1.1 plan
het bestemmingsplan Gelselaar, Van Bevervoordestraat 20 2012 van de gemeente Berkelland;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1859.BPGSL20120003-0100 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 verbeelding
- de analoge verbeelding van het bestemmingsplan Gelselaar, Van Bevervoordestraat 20 2012, bestaande uit de kaart met tekeningnummer(s) NL.IMRO.1859.BPGSL20120003-0100;
- de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Gelselaar, Van Bevervoordestraat 20 2012;
1.4 aan- of uitbouw
een aan het (hoofd)gebouw gebouwd gebouw dat in ruimtelijk en/of architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding als het een vlak betreft;
1.7 aanduidingsvlak
een geometrisch vlak waarop een aanduiding betrekking heeft;
1.8 aaneengebouwd
bebouwing die wordt gekenmerkt door een rij van minimaal drie aan elkaar gebouwde hoofdgebouwen;
1.9 achtererf
het achter de woning gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen achter de achtergevel en het verlengde daarvan en tussen de zijdelingse perceelgrenzen;
1.10 achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
1.11 afwijking van de bouwregels en/of de gebruiksregels
een afwijking zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.12 ander-werk
een werk, geen gebouw zijnde, of een werkzaamheid;
1.13 appartement
het geheel van bij elkaar behorende vertrekken als afzonderlijke woongelegenheid in een groter gebouw;
1.14 archeologisch deskundige
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van Burgemeester en Wethouders van Berkelland aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
1.15 archeologisch monument
een terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.16 archeologisch onderzoek
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en /of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SKIB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 van de Monumentenwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
1.17 archeologische verwachting
een gebied met een daaraan toegekende hoge, middelhoge of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.18 archeologische waarde
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.19 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.20 bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage, dat de maximaal bebouwde oppervlakte binnen het bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft;
1.21 Bed and Breakfast
een logiesverstrekkend bedrijf dat alleen is ingericht voor nachtverblijf;
1.22 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
1.23 bedrijfsgebouw
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die gebruikt worden voor de uitoefening van een bedrijf;
1.24 bedrijfsmatige activiteiten aan huis
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, niet zijnde de vrije beroepen, die in een gedeelte van de woning en/of de daarbij behorende (bij)gebouwen worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.25 bedrijfsruimte
een ruimte die onderdeel is van een gebouw en die dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.26 bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.)
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, een bedrijfsmatige activiteit aan huis, inclusief opslag en administratieruimten;
1.27 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.28 begeleid wonen
het leven in een permanent dag- en nachtverblijf alwaar een huishouden wordt gevoerd, in combinatie met begeleiding en ondersteuning door zorgverleners;
1.29 bestaand
- bij gebruik: het gebruik zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het plan, tenzij in de regels anders is bepaald;
- bij bouwwerken: de legaal aanwezige bebouwing die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of wordt gebouwd;
1.30 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.31 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.32 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in ruimtelijk en/of architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.33 bijzondere woonvoorziening
een (gedeelte van een) gebouw dat dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte voor personen voor wie de normale woonvoorziening niet passend of toereikend zijn, zoals gehandicapten of anderszins verzorging behoevenden;
1.34 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.35 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.36 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, dit met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.37 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.38 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.39 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.40 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.41 bouwwerk, geen gebouw zijnde
alle overige bouwwerken die geen gebouw zijn;
1.42 coffeeshop
een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinogene stoffen als bedoeld in bijlage II van de Opiumwet;
1.43 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.44 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.45 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder volumineuze (grootschalige) detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
1.46 dienstverlenend bedrijf
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, reisbureaus, detacherings- en uitzendbureaus, fotostudio’s, galerieën en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.47 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.48 doeleinden van openbaar nut
nutsvoorzieningen zoals stroom-, gas, water- en/of telecommunicatievoorzieningen;
1.49 ecologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
1.50 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond, boven peil;
1.51 eerste verdieping
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
1.52 erf
het gedeelte van het bouwperceel voor zover dat behoort tot het zijerf en/of het achtererf, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;
1.53 erfgrens
de grens van een erf;
1.54 erker
een ondergeschikte uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, hoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;
1.55 evenement
elke voor publiek buiten de daarvoor ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
1.56 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.57 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.58 geschakeld hoofdgebouw
een hoofdgebouw dat door middel van een bijgebouw met een ander hoofdgebouw is verbonden en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens mag worden gebouwd;
1.59 groenvoorziening
een voor het publiek toegankelijk park of plantsoen of bij de gemeente in onderhoud zijnde groenstroken, grasperken of bloembakken;
1.60 handel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen en/of bedrijven die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending al dan niet in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.61 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel in ruimtelijk en architectonisch opzicht, of gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.62 huishouden
een huishouden bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften voorzien;
1.63 indelingslijn
een als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn voor het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik;
1.64 internetdetailhandel
detailhandel zonder showroom, waarvan de handel voornamelijk via internet loopt. Er is hier geen sprake van het ter plaatse afhalen van een product dat via internet is besteld (en betaald). Het product wordt via de post aan de koper verzonden;
1.65 kap
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
1.66 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit
de in de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten’, ontleend aan de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering', genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.67 maaiveld
het oppervlak (of de gemiddelde hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.68 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.69 mantelzorg
het bieden van zorg aan iedereen die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.70 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.71 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving van de bestemming;
1.72 omgevingsvergunning
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.73 onderbouw
een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;
1.74 ondergeschikte detailhandel
een detailhandelsvoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan detailhandel, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/functie, in oppervlakte maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak (b.v.o.) met een maximum van 100 m² (b.v.o.) en/of maximaal 20% van de totale omzet;
1.75 ondergeschikte horeca
een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, in oppervlakte maximaal 20% van het totale bedrijfsvloer-oppervlak (b.v.o.) met een maximum van 100 m2 (b.v.o.) en/of maximaal 20% van de totale omzet;
1.76 ondergronds bouwwerk
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer ligt op ten minste 1,75 meter beneden peil;
1.77 openbare ruimte
het gebied binnen de bebouwde kom van de gemeente Berkelland met een openbare functie, niet zijnde gebouwen, waarvan de gemeente Berkelland het eigendom en/of beheer heeft;
1.78 overkapping
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en met niet meer dan één wand is uitgevoerd;
1.79 parkeervoorzieningen
voorzieningen voor het parkeren, zoals parkeerplaatsen en in- en uitritten;
1.80 peil
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- als in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.81 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.82 rijwoning
een woning die in een rij staat en van beide kanten wordt ingesloten door een andere, meestal identieke woning;
1.83 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.84 slopen
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
1.85 speelvoorzieningen
attributen voor sport en spel, vooral op en rond kinderspeelplaatsen en trapveldjes;
1.86 Staat van Bedrijvenactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.87 twee-onder-een-kapwoning (halfvrijstaand)
een woningtype waarbij twee woningen een gedeelde muur hebben;
1.88 vloeroppervlakte
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
1.89 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, als een gebouw met meer dan één zijde naar de weg is gekeerd, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);
1.90 voorgevelrooilijn
de voorgevelrooilijn is:
- langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing:
- de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijik gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
- langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:
- bij een wegbreedte van meer dan 10 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg;
- bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de lijn gelegen op 10 meter uit de as van de weg;
1.91 vrij beroep
een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied;
1.92 vrijstaande woning
een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
1.93 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit;
1.94 wijzigingsbevoegdheid
de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om het bestemmingsplan te wijzigen zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.95 wonen
het leven in een permanent dag- en nachtverblijf alwaar een huishouden wordt gevoerd;
1.96 woning (wooneenheid)
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.97 wooneenheid
zie: woning;
1.98 woongebouw
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of appartementen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.99 zijerf
gedeelte van het erf dat aan de zijkant en achter het verlengde van de voorgevel van het gebouw is gelegen.
1.100 zijgevel
de naar de zijkant(en) van het erf toegekeerde gevel(s) van een hoofdgebouw;
1.101 zorgaccommodatie
een gebouw met een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn;
1.102 zorgwoning
een woning die dient om te voorzien in een aangepaste woonbehoefte al dan niet in combinatie met medische en/of verzorgende ondersteuning, bijvoorbeeld voor personen voor wie de normale woonvoorzieningen niet passend of toereikend zijn, zoals gehandicapten, of anderszins verzorgingsbehoevenden.