Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Nassaustraat achter 2 Maasdijk
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.gba00000004-onhe

2.1 Beleidskader

2.1.1 Gemeentelijk beleid

Visie Greenport Westland
Door de gemeente Westland is de Greenportvisie ontwikkeld. De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Op de plankaart is het plangebied aangegeven als compact dorps.
Een groot deel van de woningbouwproductie dient opgevangen te worden binnen de bestaande ruimtelijke mogelijkheden. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de bebouwingscontouren van de Provinciale Structuurvisie, want verdichting van de kernen door het toevoegen van woningen gaat steeds belangrijker worden. De verdichting komt mede voort uit het vergroten van het draagvlak voor het voorzieningenniveau en het behouden van duurzaam glas in het buitengebied. 
 
Evaluatie Greenport Visie Westland 2020 (2010)
Deze evaluatie van de Greenportvisie verwoordt het standpunt van de raad over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met besluiten per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie. Voor het wonen zijn de volgende beleidsuitgangspunten relevant.
Analyse van de woningbouw laat zien dat de woningvoorraad tussen 2004 en 2009 met 2.000 is toegenomen. De uitleglocaties zijn vrijwel allemaal in ontwikkeling genomen, maar de verdichting van de kernen blijft achter bij het gestelde doel. Tot 2020 kan de woningbehoefte opgevangen worden met de bestaande locaties zoals aangegeven op de plankaart van de Greenportvisie inclusief een bijgestelde verdichtingsopgave.
De woningbouwopgave blijft ambitieus, maar wel realistisch. De oorspronkelijke woningbouwopgave tot 2020 wordt naar beneden bijgesteld. Voor de periode 2009 tot 2020 is de ambitie om 6.300 woningen netto aan de woningvoorraad, inclusief Westlandse Zoom, toe te voegen. Het gaat daarbij om 2.000 woningen op inbreidingslocaties in de kernen.

2.1.2 Regionaal beleid

Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020
Op 16 april 2008 is door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor de regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor locale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen etc. In het structuurplan is het betrokken gebiedsdeel aangewezen voor “Verdichten binnen stedelijk gebied" (projectenkaart Haaglanden 2020).

2.1.3 Provinciaal beleid

Provinciale Staten hebben op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. In de Visie op Zuid Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie.  
In ‘Visie op Zuid-Holland’ staat hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven:
-  aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
-  duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie
-  divers en samenhangend stedelijk netwerk
-  vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
-  stad en land verbonden.
Ook de instrumenten van de provincie komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet'. Volgens de kaart van de Structuurvisie zijn de onderhavige gronden aangewezen als "stads en dorpsgebied". Binnen de voornoemde aanduiding wordt ruimte geboden aan wonen, werken en andere stedelijke voorzieningen. De bouw van het betreffende pand voor de woonfunctie past hier binnen.

2.1.4 Rijksbeleid

Nota Ruimte
Door toevoeging van de Uitvoeringsagenda heeft de Nota Ruimte het karakter van een structuurvisie gekregen. Concrete beleidsbeslissingen van het rijk moeten worden overgenomen in bestemmingsplannen.
In de Nota Ruimte zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland vastgelegd. Daarbij gaat het om inrichtingsvraagstukken tussen nu en 2020 met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven. De nota heeft vier algemene doelstellingen:
·         versterken van de economie (oplossen van ruimtelijke knelpunten).
·         krachtige steden en een vitaal platteland (bevordering leefbaarheid en economische vitaliteit in stad en land).
·         waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden).
·         veiligheid (voorkoming van rampen).
Voor het projectgebied specifiek is geen concrete beleidsbeslissing van het rijk in voorbereiding of vastgesteld. Het afwijken naar woondoeleinden in stedelijk gebied past binnen het gestelde Rijksbeleid.

2.1.5 Conclusie

 
Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat het omzetten van de maatschappelijkebestemming van het perceel naar wonen past in het overheidsbeleid.