3.4.1 Plattelandswoning
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd het plan te wijzigen ten einde de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' op te nemen, teneinde het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan, met inachtneming van het volgende:
- de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien de bedrijfswoning in gebruik is als burgerwoning en het bedrijf waartoe de bedrijfswoning behoort de bedrijfsactiviteiten niet heeft beëindigd;
- er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
- op het agrarisch bouwvlak ontstaat geen mogelijkheid voor een extra bedrijfswoning;
- de bouwregels voor een bedrijfswoning zoals opgenomen artikel 3 lid 2 blijven van toepassing op de plattelandswoning;