3.4.1 Wettelijk kader
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
- Kaderrichtlijn Water (KRW).
Nationaal:
- Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
- Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
- Waterwet.
Provinciaal:
- Provinciaal Waterplan;
- Provinciale Structuurvisie;
- Verordening Ruimte.
Nationaal beleid
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.
Provinciaal beleid
Het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor die periode. Het vervangt het provinciaal waterbeleid zoals dat is vastgelegd in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2006) en vervangt het Grondwaterplan 2007-2013 en beschrijft dan ook het strategische grondwaterbeleid voor Zuid-Holland. Verder voldoet het plan aan de eisen van de nieuwe Waterwet. De provincie vertaalt in dit plan het beleid uit het nationaal waterplan en het huidige Europese beleid naar provinciale kaders en doelstellingen voor de periode 2010-2015. Conform de herziene sturingsvisie water gaat het met name om de 'wat' vraag. De waterschappen beantwoorden in hun waterbeheerplannen vervolgens vooral de 'hoe' vraag. De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). In de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen met betrekking tot het water en waterstaatswerken in bestemmingsplannen. De provincie heeft in samenwerking met de gemeente Westland een eindrapport opgesteld over Westlandse waterlijnen, een project dat de vaartenstructuur in het Westland probeert te versterken.
Waterschapsbeleid
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Het beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de Legger.
De verbreding van bestaande boezemwateren en de aanleg van nieuwe verbindingen bieden kansen om een groot aantal maatregelen, die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water te realiseren en het watersysteem robuuster te maken. Waar mogelijk worden natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook met het terugdringen van rioolvreemd water en het verminderen van riooloverstorten snijdt het mes aan meerdere kanten tegelijk: het riool en de afvalwaterzuiveringsinstallaties (awzi’s) kunnen met minder capaciteit uit de voeten, het minder verdunde vieze water is efficiënter te zuiveren, en er komt minder vies water rechtstreeks in het oppervlaktewater. Het waterplan van de Gemeente Westland zal in de periode 2010 – 2015 worden uitgevoerd. Omdat het bij de ruimtelijke ontwikkelingen in het glasgebied vaak om relatief kleinschalige projecten gaat, zal er nadrukkelijk samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente en de glastuinbouwsector worden gezocht om de kansen voor water in deze projecten optimaal te benutten. Dit gebied levert kansen om de wateropgave te realiseren door middel van innovatief meervoudig ruimtegebruik, met behoud van voldoende robuustheid en ruimte voor ecologie in het systeem.
Ten slotte is in 2007 een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten:
- beleidskader omtrent water;
- waterkeringen;
- waterkwantiteit;
- waterkwaliteit en ecologie;
- afvalwater en riolering;
- waterprojecten welke onderdeel zijn van ABC-Delfland.
Gemeentelijk beleid
Het Westland 2009-2015, met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2030 en de daarbij horende doelstellingen tot 2015 beschreven. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water en zichtbaar water'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.
Nationaal Waterplan (NW);
3.4.2 Onderzoek
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied bevindt zich niet binnen de kernzone en/of een beschermingszone. In het plangebied liggen geen primaire waterkeringen (duinen), secundaire waterkeringen (dijken), boezemkaden of polderkaden.
In het kader van de veiligheid en waterkeringen zijn geen aanvullende randvoorwaarden van toepassing op het plangebied.
Waterkwantiteit
Het plangebied ligt in een glastuinbouwgebied en is gelegen in het Delflands Boezemgebied. Voor dit plangebied geld één peilvlak Het waterpeil in het boezemgebied is ca. 0.40 meter - NAP -. De maximale toelaatbare peilstijging is 35 centimeter. Het plangebied is ruim boven het gemiddelde oppervlaktewater niveau van omliggende waterpartijen gelegen. In het Boezemland is, door de uitvoering van de ABC-maatregelen, geen sprake meer van een waterbergingstekort. Het dichstbijzijnde oppervlaktewater is gelegen globaal aan de noord- en oostzijde van het plangebied en betreft een boezemwatergang.
Binnen het plangebied is oppervlaktewater aanwezig ter grootte an ca. 130 m2 en in de uitgangssituatie is het plangebied voor circa 75% volledig verhard. Zover bekend zijn er geen problemen bekend met betrekking tot de grondwaterstand.
In het plan zal de verharding niet substantieel toenemen ten opzichte van de uitgangsituatie. Naar verwachting zal het verhard oppervlak binnen het plangebied afnemen ten opzicht van de 75% verharding in de uitgangsituatie. Dit kan door het toepassen van infiltratie op verkeersoppervlakken en tuinen. Door infiltratie wordt het oppervlaktewatersysteem minder belast. Doordat hemelwater vertraagd, via het grondwater, wordt afgevoerd komen minder pieken in de oppervlaktewaterbelasting voor. Door de voltooiing van de ABC-maatregelen geldt in het Boezemland geen verplichting tot het graven an aanvullende oppervlaktewaterberging.
Het plan heeft derhalve geen negatieve invloed op de waterkwantiteit van het oppervlaktewater.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
De oppervlaktewaterkwaliteit van het plangebied wordt voornamelijk bepaald door de kwaliteit in de rest van het boezemgebied. Het afstromend water van het plangebied wordt zoveel mogelijk geloosd op de boezemwatergang gelegen ten noorden van het plangebied. de veranderende functie van het plangebied van glastuinbouw naar woningbouw zal de kwaliteit van het oppervlaktewater naar verwachting verbeteren.
In de nabije omgeving van het plangebied ligt géén natte ecologische verbindingszone zoals opgenomen in de Ecologische Hoofstructuur en/of de provinciale Ecologische Hoofdstructuur.
Het plan heeft derhalve geen invloed op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater.
Onderhoud en bagger
Het plangebied ligt in Boezemgebied. Het dagelijks onderhoud van de aanwezige watergang gelegen globaal ten noorden en oosen van het plangebied is in handen van de aangrenzende grondeigenaren. Het bijzonder onderhoud, zoals baggerwerkzaamheden en primair onderhoud, worden uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Delfland.
Het plan heeft geen invloed op het onderhoud van de watergang en heeft geen invloed op de ontvangst van onderhoudsspecie.
Afvalwater en riolering
In het plangebied en omgeving zijn woningen en glastuinbouwbedrijven voor afvoer van het huishoudelijk afvalwater aangesloten op zowel vrijval riolering als drukriolering. Het afvalwater wordt gezuiverd bij de A.W.Z.I. Nieuwe Waterweg te Hoek van Holland.
De riolering in het plangebied zal worden uitgevoerd als een zogenaamd gescheiden rioleringsstelsel. Het afstromend regenwater afkomstig van (schone) en verhardingen wordt rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd.
De afvoer van het huishoudelijk afvalwater en ander vuilwater zal worden aangesloten op de bestaande gemeentelijke drukriolering. Het afvalwater zal worden afgevoerd naar A.W.Z.I. Nieuwe Waterweg te Hoek van Holland. De zuiveringscapaciteit bij de ontvangende A.W.Z.I. is recent uitgebreid en is voldoende.
Het plan leidt derhalve niet tot overschrijding van de capaciteit van de riolering waarop wordt aangesloten.
Grondwater
De stijghoogte van grondwater in het eerste watervoerend pakket wordt sterk beïnvloed door de grondwateronttrekking door Gist Brocades te Delft ter plaatse wordt op basis van de Grondwaterkaart Nederland een stijghoogte van circa NAP 0,0 m. tot NAP + 0,5 m. gevonden. De grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket is oostelijk in de richting van Gist Brocades te Delft.
Ten opzichte van het optreden van kwel zijn ter plaatse géén onderzoeken uitgevoerd. Uit het peilbesluit boezemland blijkt dat de regio 's-Gravenzande/Monster een lichte kweldruk aanwezig is (van 0,04 tot 0,16 mm/etmaal. Het gaat hierbij om zoute kwel. Door de grondwateronttrekking van GIst Brocades te Delft neemt de kweldruk af. In het gebied zijn verder geen gegevens bekend over grondwateroverlast.
Bodemdaling
Ten aanzien van bodemdaling is ter plaatse geen onderzoek uitgevoerd. Uit onderzoek naar verzakkingen van gebouwen in boezemgebied van Delfland is gebleken dat de gebouwen aan geringe zakkingen onderhevig zijn. Uit de mate van gebouwzakking kunnen echter geen conclusies worden getrokken over de opgetreden maaivelddaling.