Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Geestweg en Floraweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPGEESTENFLORAWEG-VAS1

4.9 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
4.9.1 Financiële haalbaarheid duurzame glastuinbouw
In opdracht van gemeente Kaag en Braassem heeft Oranjewoud in april 2010 een rapport (bijlage 1) opgeleverd over de financiële haalbaarheid van duurzame glastuinbouw aan de Geestweg en Floraweg. In dit rapport stelt Oranjewoud de volgende vraag centraal: "Is duurzame glastuinbouw in het gebied Floraweg Geestweg financieel haalbaar en economisch uitvoerbaar?"
 
Scenario 1 en 2
Aan de hand van de gebiedsinventarisatie, de daaruit voortvloeiende SWOT-ananlyse, de marktsituatie en de grondprijzen en de keuze van het duurzaamheidsprincipe is een tweetal scenario's opgesteld en doorgerekend. De hierbij gehanteerde uitgangspunten zijn:
  • Vierkante kavels, in verband met een optimale bedrijfsvoering;
  • Kavelgrootte is tussen de 2 en de 4 hectare, dit is de minimale afmeting voor een modern glastuinbouwbedrijf;
  • Hoeveelheid oppervlaktewater in het gebied blijft behouden;
  • Bouwhoogte van 10 meter.
Scenario 1 (herstructurering) behelst een herstructurering met behoud van bestaande woonlinten terwijl scenario 2 (schone lei) uitgaat van een volledig nieuw glastuinbouwgebied. De herstructureringsscenario's kennen een nadelig saldo van 25 miljoen euro en respectievelijk 45 miljoen euro (exclusief kosten voor verwerving bedrijfsopstallen, aanleg water en aanleg duurzaamheidsmaatregelen). Gelet op deze hoge kostenposten voor de gemeente heeft Oranjewoud een derde scenario ontwikkeld.
 
Scenario 1b Passieve rol gemeente: enkel wijzigen bestemmingsplan
In deze variant wordt herstructurering door middel van toelatingsplanologie in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. De gemeente stelt een bestemmingplan op waarin de opmerkingen van de provincie en de Raad van State worden opgenomen en laat de uitvoering van het bestemmingsplan 'aan de markt'. De kosten voor verwerving, bouwrijp maken en inrichting van het gebied komen voor rekening van de tuinders of een andere partij. De totale kosten van deze variant verschillen niet van de variant waarin de gemeente een actieve rol speelt, alleen de verdeling van kosten is anders.

Oranjewoud stelt dat een groot nadeel bij de uitvoerbaarheid van deze variant de grote kans op versnippering is. Deze versnippering van de percelen staat mogelijkerwijs een duurzame bedrijfsvoering in het gebied in de weg. Daarnaast is sturen op een oplossing ten aanzien van de waterproblematiek lastig. Inmiddels blijkt dat er oplossingen zijn aan te dragen ten aanzien van de waterproblematiek. Stichting Molenkolk (Boskoop) kan de waterproblematiek collectief regelen middels een 'waterbank'. Idealiter ontstaan er geen versnipperde gronden, deze gronden zijn om meerdere economische redenen minder aantrekkelijk. Echter, de gronden zijn nu grotendeels in private handen. Het is onmogelijk om zonder grootschalige gebiedsprojecten vanuit de overheid versnippering tegen te gaan. Deze projecten zijn in scenario 1 en 2 beschreven en niet uitvoerbaar gebleken. 
 
Conclusie
Op basis van het onderzoek kan in elk geval met zekerheid geconcludeerd worden dat de toekomst voor glastuinbouw aan de Flora- en Geestweg in Roelofarendsveen zoals door Oranjewoud onderzocht uiterst breekbaar is. De variant 'Schone Lei' is op zichzelf financieel niet haalbaar. De kosten voor deze variant zijn, onder andere door de aankoop van de woningen, erg hoog. De variant herstructurering, welke uitgaat van zoveel als mogelijk behoud van de bestaande structuren en is het meest kansrijk. Echter ook deze variant is op zichzelf niet financieel haalbaar. Er kunnen vraagtekens bij de marktvraag, de technische uitvoerbaarheid en de praktische uitvoerbaarheid (langdurig proces en restkavels) en de mogelijkheid van oplossen van de 'waterproblematiek' worden gezet, maar deze variant is wel het meest realistisch. Met dit bestemmingsplan worden de randvoorwaarden gecreerd om invulling te geven aan de variant herstructurering nu de haalbaarheid op voorhand niet kan worden uitgesloten.
4.9.2 Economische uitvoerbaarheid
Plankosten
Het voorliggende bestemmingsplan gaat uit van het door Oranjewoud geformuleerde scenario 1b. Oranjewoud concludeert weliswaar dat zowel scenario 1 als scenario 2 niet haalbaar blijken. In vergelijking met elkaar blijkt scenario 1 echter het meest haalbaar te zijn. Door uit te gaan van scenario 1b draagt de gemeente enkel de kosten voor het voorliggende bestemmingsplan en de planbegeleiding. Deze begeleiding wordt terugverdiend middels de te incasseren leges bij uitbreiding van glastuinbouwbedrijven. Daarmee zijn de kosten voor de gemeente zeker gesteld.
 
Economische uitvoerbaarheid
Door toepassing van scenario 1b kunnen er langzaam ontwikkelingen plaatsvinden. Oranjewoud geeft aan dat met dit scenario :
  • de kans groot is dat percelen versnipperen, vanwege particulier opdrachtgeverschap, wat conflicteert met duurzame bedrijfsvoering;
  • een oplossing ten aanzien van de waterproblematiek nauwelijks mogelijk is.
De kosten voor dit scenario worden gemaakt door de markt. De gemeente schept hierbij enkel de kaders. Aangezien er twijfels bestaan over de daadwerkelijke vraag van de markt naar glastuinbouw op deze locatie, worden er met deze werkwijze geen risico's genomen met betrekking tot voorinvesteringen en dergelijke. Er wordt pas geïnvesteerd door de ondernemer als er vraag naar de ontwikkeling is. Daarbij zijn er met behulp van stichting Molenkolk en Rijnland (zie § 4.4 van de toelichting) oplossingen getroffen voor de waterproblematiek in het gebied. Nadeel is dat er kans is op versnipperde percelen als er onvoldoende regie wordt gevoerd op de watercompensatie, om die reden is de watercompensatie vergunningplichtig. Geaccepteerd moet worden dat het gebied, vanwege de historische groei, de veenondergrond en de daarmee samenhangende waterproblematiek, niet optimaal ingericht kan worden. Hierdoor ontstaan wel kansen voor het behoud van de huidige kwaliteiten.