Plan: | Kern De Lier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abp0002-onhe |
Watertoets en waterbeheer
Voor het bestemmingsplan is de watertoets wettelijk verplicht. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Hoogheemraadschap van Delfland. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Westland. In het kader van de verplichte watertoets is over dit bestemmingsplan overleg gevoerd met de waterbeheerder. Vervolgens zijn de aandachtspunten van de waterbeheerder verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Nationaal beleid
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.
Provinciaal beleid
Het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor die periode. Het vervangt het provinciaal waterbeleid zoals dat is vastgelegd in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (2006) en vervangt het Grondwaterplan 2007-2013 en beschrijft dan ook het strategische grondwaterbeleid voor Zuid-Holland. Verder voldoet het plan aan de eisen van de nieuwe Waterwet. De provincie vertaalt in dit plan het beleid uit het nationaal waterplan en het huidige Europese beleid naar provinciale kaders en doelstellingen voor de periode 2010-2015. Conform de herziene sturingsvisie water gaat het met name om de 'wat' vraag. De waterschappen beantwoorden in hun waterbeheerplannen vervolgens vooral de 'hoe' vraag.
De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). In de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen met betrekking tot het water en waterstaatswerken in bestemmingsplannen.
De provincie heeft in samenwerking met de gemeente Westland een eindrapport opgesteld over Westlandse waterlijnen, een project dat de vaartenstructuur in het Westland probeert te versterken. Uit de kaart bladzijde 10 van het rapport, blijkt dat er één knelpunt aanwezig is ter hoogte van de Bree-Lee. Deze te lage brug belemmert de doorvaart van recreatie. In het bestemmingsplan is voor deze locatie de bestemming 'Water' opgenomen. Hierin is het mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op te richten met een hoogte van 3 m. Mochten er in de toekomst plannen zijn om de brug op te hogen, dan is dat op basis van dit bestemmingsplan mogelijk.
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap van Delfland de strategische keuzes, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het Hoogheemraadschap gaat het beheer en onderhoud van het watersysteem optimaliseren en zal daarbij flink investeren in waterkwaliteit, waterkeringen en het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Voor de zuiveringstechnische infrastructuur ligt de nadruk op beheren, onderhouden en optimaliseren.
In het kader van de afstemming van het waterbeleid met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening heeft het Hoogheemraadschap in 2007 een Waterkansenkaart opgesteld. Deze Waterkansenkaart kan gezien worden als de nadere, gebiedsspecifieke uitwerking van de Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland. Ten slotte is in 2007 een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Met deze handreiking wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het Hoogheemraadschap Delfland procedureel en inhoudelijk omgaat met de watertoets.
Gemeentelijk beleid
Het Westland 2009-2015, met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2030 en de daarbij horende doelstellingen tot 2015 beschreven. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water en zichtbaar water'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies.
In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied betreft de bebouwde kom van de kern De Lier, uitgezonderd het bedrijventerrein Hondert Margen en de woongebieden ten zuidoosten van de Bleijenburgh/Markenborgh. Het plangebied is grotendeels verhard (stedelijk gebied). De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP 0 m en bodem bestaat uit zware zavel (kleihoudend zand).
Volgens de Bodemkaart van Nederland is ter plaatse van het plangebied sprake van grondwatertrap IV. Dat betekent dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m onder het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,8 m en 1,2 m onder het maaiveld ligt. Hydrologisch gezien betreft het infiltratiegebied.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied bevindt zich een aantal waterkeringen. Het betreft de waterkeringen langs het Zwethkanaal, langs het Breelee, langs de Blakervaart, alsmede de Hoogweg en de Zijtwende.
Waterkwantiteit
Het plangebied ligt vrijwel geheel in polderland, dat betekent dat het gebied met behulp van gemalen afwatert op het boezemstelsel. Het peil ten noorden van de Lee- of Lierwatering bedraagt NAP -1,85 m. Ten zuiden van de Lee- of Lierwatering en ten westen van de Hoogweg is het waterpeil NAP -1,52 m. Ten zuiden van de Lee- of Lierwatering en ten oosten van de Hoogweg is het waterpeil NAP -1,85 m. Het plangebied bevat momenteel onvoldoende bergend vermogen bij hevige en/of langdurige regenval. In het plangebied bevinden zich diverse watergangen.
De Breelee wordt aangemerkt als primair boezemwater, hier bedraagt het boezempeil NAP -0,4 m. Ook het boezemstelsel bevat onvoldoende bergend vermogen bij hevige en/of langdurige regenval.
Afvalwater en riolering
De Lier is aangesloten op een gemengd rioolstelsel. In het plangebied bevinden zich een behoorlijk aantal riooloverstorten.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Binnen of in de omgeving van het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. Het is niet bekend wat de waterkwaliteit van het oppervlaktewater is.
Duurzaam stedelijk waterbeheer in toekomstige situatie
Algemeen
Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats. Dit bestemmingsplan biedt daarom weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en –beheer te verbeteren. Mochten er in de toekomst ontwikkelingen plaatsvinden, dan is het van belang om de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer, overeenkomend met het beleid van het Hoogheemraadschap van Delfland, daar waar mogelijk toe te passen.
Veiligheid en waterkeringen
De waterkeringen hebben een Keurzone (kernzone en beschermingszone). Ingeval van toekomstige werkzaamheden binnen deze zones dient bij het Hoogheemraadschap van Delfland een watervergunning te worden aangevraagd.
Waterkwantiteit
Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats naar aanleiding waarvan het bestaande waterbergingstekort kan worden verkleind. Mochten er in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, dient hierbij een bergend vermogen van 325 m³/ha te worden gerealiseerd.
In het waterplan voor Westland wordt gesteld dat bij stedelijke herstructureringen kansen bestaan voor een vergroting van het waterbergend vermogen. Ten oosten van de Sportlaan is een oppervlak van 0,8 ha als zoekgebied aangeduid.
Afvalwater en riolering
De huidige rioolstelsels blijven gehandhaafd. Bij mogelijke toekomstige ontwikkelingen dient een gescheiden rioolstelsel te worden aangelegd. Dit betekent dat hemelwater afkomstig van schone verharde oppervlakken wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Afvalwater wordt uiteraard afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. In dat geval wordt voldaan aan de Leidraad rioleringen West-Nederland en de Beslisboom Afkoppelen. Voor toekomstige lozingen (van schoon hemelwater) op oppervlaktewater dient een watervergunning te worden aangevraagd.
Volgens het waterplan van Westland behoren de Lee of Breelee en de Lee- of Lierwatering tot de boezemwatergangen die deel uitmaken van het waterlichaam waarvoor specifieke maatregelen getroffen moeten worden in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Voor het realiseren van een natuurvriendelijke inrichting om de waterkwaliteit te verbeteren, moeten de boezemwatergangen verbreed worden om te voorkomen dat dit ten koste gaat van de bergings- en afvoercapaciteit van de boezemwatergangen. De realisatie van deze maatregelen is mogelijk op basis van de bestemmingslegging in dit bestemmingsplan.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Toekomstige ontwikkelingen kunnen aanleiding geven tot maatregelen die een betere waterkwaliteit en hogere ecologische waarden tot gevolg hebben. Hierbij kan gedacht worden aan het combineren van waterberging met de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
In ieder geval mogen ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de waterkwaliteit. Om die reden dienen toekomstige bouwwerkzaamheden uitgevoerd te worden met duurzame, niet-uitloogbare materialen (dus geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen.
Beheer en onderhoud
In zijn algemeenheid geldt dat voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem bij het Hoogheemraadschap van Delfland een watervergunning dient te worden aangevraagd. Ook voor werkzaamheden binnen de keurzone van waterkeringen dient een watervergunning aangevraagd te worden.
Water en waterkeringen in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan worden de watergangen bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone inclusief de beschermingszone) geldt de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
Conclusie
Aangezien dit bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk maakt, bestaan er nu geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Ingeval van toekomstige ontwikkelingen dienen de aandachtspunten uit deze paragraaf in acht te worden genomen.