4.7 Cultuurhistorie
Door recente wijzigingen in het Bro (Besluit ruimtelijke ordening) is sinds 1 januari 2012 het opnemen van een cultuurhistorische paragraaf verplicht. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.
Planspecifiek
De gronden gelegen binnen het plangebied hebben op basis van het laatste gemeentelijke archeologie beleid geen beschermingswaardige waarden er is dan ook geen beschermingsregeling voor archeologie opgenomen. Uiteraard geldt wel de reguliere zorgplicht uit de Monumentenwet. In het plangebied is ook geen waardevolle en behoudenswaardige bebouwing aanwezig. De verkavelingsstructuur van het veenweidegebied is cultuurhistorisch het meest waardevolle element. Voorliggend bestemmingsplan beschermd deze structuur ten dele. De ruimtelijke opgave vanuit de provinciale structuurvisie laat zich moeilijk verenigen met het volledige behoud en mogelijk herstel van deze structuur. In het plan is op beperkte wijze voorzien in het behoud door de hoofdwaterstructuur vast te leggen. Hiermee blijft het ordeningsprincipe en de ontwikkelingsgeschiedenis in tact en herkenbaar. Binnen deze beperkte ruimtelijke randvoorwaarden kan invulling gegeven worden aan de ruimtelijke opgave voor het gebied te weten het in standhouden en stimuleren van een toekomst gericht duurzaam glastuinbouwgebied.