5.4 Geluid
De mate waarin het geluid, bijvoorbeeld veroorzaakt door het wegverkeer, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder is sinds het einde van de jaren zeventig een belangrijk juridisch kader voor het Nederlandse geluidsbeleid. De kern van de wet is dat geluidsgevoelige bestemmingen, worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving ten gevolge van wegverkeer, spoorweg en industrie. De wet geluidhinder (Wgh en Bgh) kent de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:
- woningen;
- onderwijsgebouwen
- ziekenhuizen en verpleeghuizen
- verzorgingstehuizen
- psychiatrische inrichtingen
- kinderdagverblijven.
Het beschermen van bijvoorbeeld het woonmilieu gebeurd aan de hand van vastgestelde zoneringen. Door deze zoneringen is er sprake van een sterke link met de Wro. De naam 'Wet geluidhinder' doet vermoeden dat hier sprake is van een alles omvattende regelgeving, echter niet alle geluidsaspecten worden in de Wet geluidhinder geregeld. De belangrijkste onderdelen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn:
- Toestellen en geluidwerende voorzieningen;
- Industrielawaai;
- Wegverkeerslawaai;
- Spoorweglawaai;
- Geluidbelastingkaarten en actieplannen.
De meest voorkomende vorm van geluidhinder is degene die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Zo stelt de wet, dat in principe de geluidsbelasting op woningen niet de voorkeursgrenswaarde van 48 dB mag overschrijden. De voorkeursgrenswaarden is de waarde die zonder meer kan worden toegestaan. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen, met uitzondering van 30 km wegen, op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). Indien na akoestisch onderzoek blijkt dat de grenswaarden van de gevelbelasting worden overschreden dient er een ontheffing te worden verkregen via een hogere voorkeursgrenswaarde procedure. De maximale ontheffingswaarde voor nieuw te bouwen woningen in stedelijk gebied die nog niet zijn geprojecteerd is 63 dB.
Planspecifiek
Voor onderhavig plan geldt dat alle wegen in en rondom het plangebied 30 km/h wegen zijn. Vanuit de Wet geluidhinder bestaat er derhalve geen verplichting om akoestisch onderzoek voor verkeerslawaai uit te voeren.
Ten behoeve van een goede ruimtelijke onderbouwing is voor de 2 drukke wegen door het plangebied voor de volledigheid een akoestisch onderzoek uitgevoerd, zie bijlage
1. Het onderzoek toont aan dat er sprake is van een geluidbelasting op de gevels hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Een ontheffing Hogere Waarde is niet van toepassing omdat het, zoals hiervoor aangegeven, geen onderzoeksplichtige wegen in het kader van de Wet geluidhinder betreft.
In het onderzoek is desalniettemin beoordeeld of deze geluidbelasting gereduceerd kan worden door bron- of overdrachtsmaatregelen. Gezien de korte afstand tussen bron en gevel is een geluidwal geen realistische optie. Gezien de korte wegen, met wringend verkeer als gevolg, is geluidreducerend asfalt ook geen optie. Het rapport concludeert dat bij de bouwkundige uitwerking van de plannen rekening moet worden gehouden met deze hogere geluidsbelasting. Er zullen bij de uitwerking maatregelen getroffen worden om de gevels goed geluidwerend te maken zodat aan de eisen van het bouwbesluit wordt voldaan. Gezien de situering en de mogelijke bouwkundige maatregelen is, voor wat betreft het aspect verkeerslawaai, sprake van een verantwoord woon- en leefklimaat.
Ten aanzien van overige geluidhinder wordt verwezen naar paragraaf 5.2. In deze paragraaf is gemotiveerd hoe de functies in het plangebied op basis van de 'VNG'-richtlijn qua hinder ten opzichte van elkaar inpasbaar zijn. Hieronder valt ook industrielawaai. Voorts wordt vermeld dat de supermarkt inpandig wordt bevoorraad. Deze vorm van geluidhinder wordt dus maximaal beperkt.