direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Kern De Lier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp0002-onhe

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

3.1.1 Algemeen
  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen en water;

3.1.2 Afwijkende functies

Met dien verstande dat in afwijking van 3.1.1 tevens zijn toegestaan:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 2852.2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1': tevens detailhandel en dienstverlening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': een rioolgemaal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen op de onder 3.1 genoemde gronden gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen de op de planverbeelding aangegeven bouwvlakken gebouwd;
  • b. het totale oppervlak van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel;
  • c. indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • e. de goothoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • f. indien de bedrijfsgebouwen en overkappingen niet in de erfgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tot de erfgrens ten minste 1,5 m.

3.2.2 Bedrijfswoningen

In aanvulling op het bepaalde onder 3.2.1 gelden voor bedrijfswoningen en bijbehorende aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen en erkers de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de bouwaanduiding 'sba - 9' is uitsluitend een grondgebonden bedrijfswoning toegestaan;
  • b. herbouw en/of vergroting van bedrijfswoningen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bouwaanduidingen 'sba - 9';
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste ten hoogste 600 m³;
  • d. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 6 m, de bouwhoogte ten hoogste 10 m;
  • e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding 'tuin', waarbij de minimale afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m bedraagt;
  • f. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van de oppervlakte ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' zonder de bouwaanduiding 'sba - 9' tot een maximum van 50 m²;
  • g. indien de oppervlakte ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' zonder de bouwaanduiding 'sba - 9' meer dan 100 m² bedraagt, mag bij de maximale oppervlakte van 50 m² een percentage van 10% van het meerdere worden opgeteld, tot een maximum van 75 m²;
  • h. indien niet in de erfgrens wordt gebouwd, bedraagt de afstand tot de erfgrens ten minste 1 m;
  • i. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 0,3 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw op de aangrenzende gronden;
  • j. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • k. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • l. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • m. de diepte van een aan- en uitbouw bij een vrijstaande woning, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan gebouwd wordt, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • n. de diepte van een aan- en uitbouw bij een aaneengebouwde of half vrijstaande woning, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan gebouwd wordt, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • o. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • p. erkers zijn uitsluitend toegestaan binnen de functieaanduiding 'tuin' en/of de bouwaanduiding 'sba - 9';
  • q. de erker wordt ten minste 0,5 m uit de zijgevel van het hoofdgebouw en ten minste 0,5  m uit de kap gebouwd;
  • r. de diepte van een erker bedraagt ten hoogste 1/3 van de afstand van de voorgevel tot e voorste erfgrens met een diepte van maximaal 1,5 m;
  • s. de breedte van een erker bedraagt ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel;
  • t. de bouwhoogte van een erker bedraagt ten hoogste 3 m of 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning met een maximum van 4 m;
  • u. de afstand van de voorzijde van de erker tot de openbare weg bedraagt ten minste 1,5 m.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • a. van erfafscheidingen tussen de openbare weg en 2 m achter de voorgevelrooilijn: 1 m;
  • b. van erfafscheidingen elders: 2 m;
  • c. van vlaggenmasten: 6 m;
  • d. van portaalkranen: 8 m;
  • e. van reclamezuilen of -constructies: 10 m;
  • f. van silo's: 12 m;
  • g. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent situering van de gebouwen, met dien verstande dat:

  • a. geëist mag worden dat de onderlinge afstand tussen de gebouwen ten minste 3 m moet bedragen;
  • b. daardoor de gebruikswaarde van het bedrijventerrein niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. geen inbreuk wordt gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak zoals aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)'.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Gebruik van gebouwen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. geluidshinderlijke inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. opslag en verkoop van consumentenvuurwerk zijn niet toegestaan;
  • d. onzelfstandige kantoren zijn toegestaan mits het bedrijfsvloeroppervlak ten hoogste 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak bedraagt tot een maximum van 3.000 m²;
  • e. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • f. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering ter plaatse van de functieaanduiding '(dh)';
  • g. de vestiging van internetwinkels is toegestaan, indien er uitsluitend sprake is van een opslag- en verzendfunctie en geen gebruik wordt gemaakt van een showroom, tenzij er sprake is van een vergunde, afwijkende situatie;
  • h. showrooms zijn niet toegestaan, tenzij er sprake is van een vergunde, afwijkende situatie.

3.4.2 Opslag

Het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor de opslag van goederen.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1genoemd.

Afwijken ten behoeve van showrooms

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 om showrooms toe te staan indien de uit te stallen goederen behoren tot de normale bedrijvigheid/bedrijfsvoering en de oppervlakte van de showroom niet meer dan 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 75 m² bedraagt.