Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPKERNENLR-VAS1

3.2 Provinciaal beleid

In juli 2010 zijn de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld door Provinciale Staten van de Provincie Zuid-Holland. Samen vormen deze drie documenten de 'Visie op Zuid-Holland'. Visie op Zuid-Holland is in de plaats gekomen van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. In de 'Visie op Zuid-Holland' beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda).

3.2.1 Provinciale structuurvisie

De kern van de Provinciale structuurvisie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door het realiseren van een samenhangend stedelijk netwerk en groenstructuur. Versterking van het stedelijk netwerk gaat uit van het intensief benutten van ruimte in bestaand bebouwd gebied door het ruimtegebruik op locaties en infrastructuur beter te benutten. Het provinciaal belang richt zich op de ambities:
  • Bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming (knopen- en locatiebeleid);
  • Stedelijke detailhandelstructuur versterken;
  • Culturele en toeristische voorzieningen versterken (stedelijk).
Naast het bieden van ruimte aan en het ordenen van functies richt de visie zich nadrukkelijk ook op de ruimtelijke kwaliteiten. Dit komt tot uitdrukking in de provinciale belangen. Deze hebben zowel betrekking op functionele als kwalitatieve aspecten. Deze aspecten worden in beeld gebracht op een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Op de kwaliteitskaart staan daarnaast zowel de bestaande als gewenste kwaliteiten benoemd op een globale, regionale schaal.
 
Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie
Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Dit geldt ook buiten het stedelijk netwerk.
 
Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken.
 
Voorbeelden zijn de mix van wonen en werken en het combineren van logistieke bedrijven en kassen zoals in de Zuidplaspolder ontwikkeld worden. Herstructurering is een goede methode om functies te herschikken in het kader van intensivering van het stedelijk gebied. In sommige gevallen verandert op kleine schaal het ruimtegebruik, maar herstructurering betreft vooral functiebehoud. Wanneer overwegend sprake is van functieverandering maar deze veranderingen in het ruimtegebruik nog niet volledig duidelijk zijn, is er sprake van een transformatieopgave.
 
Planspecifiek
De volgende twee afbeeldingen tonen uitsneden van de functiekaart en de kwaliteitskaart uit de Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'.
 
Uitsnede functiekaart Provinciale structuurvisie
 
Uitsnede kwaliteitskaart Provinciale structuurvisie
 
De gronden van het plangebied zijn op de functie- en kwaliteitskaart grotendeels aangewezen als 'stads- en dorpsgebied' en als 'dorpskern', een kleinschalig stads- en dorpsgebied omgeven door landelijk gebied. Een stads- en dorpsgebied is een aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen. Daarnaast is een klein deel van het plangebied aangewezen als natuurgebied.
 
Voorliggend bestemmingsplan betreft bestaand stedelijk gebied en heeft overwegend een conserverend karakter. De ontwikkelingen die wel zijn opgenomen vinden plaats in het bestaand stedelijk gebied en passen goed binnen de aanwijzing van het plangebied als stads- en dorpsgebied.

3.2.2 Verordening Ruimte

De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'. De Verordening Ruimte bevat tevens instructieregels die van belang zijn voor de gemeente bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. De verordening omvat in aanvulling op de structuurvisie toetsbare criteria van provinciaal belang waaraan planvorming moet voldoen. In de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen over bebouwingscontouren, agrarische bedrijven, kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel, waterkeringen, milieuzonering, lucht- en helihavens, molen- en landgoedbiotopen.
 
Planspecifiek
Het plangebied is grotendeels gelegen binnen bestaand stedelijk gebied. Vanuit de Verordening ruimte zijn daarom vooral de regels met betrekking tot de bebouwingscontouren van toepassing op dit bestemmingsplan.
 
Bebouwingscontouren
De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren, middels bebouwingscontouren. In de Verordening Ruimte zijn geen artikelen opgenomen die een uitspraak doen over bebouwing binnen de bebouwingscontour. Verstedelijking buiten deze ‘rode contour’ is in principe niet toegestaan. De bebouwingscontouren vormen een hard kader bij ontwikkelingen in de kernen. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. De bebouwingscontouren zijn getrokken om de kernen, rekeninghoudende met plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd en waarbinnen de woningbouwopgave tot 2020 kan worden geaccommodeerd. Op de volgende afbeelding zijn de bebouwingscontouren rondom de kernen Leimuiden en Rijnsaterwoude weergegeven.
 
 
Bebouwingscontouren
 
Binnen de bebouwingscontouren zijn er gebieden waar nog gebouwd kan worden en gebieden waar nog geen ontwikkelingsplannen voor zijn. Voor de kernen Leimuiden en Rijnsaterwoude hanteert de provincie voor de netto toevoeging van de woningvoorraad een norm van 50 procent binnen bestaand stads- en dorpsgebied 2010 en 50 procent buiten bestaand bebouwd gebied maar binnen de bebouwingscontour. Gezien de voorziene demografische ontwikkelingen is de provincie van mening dat deze bebouwingscontouren voldoende ruimte voor de opvang van stedelijke ontwikkelingen in de planperiode bieden.

3.2.3 Uitvoeringsagenda

In de Provinciale structuurvisie heeft de provincie Zuid-Holland haar doelstellingen en provinciale belangen beschreven. Doelstellingen die alleen gehaald kunnen worden als instrumenten, programma's en projecten in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. In de uitvoeringsagenda worden de meeste relevante uitvoeringsactiviteiten in beeld gebracht met als doel vanuit het daarmee gecreëerde overzicht invloed te kunnen uitoefenen op de samenhang van de diverse programma's en projecten. Daarmee worden de in de visie genoemde doelen en kwaliteiten dichterbij gebracht.
 
Planspecifiek
Op de volgende afbeelding is de kaart van de uitvoeringsagenda weergegeven.
 
Uitvoeringsagenda
 
Het plangebied is gelegen in een gebied dat op de kaart van de uitvoeringsagenda is aangewezen als het Hollands Plassengebied, een provinciaal landschap. Voor dit gebied geldt dat men het vitale en waardevolle landschap wil ontwikkelen en behouden. Daarnaast wil men in 2020 bestuurlijke samenwerking gerealiseerd hebben, een gezamenlijk investeringsprogramma hebben bepaald en moeten er diverse project uitgevoerd zijn. Voorliggend bestemmingsplan staat deze ontwikkelingen niet in de weg.