direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - Biesenhof
Plan: Geleenbeekdal
Status: vigerend
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.18830000Geleenbeekdal-

Artikel 8 Gemengd - Biesenhof

8.1 bestemmingsomschrijving

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurlijke waarden;
  • b. een doelmatig hergebruik van de Biesenhof met:
  • ambachtelijke nijverheid in de vorm van een kaarsenmakerij/pottenbakkerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘(an)’ op de plankaart;
  • verkoop-/expositieruimte voor kaarsen, tuin- en woningdecoratiemateriaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘(ve)’ op de plankaart;
  • wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘(w)’ op de plankaart;
  • recreatieruimte/brasserie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘(rb)’ op de plankaart;
  • restaurant, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘(rt)’ op de plankaart;
  • expositieruimte ter plaatse van de binnenplaats;
  • parkeervoorzieningen.

met de daarbij behorende voorzieningen.

 

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 32.

8.2 Bouwregels

8.2.1. Op de tot Gemengd-Biesenhof aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • gebouwen ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik,

en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmeting bij deze bestemming passen,

met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend in het op de desbetreffende kaartuitsnede aangeduide bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de voorgevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens zal worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen ten hoogste de bestaande hoogte mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte ten hoogste de bestaande hoogte mag bedragen;
  • e. de kapvorm, nokrichting en dakhelling uitsluitend overeenkomstig de bestaande situatie mogen worden utgevoerd;
  • f. het oppervlak van de ruimten voor ambachtelijke nijverheid in totaal ten hoogste 200 m² mag bedragen;
  • g. het oppervlak van de ruimten voor verkoop-/expositieruimte in totaal ten hoogste 600 m² mag bedragen;
  • h. het oppervlak van de ruimten voor recreatieruimte/brasserie in totaal ten hoogste 175 m² mag bedragen;
  • i. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 5.00 m mag bedragen.

 

8.2.2. Het bepaalde onder 8.2.1. omtrent de situering van bouwwerken is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat:

  • a. de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5.00 m mag bedragen.
8.3 Nadere eisen

8.3.1.Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • de verkaveling, percelering en terreininrichting;
  • de aard, hoogte en de situering van erfafscheidingen,

een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp).

8.3.2.de onder 8.3.1. genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en landschappelijke inpassing en
  • ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden en
  • ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
8.4 Specifieke gebruiksregels

8.4.1.Gebruiksregels gronden.

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 27 wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond voor en/of als:

  • a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • b. sport- en wedstrijdterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
  • c. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • e. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • f. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.

 

8.4.2.Gebruiksregels opstallen.

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 27 wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:

  • a. horecadoeleinden, uitgezonderd horeca in de vorm van een recreatieruimte/brasserie ter plaatse van de desbetreffende aanduiding op de plankaart en uitgezonderd horeca in de vorm van een restaurant ter plaatse van de desbetreffende aanduiding op de plankaart;
  • b. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • c. opslag van brandgevaarlijke en giftige stoffen.