Plan: | Oud-Geleen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.BPOudGeleen-VA01 |
het bestemmingsplan 'Oud-Geleen' met identificatienummer NL.IMRO.1883.BPOudGeleen-VA01 van de gemeente Sittard-Geleen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de verbeelding van het bestemmingsplan 'Oud-Geleen', bestaande uit de digitale en analoge verbeelding met projectnummer 211x06082 en identificatienummer NL.IMRO.1883.BPOudGeleen-VA01;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bouwwerk dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bouwwerk dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, een kapsalon hieronder begrepen;
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
terrein dat van algemeen belang is wegens daar aanwezige zaken als hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde en die daarom op grond van de Monumentenwet worden beschermd;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
een reeks balken die in één vlak liggen, bestemd om een vloer of zolder op te dragen;
niet-gelijkvloers, voor een gevel aangebracht open platform dat vanuit de aangrenzende binnenruimte via een deur toegankelijk is en afgesloten is door een borstwering
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, dan wel binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel, bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
gebouw of onderdeel van een gebouw dat kenmerkend is voor het cultuurhistorische beeld en van cultuurhistorische waarde is vanwege de historische verschijningsvorm, de historische ruimtelijke samenhang en/of historische betekenis, zoals die is aangewezen op de verbeelding en wordt beschermd via deze regels;
boom, die kenmerkend is voor de omgeving en/of het historische beeld;
een gemeentelijk stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1. sub 1 onder d van de Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
dichte, lage muur tot borsthoogte, later ook meer open, bij wijze van leuning of balustrade;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Het onderzoek brengt – onder andere aan de hand van bouwsporen – in kaart hoe de oorspronkelijke situatie was, welke veranderingen er in de loop der tijd zijn aangebracht, en het beschrijft de bestaande situatie als uitkomst van die eerdere processen;
een waarde die wordt toegekend aan bouwwerken en die wordt bepaald aan de hand van een bouwhistorisch onderzoek. Bepalend voor de waarde zijn de aanwezige authentieke bouwhistorische elementen, als neerslag van de desbetreffendebouwstijl(en), bouwtraditie(s) en gebruiksgeschiedenis, alsmede de mate vanzeldzaamheid en gaafheid van deze elementen;
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door balklagen of op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een op de verbeelding door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven waarop ingevolge deze regels bepaalde bouwwerken zijn toegestaan;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een woning, die zich geheel of nagenoeg geheel bevindt boven de begane grond verdieping van een gebouw;
het totale vloeroppervlak, dat wordt benut in verband met de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of aan huis gebonden bedrijf;
de beschavingsgeschiedenis: de overblijfselen van de geschiedenis van de door de mens gemaakte en beïnvloede leefomgeving. Het betreft het onroerende deel van het cultureel erfgoed, waarin archeologie (bodemarchief), historische geografie (cultuurlandschap), historische stedenbouw, historische groen, architectuur- en bouwhistorie (gebouwen en complexen) worden betrokken;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
materiaal waarmee het dak is afgedekt om te voorkomen dat er water binnen kan komen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten; internetwinkels hieronder niet begrepen;
een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings-, advies-, reis- en uitzendbureau, een makelaars- en/of verzekerinskantoor of bank;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;
een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens;
een uitbreiding van het hoofdgebouw op de begane grond, geen afzonderlijke ruimte zijnde, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
objecten en bouwwerken met cultuurhistorische waarde, zoals muren, kapellen, kruisen, straatmeubilair, kunstwerken e.d., zoals die zijn aangewezen op de verbeelding en worden beschermd via deze regels;
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
een inrichting, waarbij op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel.
onroerend monument, als bedoeld in het eerste lid onder c van de Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012;
het gedeelte dat vanaf de straat zichtbaar is, van plint tot kap; indien de kap vanaf de straatzijde zichtbaar is en bijdraagt aan het totale historisch waardevolle gevelbeeld, valt deze ook onder het begrip gevel; als er sprake is van een zijgevel en deze aan de straat ligt, valt deze ook onder het begrip gevel; met gevel wordt ook aangeduid een gedeelte van de gevel van een bouwblok dat toegerekend kan worden aan de eigenaar van een pand;
de wijze waarop de gevel van een gebouw is opgebouwd, onderverdeeld en geleed en waardoor gevels zich van elkaar onderscheiden in verschillende typen;
wand bestaande uit een aantal gevels van panden;
bijzondere beschermwaardige gevelwand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere samenhang, schoonheid en/of cultuurhistorische waarde;
een bijzondere beschermwaardige, in de loop der geschiedenis ontstane, (ruimtelijke) opbouw van het groen in een bepaald gebied met een bijzondere samenhang, schoonheid en/of cultuurhistorische waarde;
bijzondere beschermwaardige haag met een bijzondere samenhang, schoonheid en/of cultuurhistorische waarde;
de aan de straat gelegen grens van de bebouwing, die grotendeels is ontstaan in de middeleeuwen en van cultuurhistorische waarde is;
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken;
de bewoning van een woning door:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij de openingstijden van de winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van spijzen en/of kleine maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak enontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen:
het bedrijfsmatig via website’s te koop aanbieden van goederen, alsmede het opslaan, verkopen en/of (af)leveren van deze goederen, waarbij de goederen niet ten verkoop worden uitgestald;
een ruimte of een complex van ruimten welke is bestemd om te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden;
de richting waarin het dakvlak of de kap is gebouwd;
De wijze waarop een gebouw is afgedekt;
bedrijfsmatige activiteiten van beperkte omvang waarbij geen voor de omgeving hinderlijke mechanische middelen worden gebruikt en de leefkwaliteit niet wordt aangetast;
het toepassen van bepaalde kleuren;
een (beperkt) kwetsbaar object, zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van (niet levende en levende) natuur;
voorzieningen, bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve en openbare dienstverlenende instellingen;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
toepassing van bepaalde materialen;
een gebouw dat dient voor de huisvesting van meerdere huishoudens in afzonderlijke woonruimten;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan;
een waarde die wordt toegekend aan karakteristieke elementen en patronen in het landschap alsmede sporen die de natuur en de mens in het landschap hebben achtergelaten, met cultuurhistorische waarde, zoals bomen, struiken, hagen, holle wegen, grafheuvels, poelen, grachten en vijvers;
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo);
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo;
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder b van de Wabo;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden en andere ondergeschikte dakopbouwen;
beneden het peil;
niet-zelfstandig decoratief element, dat is aangebracht op een voorwerp of gebouw om dit te versieren;
indeling in percelen;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;
een accommodatie met slaapplaatsen voor het verstrekken van logies tegen boeking anders dan per nacht, waarbij eventueel uitsluitend aan de overnachtende gasten afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt. De logerende gasten hebben elders hun hoofdverblijf.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;
een bepaald in de loop van de geschiedenis ontstaan beeld van verscheidenheid, samenhang en afwisseling in het ruimtegebruik in een gebied als totaliteit;
de mate waarin de gebruiker het verblijf in, of het gebruik van een ruimte een gebied als historisch kwalitatief ervaart;
een bepaald in de loop van de geschiedenis ontstaan patroon van verscheidenheid, samenhang en afwisseling in het ruimtegebruik in een gebied als totaliteit;
beschermd monument als bedoeld in artikel 1 onder d van de Monumentenwet 1988, met uitzondering van een beschermd archeologisch monument als bedoeld in artikel 1 onder c van die wet en als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wabo;
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
detailhandelsvestiging waar voedsel en dagelijkse goederen ten verkoop aan de consument worden aangeboden;
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton;
het totale vloeroppervlak van een winkel/horecabedrijf, dat voor het winkelend/bezoekend publiek toegankelijk is;
de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde bouwgrens;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en op het peil, zulks met inbegrip van erkers;
tussen het voorste en het achterste punt van het bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren dan wel scheidslijnen en op het peil;
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder f voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Ten aanzien van de in lid 3.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van een bedrijf uit de milieucategorieën 1 en 2 als vermeld in de staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel voor de vestiging van een bedrijf dat naar aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijkgesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot milieucategorie 1 of 2, mits de aard en de activiteiten van het bedrijf geen afbreuk veroorzaken op het woon- en leefklimaat in de omgeving.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder d voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum 2 m.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 20 wordt tevens verstaan:
Ten aanzien van de in lid 5.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 onder a2, a3 en a4, voor de uitbreiding van deze voorzieningen op de verdieping, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, mits:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.4 wordt geacht door het bevoegd gezag te zijn ingetrokken op het moment dat de noodzaak tot mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) is komen te vervallen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 6.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 voor horeca-activiteiten die niet zijn vermeld in lid 7.1, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 8.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder a2 voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum 2 m.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met zowel een functie voor verblijf als voor verkeer gericht op aangrenzende en nabijgelegen bestemmingen,
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 10.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 11.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
goothoogte | bouwhoogte | |
hoofdgebouwen | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
aangebouwde bijbehorende bouwwerken | hoogte eerste bouwlaag + 0,25 cm | goothoogte + afstand tot perceelsgrens, tot een maximum van 5 m |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3 m | goothoogte + afstand tot perceelsgrens, tot een maximum van 5 m |
erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens | - | 1 m |
erfafscheidingen in of achter de voorste bouwgrens | - | 2 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2 onder g voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum 2 m.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 20 wordt tevens verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4.1 onder a, voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, mits:
De omgevingsvergunning als bedoeld in 12.5.3 wordt geacht door het bevoegd gezag te zijn ingetrokken op het moment dat de noodzaak tot mantelzorg (als gevolg van verhuizen of overlijden) is komen te vervallen.
De voor 'Wonen - Garageboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 13.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden, meer in het bijzonder voor:
In afwijking van het bepaalde in artikel 3 tot en met 13 van deze regels, dienen bouwwerken te voldoen aan de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, alsmede de opbouw en indeling van bestaande gevels ten behoeve van behoud en versterking van de cultuur- en bouwhistorische waardevolle karakteristieke verschijningsvorm van de cultuurhistorische waardevolle bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan een pand of gronden te gebruiken of laten te gebruiken op een dusdanige wijze dat de cultuurhistorische waarden worden ontsiert of in gevaar worden gebracht.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
De verbodsbepaling van lid 17.6.1 geldt niet voor normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning; hieronder wordt mede verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in lid 17.1 bedoelde gebouwen aangeduid als geheel of gedeeltelijk te slopen anders dan ter vernieuwing van onderdelen, welke uit oogpunt van onderhoud noodzakelijk is.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.7.1 mag alleen worden verleend, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.7.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen bij de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen commissie van ter zake deskundigen.
De verbodsbepaling van lid 17.7.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels zijn voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Het bepaalde in lid 19.2.1 is niet van toepassing op gronden gelegen binnen de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4'. Op die gronden is ondergronds bouwen niet toegestaan.
Het bevoegd kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2, voor ondergronds bouwen in overeenstemming met lid 19.2.1.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 19.2.3 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de stadsarcheoloog.
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 20.1 wordt in elk geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 20.1 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bepaalde in het plan voor:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Oud-Geleen'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||
……………………… | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
………. | ……… |