direct naar inhoud van 4.3 Hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfslocaties
Plan: Buitengebied Hengelo/Vorden 2010; Wolsinkweg 6 Keijenborg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1876.BP00935-VG01

4.3 Hergebruik vrijkomende agrarische bedrijfslocaties

Het buitengebied was lange tijd het domein van de agrarische sector. Het bieden van continuïteit aan de aanwezige agrariërs is nog steeds een belangrijk streven van de gemeente. Het aantal agrarische bedrijven neemt echter gestaag af. Om het platteland leefbaar te houden wil de gemeente meer mogelijkheden bieden voor nieuwe functies in vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing.


In aansluiting op het provinciale beleid hebben de gemeente in de regio Achterhoek het beleid voor functiewijziging van agrarische bebouwing vastgelegd in de nota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' (2006).


Agrarische bedrijven kunnen op basis van de nota omgevormd worden tot niet-agrarische bedrijven of woningen. Niet-agrarische bedrijven kunnen daarbij uitgroeien tot hoofdfunctie.


Voorwaarden voor hergebruik van voormalige agrarische bedrijven zijn te allen tijde dat:

  • de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd;
  • de nieuwe functie niet mag leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling;
  • er geen detailhandel plaatsvindt (anders dan streekeigen geproduceerde agrarische producten);
  • op basis van een inrichtingsplan een zorgvuldige landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd;
  • de initiatiefnemer een (verevenings)bijdrage levert aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en de publieke functies van het buitengebied, deze bijdrage kan bijvoorbeeld bestaan uit de sloop van overtollige bebouwing, een verkleining van het bouwvlak, een groene invulling of uit natuurontwikkeling.


Vrijkomende boerderijen kunnen ook benut worden voor wonen waarbij maximaal drie extra woningen gerealiseerd kunnen worden (naast de voormalige bedrijfswoning). Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • de woningen worden in maximaal 2 gebouwen gerealiseerd, waaronder het bestaande (hoofd-)woongebouw;
  • het initiatief gaat gepaard met verevening c.q. sloop van bebouwing;
  • als hergebruik niet mogelijk is, is herbouw met een oppervlak van maximaal 50% van de sloopoppervlakte mogelijk (de handreiking architectuur en landschappelijke inpassing is dan van toepassing);
  • vereveningsbijdragen worden afgestemd op de sloopplicht en wijze van hergebruik;
  • splitsing (enkel bij traditionele boerderijen met een minimale inhoudsmaat van 900 m³) moet met een inrichtingsschets worden onderbouwd.


De agrarische bedrijfsvoering van omliggende bedrijven mag niet onevenredig worden beperkt.