direct naar inhoud van Artikel 7 Monumentaal park
Plan: Leyenbroek-Vijverweg
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.18830000LeyenbrVijverw-

Artikel 7 Monumentaal park

7.1 Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A voor " monumentaal park" aangewezen gronden die op de plankaart A als zodanig zijn begrensd zijn mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de cultuurhistorisch en landschappelijk/ecologisch waardevolle elementen en patronen.

7.2 Bouwvoorschriften

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen niet toegestaan.

7.3 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2, voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften.

7.4 Aanlegvergunning
  • A. Het is verboden op of in de in lid 1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
  • a. het aanleggen, verharden of halfverharden van wegen, paden of parkeergelegenheden;
  • b. het ontginnen, het ophogen, het egaliseren, het bezanden, het mengwoelen;
  • c. het bodemverlagen;
  • d. het afgraven;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het vellen of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
  • B. Een aanlegvergunning als bedoeld onder A is niet vereist:
  • a. voor werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  • b. voor het rooien, vellen en/of beschadigen van houtgewas bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
  • c. voor zover op deze werken of werkzaamheden de Boswet of krachtens die Wet vastgestelde voorschriften, zoals deze luiden bij het ter inzage leggen van het ontwerpplan, van toepassing zijn;
  • C. Een aanlegvergunning als bedoeld onder A moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere- werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of het behoud van het monumentale park en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.