direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene bouwregels
Plan: Hoogeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.obp0002-0002

Artikel 22 Algemene bouwregels

22.1 Ondergrondse bouwwerken

De regels van dit plan zijn van overeenkomstige toepassing op ondergrondse bouwwerken.

22.2 Hoogteaanduidingen

De hoogte mag worden overschreden door antenne-installaties, mits deze voldoen aan het bepaalde onder 22.3 en door schoorstenen, liftkokers, luchtbehandelingkasten, trappenhuizen, dakkapellen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen.

22.3

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

  • a. van erfscheidingen tussen voorgevelrooilijn en de openbare weg, 1,00 meter;
  • b. van erfscheidingen elders, 2,00 meter;
  • c. van antennes ten behoeve van de telecommunicatie niet zijnde schotelantennes, 5,00 meter;
  • d. van overkappingen, 3,00 meter;
  • e. van straatmeubilair, 3,00 meter;
  • f. van schotelantennes, 3,00 meter;
  • g. van fietsenberging in de voortuin bij woningen grenzend aan het water binnen de bestemming wonen-I, 1,50 meter;
  • h. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,00 meter.

22.4 Overschrijding bouwgrenzen

Aangegeven bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden en funderingen;
  • b. bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
  • c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt;
  • d. erkers, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,00 meter bedraagt, maximaal 60% van de voorgevel, tot de eerste bouwlaag en 1,00 meter uit de erfscheiding/grens;
  • e. rookkanalen, indien de overschrijding niet meer dan 0,75 meter bedraagt;
  • f. balkons indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,00 meter bedraagt;
  • g. putten, leidingen, goten en inrichtingen voor de watervoorziening of de afvoer of verzameling van water rioolstoffen; hijsinrichtingen, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.

22.5 Veiligheidzone - leiding

Binnen de op de kaart aangegeven gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' mogen geen milieugevoelige nieuwe (beperkt of bijzonder) kwetsbare functies (woningen en/of andere bebouwing) welke voorzien in een regelmatig verblijf van personen worden gerealiseerd.

22.6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde onder 22.5, voor de bouw van nieuwe beperkt of bijzonder kwetsbare objecten binnen de op de kaart gegeven gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' indien op grond van technische, planologische, bedrijfseconomische en/of bedrijfsdoelmatige redenen vestiging van kwetsbare objecten binnen de onder 22.5 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is.

Alvorens ontheffing te verlenen met betrekking tot de veiligheidsaspecten dient door burgemeester en wethouders op basis van een berekening van het groepsrisico, advies te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder en de regionale brandweer.