Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kernen Leimuiden-Rijnsaterwoude
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPKERNENLR-VAS1

Artikel 6 Centrum - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijk;
  2. cultuur en ontspanning;
  3. dienstverlening;
  4. kantoren zonder baliefunctie;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': voor detailhandel en kantoren met een baliefunctie;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': voor horeca in de categorieën 1, 2 en 3;
  7. voor wonen, al dan niet in combinatie met kamerbewoning en/of de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 80 m2;
met daaraan ondergeschikt:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen.
 

6.2 Bouwregels

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  3. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd indien de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' niet is opgenomen;
  4. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd, dan wel het aantal woningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  5. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  6. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding. 

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
  1. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  2. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd. Indien de bestaande afstand minder bedraagt dan 3 m, dan betreft de bestaande afstand de minimale afstand achter de voorgevellijn;
  3. de maximale goothoogte bedraagt 4 m;
  4. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 m;
  5. de minimale afstand tot de voorgevellijn bedraagt 3 m;
  6. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt 20 m2;
  7. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij grondgebonden woningen bedraagt 70 m2.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m mag bedragen;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
 

6.2.4 Overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende bepalingen:
  1. overkappingen mogen, achter de voorgevellijn, zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  2. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 m, met dien verstande dat de maximale oppervlakte 30 m² bedraagt.

6.2.5 Dakterrassen

Dakterrassen zijn niet toegestaan.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. geluidszoneringsplichtige en BEVI-inrichtingen;
  2. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  3. seksinrichtingen;
  4. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

6.4.1 Omgevingsvergunning bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6 lid 1 sub g  voor het gebruik van ruimten binnen de woning en op het erf voor aan-huis-verbonden (bedrijfs)activiteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van – bij elkaar geteld – de woning en de bijgebouwen, tot ten hoogste 50 m², mag worden gebruikt voor het aan- huis-verbonden bedrijf;
  2. degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd;
  4. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  5. voor de activiteit is geen omgevingsvergunning milieu benodigd;
  6. er mag geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de aan-huis-verbonden activiteit.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Centrum - 2' wijzigen in de bestemming 'Wonen' met in acht name van het volgende:
  1. de centrumbestemming in zijn geheel komt te vervallen;
  2. het bepaalde in Wonen is van overeenkomstige toepassing;
  3. bestaande bebouwingsmogelijkheden komen te vervallen;
  4. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  5. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad;
  6. het plan voorziet in voldoende watercompensatie dan wel in hetzelfde peilgebied voldoende compensatie plaatsvindt en dit in overleg gebeurd met het hoogheemraadschap van Rijnland (watertoets);
  7. dat het wijzigingsplan milieutechnisch aanvaardbaar is;
  8. dat het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar is;
  9. verhaal van gemeentelijke (plan-)kosten is zekergesteld;
  10. dat het wijzigingsplan niet gelegen is binnen de invloedsfeer van een BEVI-inrichting;
  11. dat het wijzigingsplan stedenbouwkundig inpasbaar is;
  12. dat het wijzigingsplan verkeerskundig inpasbaar is;
  13. gelegen binnen de provinciale bebouwingscontour;
  14. indien gelegen binnen LIB (art.24) slechts met ontheffing van ministerie.