Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Geestweg en Floraweg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPGEESTENFLORAWEG-VAS1

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen en erven;
  2. parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
  2. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan;
  3. de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen;
  4. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 10 meter bedragen;
  5. de inhoud van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 650 m3;
  6. de afstand van het hoofdgebouw tot aan de bedrijfsgebouwen, kassen en waterbassins dient ten minste 25 meter te bedragen.
7.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. aanbouwen en/of bij gebouwen mogen uitsluitend aan de achtergevel of zijgevel worden gebouwd;
  2. de voorgevel van een aanbouw of bijgebouw aan de zijkant van een hoofdgebouw moet tenminste 3 m naar achteren liggen ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  3. de maximale goothoogte van aanbouwen, bijgebouwen en andere bouwwerken mag niet meer dan 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m bedragen;
  4. de maximale bouwhoogte van aanbouwen, bijgebouwen en andere bouwwerken mag niet meer dan 6 m bedragen;
  5. de oppervlakte van aanbouwen of bijgebouwen mag per woning niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied met een maximum van  50 m2 ;
  6. de maximale afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de woning bedraagt 15 meter.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  1. de hoogte van terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan en buiten het bouwvlak, niet meer dan 1 m mag bedragen;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde in:
  1.  artikel 7 lid 2.1 sub f, ten einde een woning op minimaal 12,5 meter van een bedrijfsgebouw te realiseren met in acht name van het volgende:
    1. dit milieutechnisch inpasbaar is;
    2. het geen onevenredige belemmering van de naastgelegen bedrijfsvoering betekend;
    3. vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken milieudienst.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Algemeen
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  2. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  3. seksinrichtingen.
7.4.2 Aan huis verbonden beroep
Gebruik van ruimten binnen de woning ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van de woning tot ten hoogste 30 m² wordt gebruikt voor het aan-huis-verbonden beroep;
  2. degene die het aan-huis-verbonden beroep in de woning uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  3. door degene die het aan-huis-verbonden beroep uitoefent, kan worden aangetoond dat de uitoefening van het beroep geen extra parkeerruimte vereist binnen het openbaar gebied;
  4. voorzien is in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  5. er mag geen detailhandel, groothandel of horeca plaatsvinden.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
7.5.1 Ten behoeve van het omzetten van een burgerwoning naar een bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen, ter plaatse van de bestaande woning te wijzigen in Agrarisch - Glastuinbouw, mits:
  1. de nieuwe functie uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee brengt voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven.
7.5.2 Ten behoeve van het omzetten van een burgerwoning naar een plattelandswoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Wonen, ter plaatse van een voormalige bedrijfswoning te wijzigen en de nadere aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - plattelandswoning’ op te nemen, mits:
  1. er sprake is van een aanvaardbaar woon en leefklimaat;
  2. het voormalig bijbehorend glastuinbouwbedrijf aantoonbaar functioneert als volwaardig agrarisch bedrijf.