Artikel 26 Algemene procedureregels
26.1
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, gelden de volgende procedureregels:
-
a. burgemeester en wethouders maken het voornemen om ontheffing te verlenen en de terinzagelegging van de aanvraag tevoren in een of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;
-
b. het ontheffingsverzoek ligt gedurende een termijn van twee weken in het gemeentekantoor voor belanghebbenden ter inzage;
-
c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van een ieder om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk een zienswijze tegen het voornemen ontheffing te verlenen in te dienen;
-
d. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit nader met redenen omkleed ten aanzien van de ingediende zienswijzen;
-
e. burgemeester en wethouders stellen de indieners van een zienswijze in kennis van hun besluit.
26.2
Bij de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen zoals dit onderdeel uitmaakt van dit plan, gelden de volgende procedureregels:
-
a. burgemeester en wethouders maken het voornemen om nadere eisen te stellen tevoren in een of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;
-
b. het voornemen om nadere eisen te stellen ligt gedurende een termijn van twee weken in het gemeentekantoor voor belanghebbenden ter inzage;
-
c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk een zienswijze in te dienen tegen het voornemen om nadere eisen te stellen;
-
d. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit nader met redenen omkleed ten aanzien van de ingediende zienswijzen;
-
e. burgemeester en wethouders stellen de indieners van een zienswijze in kennis van hun besluit.
26.3
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, gelden de procedureregels zoals bepaald in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met dien verstande dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzagelegging omtrent de uitwerking of wijziging besluiten.
26.4
Bij het verlenen van een aanlegvergunning, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, gelden de procedureregels zoals bepaald in artikel 3.16 van de Wet ruimtelijke ordening.