Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Indische Oceaan 2t/m28 Naaldwijk
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.pbp00000018-onhe

2.1 Beleidskader

2.1.1 Rijksbeleid

In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende algemene ruimtelijk beleid van het rijk gezocht.
 
Structuurvisie(s) van het rijk
Het rijk heeft nog geen structuurvisie(s) vastgesteld als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet blijven de beleidsnota’s die zijn vastgesteld middels de procedure van planologische kernbeslissing van kracht voor de duur zoals in het oude recht was voorgeschreven.
 
Nota Ruimte
De Nota Ruimte verwoordt de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet zet daarbij in op dynamisch, en op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. De Nota Ruimte bevat niet alleen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor Nederland als geheel, maar ook voor een aantal specifieke gebieden. De nota fungeert tevens als het ruimtelijke kader voor alle ruimtelijke investeringen van het rijk en de andere overheden.
 

2.1.2 Provinciaal beleid

Structuurvisie(s) van de provincie
Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en Rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is “lokaal wat kan, provinciaal wat moet”. De provincie stuurt dus alleen op hoofdlijnen. Hierbij staat centraal dat een gemeente in beginsel beleidsvrijheid heeft om de functie en gebruiksmogelijkheden van gronden te bepalen en juridisch te verankeren. Daarbij beschikt de provincie wel over de bevoegdheid om de gemeentelijke beleidsvrijheid vooraf in te kaderen en zonodig achteraf in te grijpen.
 
In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen. De ontwerp-structuurvisie is op 3 november 2009 door GS vastgesteld. Naar verwachting heeft Provinciale Staten juni 2010 de structuurvisie en de verordening ruimte vastgesteld. De structuurvisie bevat het ruimtelijke beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen.
 
Het plangebied ligt binnen de rode contouren van de kern Naaldwijk in de nieuwe structuurvisie. De ontwikkeling van het plangebied "fase III Waterrijk Woerdblok" met als onderdeel hiervan het op te richten appartementencomplex te Naaldwijk is in overeenstemming met het provinciale beleid.

2.1.3 Regionaal beleid

In het door het Algemeen bestuur Stadsgewest Haaglanden op 16 april 2008 vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden is voor het betrokken gebiedsdeel de aanduiding “Verdichten binnen bestaand stedelijk gebied" opgenomen. Hierbij gaat het om bestaand of in aanleg zijnde aaneengesloten gebied waarin voornamelijk woningbouwvoorkomt; tevens zones met veel verspreide bebouwing (zoals bebouwingslinten en villaparken). De aanwezige potenties voor verdichting, vernieuwing en herstructurering dienen zoveel mogelijk te worden benut, onder handhaving van karakter- en structuurbepalende niet-bebouwde ruimten en met inachtneming van de cultuurhistorische waarden. 

2.1.4 Gemeentelijk beleid

Door de gemeente Westland is de Greenportvisie ontwikkeld. De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Op de plankaart is het plangebied aangegeven als uitleglocatie voor woningbouw.
 
Een groot deel van de woningbouwproductie dient opgevangen te worden binnen de bestaande ruimtelijke mogelijkheden. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de rode contouren van het Streekplan, want verdichting van de kernen door het toevoegen van woningen wordt steeds belangrijker. De verdichting komt mede voort uit het vergroten van het draagvlak voor het voorzieningenniveau en het behouden van duurzaam glas in het buitengebied.

2.1.5 Conclusie

Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat het beoogde appartementengebouw past binnen het beleid van de hogere overheden en de gemeente.