2.3 Gebiedsvisie
Historie en landschap
De Endeldijk-Mariëndijk is omstreeks 1150 aangelegd om het zuidelijk gelegen gebied te ontginnen en te beschermen tegen overstromingen vanuit de noordelijke gelegen Gantel. Langs deze dijk zijn dorpskernen en individuele bebouwing ontstaan.
De locatie is gelegen op de voormalige buitenplaats Endeldijk. De buitenplaatsen ontstonden in de late 16e eeuw en het begin van de 17e eeuw. Er was een nieuwe klasse van rijke burgers ontstaan. In navolging van de adel, die zijn kasteel op het platteland in de zomer gebruikte, verschaften rijke burgers zich buiten de stad een “tweede huis”. De eerste buitenverblijven waren eenvoudige boerderijen, die later werden uitgebreid en verfraaid. Zo ook de buitenplaats “Endeldijk” welke vanaf de 13e eeuw in de vorm van een grote herenboerderij tot het bezit van de heren van Naaldwijk hoorde en in 1742 door de rijke welvarende lakenkoopman Willem van der Pot sr omgevormd werd tot een buitenplaats.
Vrijwel alle buitenplaatsen beschikten over tuinen, waar niet alleen siergewassen maar ook groenten en fruit werden gekweekt. Van de eigenaar van de buitenplaats Endeldijk is bekend dat hij een gedeelte van zijn grondbezit heeft gesplitst in tuinbouwpercelen. Op elk perceel werd een woonhuis gebouwd, waarna het tuinbouwbedrijf in pacht werd uitgegeven. Deze zogenaamde nieuwe tuinen werden in het laatste kwart van de 18e eeuw gerealiseerd en kunnen daarom worden aangemerkt als een van de eerste planmatige ontwikkelingen van de tuinbouw.
In het gebied zichtbare en beleefbare onderdelen van de historie:
- het oorspronkelijke slingerende en iets hoger liggende dijklichaam van de Endeldijk-Mariëndijk;
- de gebiedsbegrenzing door de aanwezigheid van de oorspronkelijke kavelsloten;
- de verkaveling met de kleinschalige glas en vollegrond tuin aan de kant van de Middel Broekweg.
Huidige kwaliteiten
In het gebied is een aantal kwaliteiten te onderscheiden welke in de planvorming omtrent deze ontwikkeling in overweging zijn genomen.
- het open lint langs de Endeldijk met in voorkomende particulieren tuinen enkel bijzonder waardevolle bomen;
- het water- en wegenknooppunt bij de Nieuwe Tuindersvaart;
- de rechte kavelsloten waarvan de buitenste de oorspronkelijke grenzen van de buitenplaats vormen. Het waterpeil van alle watergangen is boezempeil;
- de voetgangersbrug ter plaatse van de nieuw gegraven verbindingssloot;
- een gemetselde schoorsteen van één van de kleinschalige tuinderijen;
- de verkaveling in het zuidelijk gedeelte aangrenzen op de Middel Broekweg.
Huidige situatie
Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 3 ha en bestaat uit vier deelgebieden of raaien. Tussen de raaien liggen watergangen. Deze watergangen staan in verbinding met elkaar en met het boezemwater van de Nieuwe Vaart. De oevers zijn grotendeels onbeschoeid en op enkele plaatsen is de aanwezige beschoeiing verouderd.
Het plangebied is op dit moment grotendeels onbebouwd. De vroegere bebouwing met kassen is gesloopt. Ten noorden en ten westen van het plangebied zijn woningen gelegen. Aan de noordoost-, oost- en zuidoostzijde van het plangebied liggen diverse (glastuinbouw)bedrijven. De percelen van deze bedrijven zijn bijna volledig bebouwd met kassen voor de glastuinbouw.