Plan: | Kernen Obbicht en Grevenbicht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.BPKernObbichtGrev-va01 |
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in Hoofdstuk 2 anders is bepaald.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwvregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels zijn voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
Het bepaalde in lid 26.3.1 is niet van toepassing op gronden gelegen binnen de op de verbeelding aangegeven bestemmingen “Leiding - Gas”, “Waarde - Archeologie”, 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waterstaat - Waterlopen'. Op en in die gronden is ondergronds bouwen niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 26.3.2, voor ondergronds bouwen in overeenstemming met lid 26.3.1.
Een ontheffing als bedoeld in lid 26.3.3 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van:
Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het aantal dat:
Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden'het op de verbeelding aangegeven maximum aantal woningen binnen het bouwvlak is toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 20 m.