In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De Cultuur Historische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Delfland en Schieland (Provincie Zuid-Holland 2003) laat zien dat het plangebied is gesitueerd in een gebied met een zeer grote kans op archeologische sporen. In opdracht van ArcheoWest BV is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Woerdblok Fase III (ADC ArcheoProjecten kenmerk ADC Rapport 1170 datum oktober 2007). Uit de conclusie van het rapport blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor archeologische resten. De kans wordt dan ook klein geacht dat bij realisatie van het bouwplan archeologische resten worden verstoord.
Vanwege het feit dat het niet volledig uit te sluiten is dat binnen het plangebied toch nog archeologische resten voorkomen, wordt de uitvoerder van het grondwerk gewezen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag (Monumentenwet).