen van een projectbesluit in het kader van de Wro. Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. In de Wabo (artikel 2.10, lid 2) is opgenomen dat afwijken van het vigerende bestemmingsplan mogelijk is door middel van een aanvraag om een omgevingsvergunning. Deze aanvraag moet worden gezien als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit bedoeld in artikel 2.1 eerste lid sub c van de Wabo. De Wabo stelt daarbij de eis dat de aanvraag omgevingsvergunning moet worden voorzien van een ruimtelijke onderbouwing.
Het ontwerpbesluit wordt met bijbehorende stukken 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder is hierdoor in de gelegenheid om een zienswijze in te dienen tegen het plan. De indieners van een zienswijze worden gehoord in de nota van beantwoording. Binnen zes maanden, inclusief de 6 weken durende ter inzage legging van het besluit, dient het besluit over de omgevingsvergunning door het college bekend te worden gemaakt.