3.5.1 Wettelijk kader
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Nationaal beleid
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.
Provinciaal beleid
Het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor die periode. Het vervangt het provinciaal waterbeleid zoals dat is vastgelegd in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2006) en vervangt het Grondwaterplan 2007-2013 en beschrijft dan ook het strategische grondwaterbeleid voor Zuid-Holland. Verder voldoet het plan aan de eisen van de nieuwe Waterwet. De provincie vertaalt in dit plan het beleid uit het nationaal waterplan en het huidige Europese beleid naar provinciale kaders en doelstellingen voor de periode 2010-2015. Conform de herziene sturingsvisie water gaat het met name om de 'wat' vraag. De waterschappen beantwoorden in hun waterbeheerplannen vervolgens vooral de 'hoe' vraag. De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). In de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen met betrekking tot het water en waterstaatswerken in bestemmingsplannen. De provincie heeft in samenwerking met de gemeente Westland een eindrapport opgesteld over Westlandse waterlijnen, een project dat de vaartenstructuur in het Westland probeert te versterken.
Waterschapsbeleid
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Het beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de Legger.
De verbreding van bestaande boezemwateren en de aanleg van nieuwe verbindingen bieden kansen om een groot aantal maatregelen, die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water te realiseren en het watersysteem robuuster te maken. Waar mogelijk worden natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook met het terugdringen van rioolvreemd water en het verminderen van riooloverstorten snijdt het mes aan meerdere kanten tegelijk: het riool en de afvalwaterzuiveringsinstallaties (awzi’s) kunnen met minder capaciteit uit de voeten, het minder verdunde vieze water is efficiënter te zuiveren, en er komt minder vies water rechtstreeks in het oppervlaktewater. Het waterplan van de Gemeente Westland zal in de periode 2010 – 2015 worden uitgevoerd. Omdat het bij de ruimtelijke ontwikkelingen in het glasgebied vaak om relatief kleinschalige projecten gaat, zal er nadrukkelijk samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente en de glastuinbouwsector worden gezocht om de kansen voor water in deze projecten optimaal te benutten. Dit gebied levert kansen om de wateropgave te realiseren door middel van innovatief meervoudig ruimtegebruik, met behoud van voldoende robuustheid en ruimte voor ecologie in het systeem.
Ten slotte is in 2012 een Handreiking Watertoets voor gemeenten opgesteld. Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten:
- beleidskader omtrent water;
- waterkeringen;
- waterkwantiteit;
- waterkwaliteit en ecologie;
- afvalwater en riolering.
Gemeentelijk beleid
Het Westland 2009-2015, met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2030 en de daarbij horende doelstellingen tot 2015 beschreven. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water en zichtbaar water'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.
3.5.2 Onderzoek
Het glastuinbouwgebied Boomawatering is globaal gelegen tussen de kernen Monster en Poeldijk. Het gebied wordt begrensd door de Madeweg in het noorden, de Van Elswijkbaan in het oosten, Vredebestlaan in het zuidoosten, de Monsterseweg en de Poeldijkseweg in het zuiden en de Molenweg in het westen. Het gebied is ca. 250 ha groot. Het grootste deel van het plangebied behoort tot het boezemgebied. Daarnaast beslaat het plangebied een deel van de polders Zwartenhoek en Dijkpolder. Het gebied wordt doorsneden door de primaire boezemwatergang Boomawatering, welke een belangrijke afvoerende functie vervult vanuit het boezemgebied van het Westland richting Den Haag.
begrenzing Boomawatering (in het westen Polder Zwartenhoek en in
het oosten de Dijkpolder).
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied liggen een aantal boezemwaterkeringen. Deze boezemwaterkeringen zijn gelegen in het oostelijke deel van het plangebied waar de Dijkpolder een aantal keer doorsneden wordt door boezemwater. Deze waterkeringen hebben een veiligheidsklasse III, waar een veiligheidsnorm (overschreidingsfrequentie) van eens in de 100 jaar bij hoort. De boezemkaden liggen verder langs de Boomawatering (noorden plangebied), de Nieuwe Vaart (zuiden plangebied) en de zijtakken van deze beide watergangen. Alle boezemwaterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de veiligheidsklasse. Voor de boezemkaden binnen de Dijkpolder gelden de kern- en beschermingszones conform de legger regionale waterkeringen.
Waterkwantiteit
In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik opgenomen. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop het gebied moet zijn ingericht. Delfland heeft deze normen vertaald naar normen voor de afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem en de polders (ABC Delfland normen). Voor het glastuinbouwgebied Boomawatering is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Dit beschermingsniveau is door Delfland vertaald naar een bergingsnorm van 325 m3/ha. Feitelijke omstandigheden kunnen er voor zorgen dat gebiedsgericht maatwerk nodig is voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Ook binnen bestaande functies is toename van de verharding ongewenst als dat leidt tot een toename van de kans op wateroverlast. Instrumenten en criteria om de toename van verharding te voorkomen moeten verder verkend worden. Voor de opname van deze instrumenten en criteria in de voorschriften om de kans op wateroverlast door toename van verharding te voorkomen zal ook verder verkend worden. Voor het hele gebied geldt de beleidsregel ‘dempen is graven’.
Het gebied Boomawatering is kwetsbaar bij hevige regen waardoor er plaatselijk wateroverlast in het gebied kan ontstaan. Herstructurering van het gebied biedt kansen tot verbetering van het watersysteem en de waterveiligheid. Gebiedsgericht maatwerk is nodig om de kwetsbaarheid van het systeem te verminderen en de kans op wateroverlast te verkleinen, en de structuur van het watersysteem te verbeteren. Dit kan conventioneel door aanleg van open water, maar ook door ophogen van percelen, of het vasthouden van regenwater op de plek waar het valt. In het kader van de herstructurering streven de gemeente Westland en Delfland naar het zoveel mogelijk benutten van kansen om het gewenste beschermingsniveau te behalen. Hiertoe is intensieve samenwerking met de initiatiefnemer nodig om de mogelijkheden te bekijken.
Waar nodig kunnen poldergebieden in het kader van de herstructurering worden toegevoegd aan het boezemland. Hierbij wordt het standstill principe gehanteerd, wat betekent dat deze verandering niet tot verslechtering van het beschermingsniveau mag leiden.
Waterkwaliteit en ecologie
De huidige aquatisch-ecologische toestand binnen het gebied Boomawatering is slecht. Als één van de oorzaken voor de slechte waterkwaliteit wordt de glastuinbouw gezien. Binnen het gebied Boomawatering zijn nog vele oude kassen te vinden en zijn de bedrijven nog relatief klein. Het spuien van drainwater en drainagewater vindt naar verwachting op kleine schaal en diffuus door het gehele gebied plaats.
In het Kader van de herstructurering wordt er gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Ten aanzien van de KRW maatregelen moet er rekening worden gehouden met de afspraken uit de Bestuursovereenkomst KRW Delfland en de afspraken die op dit moment gemaakt worden voor het Stroomgebiedbeheerplan 2015-2021.
Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van deze overeenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen.
Riolering en afvalwater
Het afvalwater van woningen en bedrijven in het gebied Boomawatering wordt afgevoerd middels het lokale rioolstelsel en daarna afgevoerd naar de afvalwaterzuivering Houtrust te Scheveningen. Voor zover bekend zijn er geen problemen bekend omtrent de capaciteit van riolering of zuivering. In het kader van de riolering buitengebied is het rioleringsstelsel in het gebied Boomawatering onlangs uitgebreid en aangepast. Dit betreft een zogenaamd gescheiden Rioolstelsel. In het kader van de herstructurering zijn o.a. het afkoppelen en vasthouden van hemelwater en het voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater belangrijke aandachtspunten.
Beheer en onderhoud
Het beheer en onderhoud van de bestaande situatie is vastgelegd in de Delflandse keur. Het onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. In de legger wateren staat de onderhoudsplichtige benoemd. Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. Wanneer de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, treedt de initiatiefnemer in overleg met Delfland.