Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Parckzight (Buytenplaets fase 2) te Honselersdijk
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.pbp00000008-ONHE

3.5 Water

Op 30 maart 2010 is door Aqua Terra Nova een waterstudie uitgevoerd voor het plangebied van Parckzight (Buytenplaets fase 2) te Honselersdijk.
 
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied ter hoogte van de 1e van Reenestraat ligt een kering. De beschermingszone vanuit een kering dient maximaal 25 meter te bedragen. De langs de kering gelegen kaden zijn aangeheelde kaden, waar geen lager gelegen gebied ligt dat bij een eventuele doorbraak onder kan lopen, zoals een laaggelegen polder. Tevens zijn er op de kering ter hoogte van de 1e van Reenestraat reeds kassen opgericht.
 
De bebouwingingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt ter hoogte van de kering leidt niet tot significante belemmeringen voor onderhoud, veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de betreffende kering. Nadere criteria ten aanzien van veiligheid en waterkeringen zijn gelet op bovenstaande voor het plangebied niet aan de orde.  
 
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in de waterstaatkundige eenheid boezemland. Door de voltooiing van de ABC-boezem maatregelen geldt voor het plangebied geen waterbergingsopgave. Wel dienen dempingen voor 100% gecompenseerd te worden.
 
Binnen het plangebied vinden geen dempingen plaats. De watergangen binnen het plangebied zullen behouden blijven. De meest zuidelijke watergang zal worden verbreed. De meest noordelijke watergang wordt voor een deel verplaatst. Hierbij zal geen wateroppervlakte verloren gaan.
 
Om overlast ten gevolge van piekbuien te voorkomen verzoekt de gemeente Westland bij nieuwe ontwikkelingen rekening te houden met de eerste opvang van piekbuien. Hierin kan gedacht worden aan opvang van buien in regentonnen, vijvers of groene daken voordat afstroming naar het oppervlaktewater plaatsvindt. Voor deze initiatieven zijn mogelijk ook subsidies beschikbaar (o.a. middels het Haags Milieucentrum). De gemeente hanteert hiervoor dat 325 m3/ha vastgehouden dient te worden, waardoor 1.150 m3 berging binnen het plangebied beschikbaar moet zijn. Binnen het plangebied is 3.560 m2 x 0,35 m = 1.246 m3 berging beschikbaar, waardoor ruim voldoende berging beschikbaar is. Er is geen kwantitatieve wateropgave, wat betekent dat er geen extra water hoeft te worden gegraven ten opzichte van wat er nu aanwezig is.
 
Waterkwaliteit en ecologie
De waterkwaliteit in de boezemwatergangen zal voor een belangrijk deel worden bepaald door de bedrijfsactiviteiten in de uitwaterende polders. De kwaliteitsverbetering is dan ook voor een belangrijk deel afhankelijk van de vermindering van verontreiniging van gebieden elders, zoals glastuinbouw, overstorten van riolering, diffuse bronnen en stedelijk gebied.
 
De waterkwaliteit van het afstromend hemelwater van het plangebied zal in beperkte mate van invloed zijn op de oppervlaktewaterkwaliteit. Op het plangebied vinden geen activiteiten plaats die schadelijk kunnen zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit en het afstromend water van schone dakverhardingen zal naar verwachting een positief effect op de oppervlaktewaterkwaliteit hebben.
 
De hoofdwatergang Omgelegde Dijksloot–Verlengde Tuindersvaart die dwars door het gebied loopt, is 265 m lang binnen het plangebied en maakt onderdeel uit van het waterlichaam waarlangs een KRW-opgave ligt. Deze watergang dient over de gehele lengte aan één kant te worden voorzien van een natuurvriendelijke oever (nvo) variërend in breedte van 3 tot 20 meter, zeg gemiddeld 10 meter, dit houdt in dat er 2.650 m2 aan nvo aangelegd moet worden langs de doorgaande boezemwatergang. Aangezien het maaiveld van het plangebied hoger ligt dan de boezem is dit momenteel zeer eenvoudig te bewerkstelligen nu rondom de watergang alle glastuinbouw verwijderd is, door over die breedte de oever met een flauw talud tot onder de waterlijn uit te graven en zo nodig te voorzien van een onderwaterbeschoeiing.
 
De noordelijke watergang zal natuurvriendelijk worden ingericht. Hierbij zal een natuurvriendelijk profiel worden toegepast.
 
Onderhoud en bagger
Het onderhoud van de meest noordelijke watergang zal uitgevoerd worden door Delfland. Het onderhoud van de twee overige watergangen is in handen van de aangelanden. De noordelijke watergang (hoofdwatergang) dient toegankelijk te zijn voor onderhoud door Delfland. Onderhoudsstroken zijn noodzakelijk voor onderhoudsmateriaal en werkruimte. Hiervoor dient er bij watergangen met een breedte tot 5 meter (gemeten op de waterlijn) een onderhoudsstrook van 4 m aan één zijde te worden gereserveerd. Voor watergangen breder dan 5 meter dient aan beide zijden een onderhoudsstrook van 4 m te worden gereserveerd. Wanneer binnen deze onderhoudsstroken wordt gebouwd dient altijd contact te worden opgenomen met team Keurbeheer van het Hoogheemraadschap van Delfland.
 
Afvalwater en riolering
Het afvalwater van het plangebied wordt afgevoerd naar de dichtstbijzijnde A.W.Z.I. Hemelwater wordt daarbij afgekoppeld richting het oppervlaktewater. Binnen het plangebied mogen daarom geen bitumineuze of uitlogende materialen worden gebruikt.
 
Het rioleringsplan dient te voldoen aan de Leidraad Riolering West Nederland en de Leidraad aan- en afkoppelen verhard oppervlak en de Beslisboom Aan- en afkoppelen verharde oppervlakten (2003).