direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Midden-Delfland, Kastanjehof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1842.bpML08Kast10-va01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • b. dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • c. horeca tot en met horecacategorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • d. maximaal één horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlak van ten hoogste 250 m², uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • e. gezondheidszorg, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • f. zorg en welzijn, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • g. jeugd/kinderopvang, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • h. verenigingsleven, uitsluitend in de eerste bouwlaag;
  • i. wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, uitsluitend vanaf de tweede bouwlaag, met uitzondering van toegangen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'garage': bergingen ten behoeve van het wonen en de onder sub a tot en met sub h genoemde functies;
  • k. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losruimte.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en grenzend aan openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen buiten het bouwvlak en in de openlucht is niet toegestaan;
  • b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
  • d. het gebruik ten behoeve van seksuele dienstverlening is niet toegestaan;
  • e. Het is toegestaan om gedeelten van gebouwen vanaf de tweede bouwlaag te gebruiken voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:
    • 1. het aan-huis-gebonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit door de bewoner van het desbetreffende pand wordt uitgeoefend;
    • 2. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 40 m²;
    • 3. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
    • 4. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
    • 5. het gebruik ten behoeve van seksuele dienstverlening niet is toegestaan.

3.4 Ontheffing van de gebruiksregels
3.4.1 Ontheffing van de Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 3.1 sub c en d:

  • a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 3.1 sub c en d voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 sub c en d genoemd;
  • b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 sub c en d genoemd.