Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerrein De Lier
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.abp00000016-ONHE

3.2 Bedrijven en milieuzonering

3.2.1 Wettelijk kader
Voor de milieuzonering van bedrijven in ruimtelijke plannen geldt in het algemeen geen wettelijk kader. Wel is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies, zoals woningen:
  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.
Met het oog hierop is in het bestemmingsplan gezorgd voor voldoende afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Met behulp van een milieuzonering is in het plangebied aangegeven welke bedrijfsactiviteiten op een locatie kunnen worden uitgeoefend. De milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De milieuzonering en de gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).
 
Rijks- en provinciaal beleid
Het kabinet heeft met provincies en gemeenten een convenant gesloten over een nieuwe aanpak van bedrijventerreinen. Doel is het stimuleren van een gezond economisch vestigingsklimaat waarbij open landschappen worden gespaard, verrommeling wordt tegengegaan en duurzaamheid wordt gestimuleerd. Uitgangspunt is dat eerst op bestaande terreinen naar ruimte voor bedrijvigheid wordt gezocht, voordat tot de aanleg van nieuwe terreinen wordt overgegaan. In de provinciale verordening Ruimte wordt het bedrijventerrein "Leehove" aangewezen als bestaand bedrijventerrein. Op grond van de provinciale verordening dient bij bestaande bedrijventerreinen de hoogst mogelijke milieucategorie passend bij de omgeving mogelijk gemaakt te worden. Het rijks- en provinciaal beleid gaat dus uit van een betere benutting van bestaande terreinen, eerder dan de aanleg van nieuwe terreinen.
 
Gemeentelijk beleid
De gemeente Westland heeft in de Bedrijventerreinenvisie 2008 een strategie voor milieuhinderlijke bedrijvigheid opgesteld. Hierin is het uitgangspunt neergelegd dat de gemeente Westland het niet wenselijk acht om milieuhinderlijke bedrijvigheid (categorie 5 en 6) meer ruimte te geven. Dergelijke bedrijvigheid krijgt binnen de gemeentegrenzen geen uitbreidingsmogelijkheden. Daarnaast heeft de gemeente specifiek beleid opgesteld voor de integrale benadering van de milieuzonering voor de bestemmingsplannen voor de diverse bedrijventerreinen binnen de gemeente. Een uitgebreide toelichting op dit beleid is te vinden in Bijlage 4. Hieronder wordt deze benadering kort toegelicht.
3.2.2 Onderzoek
Gevoelige bestemmingen en gebiedstypen; uitgangspunten milieuzonering
De deelgebieden "De Hondert Margen", "Leehove" en "Leeweg" zijn een lokaal bedrijventerrein waar geen functiemenging gewenst is. Ook geldt voor deze gebieden geen geluidszone op grond van de Wet geluidhinder. Daarom is in dit bestemmingsplan voor deze delen van het plangebied gebruikgemaakt van de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten (hierna: Standaard SvB). Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Standaard SvB wordt verwezen naar Bijlage 1 van deze toelichting.
Het deelgebied Westerlee is in de Bedrijventerreinenvisie aangewezen als agrologistiek bedrijventerrein. Meer specifiek gaat het om een agrogerelateerd bedrijventerrein. Agrogerelateerde bedrijven zijn bedrijven die gericht zijn op ondersteuning aan de (glas)tuinbouw. Hieronder vallen ook de agrologistieke bedrijven. Dit zijn bedrijven gericht op transport, handel en/of distributie vanuit de (glas)tuinbouw afkomstige producten, waarbij op- en overslag, inclusief het verwerken en verpakken is toegestaan. Ook op dit deel van het plangebied is geen functiemenging gewenst. Ook hier geldt geen geluidszone op grond van de Wet geluidhinder. Daarom is in de milieuzonering voor dit deel van het bestemmingsplan gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Agrogerelateerd (hierna: SvB Agrogerelateerd).
Bij de milieuzonering dient rekening te worden gehouden met diverse bedrijfswoningen binnen het plangebied, de woningen op het bedrijventerrein en de woningen direct langs het bedrijventerrein (zowel binnen als net buiten het plangebied).
 
Bedrijfswoningen
De bedrijfswoningen op het bedrijventerrein worden gehandhaafd. Voor dit type woningen worden minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat gesteld door de aanwezigheid van het (vaak eigen) bedrijf en de hinder die dit veroorzaakt. Voor nieuwe bedrijventerreinen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat naast bedrijfswoningen, bedrijven uit maximaal categorie 2 toelaatbaar zijn. Omdat het in dit geval gaat om een bestaande situatie en nieuwe bedrijfswoningen niet mogelijk worden gemaakt, wordt daar flexibeler mee omgegaan. Direct aangrenzend aan bedrijfswoningen, zijn bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan. Dit betekent dat bij de milieuzonering voor bedrijfswoningen met 2 afstandsstappen wordt afgeweken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Het afwijken van de richtafstanden ten opzichte van bedrijfswoningen wordt hier aanvaardbaar geacht, omdat de aanwezigheid van bedrijfswoningen binnen het plangebied in de regel een historisch gegroeide situatie betreft. Bovendien is wegbestemmen van de momenteel aanwezige bedrijfswoningen financieel niet haalbaar noch gewenst.
 
Woningen op het bedrijventerrein
Op het bedrijventerrein zijn ook burgerwoningen aanwezig. Het betreft hier gemengd gebied, zodat in ieder geval met 1 afstandsstap van de richtafstanden mag worden afgeweken. Op het bedrijventerrein De Lier gaat het echter niet om reguliere burgerwoningen. Ook de ligging van de burgerwoningen op het bedrijventerrein is in het algemeen het resultaat van een historisch gegroeide situatie. Deze woningen waren in het verleden aan bedrijvigheid gelieerd en zijn later in gebruik genomen als burgerwoning. In de praktijk zijn enkele van deze woningen nog steeds aan bedrijvigheid gelieerd. Met deze historisch gegroeide situatie moeten eventuele omliggende bedrijven in de huidige situatie reeds rekening houden. Omdat het vanuit het effectief gebruik van de ruimte op een bedrijventerrein als De Lier onwenselijk is burgerwoningen te hebben, is ter plaatse van deze woningen een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hierdoor is geregeld dat de bestemming van de woningen op termijn kan worden gewijzigd in de bestemming bedrijventerrein. Het wegbestemmen van deze woningen is financieel niet haalbaar noch gewenst.
Het gaat hier in de regel dus om een historisch gegroeide situatie die de gemeente door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid op termijn wil beëindigen. Om deze reden vindt de gemeente het aanvaardbaar om bij deze woningen 2 afstandsstappen af te wijken van de richtafstanden uit de Standaard SvB. Dit houdt in dat direct naast deze woningen bedrijven uit maximaal categorie 3.1 van de Standaard SvB zijn toegestaan. Bedrijven uit categorie 3.2 zijn op een afstand van 30 m toegestaan en bedrijven uit categorie 4.1 op een afstand van 50 m.
 
Woningen in de directe omgeving van het bedrijventerrein
Ten noorden, zuiden en westen van het plangebied ligt een aantal verspreid liggende woningen. Deze woningen liggen in de directe omgeving van glastuinbouwbedrijven en het bedrijventerrein De Lier. Deze woningen behoren, juist vanwege de ligging in de directe omgeving van bedrijven, tot het omgevingstype 'gemengd gebied'. Bij deze woningen wordt daarom met 1 afstandsstap afgeweken van de richtafstanden uit de Standaard SvB.
 
Rustige woonwijken
De woonwijken in de kern De Lier worden als rustige woonwijken beschouwd. In deze woonwijken is geen sprake van functiemenging. Tussen deze woonwijken en het plangebied is een duidelijke ruimtelijke afscheiding in de zin van een groenstrook. Ten opzichte van deze woningen worden de richtafstanden uit de Standaard SvB dan ook onverkort gehanteerd teneinde een goed woon- en leefklimaat te garanderen.
 
Daar waar de verschillende normen met elkaar overlappen, wordt ten gunste van de strengste norm besloten. Als de afstand tot een bedrijfswoning bijvoorbeeld categorie 3.2 toestaat, maar de afstand tot een rustige woonwijk slechts categorie 2 toestaat, krijgt het betreffende bedrijfsperceel dus een algemene toelaatbaarheid van categorie 2. De gemeente Westland kiest voor bedrijvigheid door nog een extra stap af te wijken van de normen die gelden voor gemengd gebied bij gevoelige functies op het bedrijventerrein zelf. Er kan echter niet zover worden gegaan dat het gunstige woon- en leefklimaat van rustige woonwijken wordt aangetast.
 
Uitwerking milieuzonering
Op grond van de eerdergenoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de verbeelding opgenomen. Hierbij is uitgegaan van de richtafstanden zoals genoemd in De Standaard SvB en de SvB Agrologistiek en de afwijkingen hiervan zoals hierboven beschreven. De milieuzonering is weergegeven in onderstaand figuur.
 
Afhankelijk van de locatie zijn op de deelgebieden "De Hondert Margen", "Leehove" en "Leeweg" (lokale bedrijventerreinen) bedrijven uit maximaal categorie 2 tot en met 4.1 van de Standaard SvB algemeen toelaatbaar. Op het deelgebied Westerlee (agrogerelateerd bedrijventerrein) zijn bedrijven uit maximaal categorie 2 tot en met 4.2 van de SvB Agrogrelateerd algemeen toelaatbaar. Bij de milieuzonering zijn de direct afleesbare afstandslijnen zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de bestaande terreingrenzen van de aanwezige bedrijven en kavels. Slechts op enkele locaties is gekozen voor een opsplitsing van bestaande bedrijven in verschillende categorieën. Indien een bedrijf op basis van de aard van de activiteiten valt binnen twee of meerdere categorieën, is aangesloten bij de hoogste milieucategorie van het betreffende bedrijf. Bedrijven die ten tijde van het opstellen van dit plan aanwezig zijn, maar niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid, krijgen een maatbestemming (zie Bijlage 2). Uit de inventarisatie van de aanwezige bedrijven blijkt dat dergelijke situaties alleen in de deelgebieden "De Hondert Margen", "Leehove" en "Leeweg" voorkomen. Op basis van deze maatbestemming kunnen bedrijven de activiteiten voortzetten die vallen onder deze maatbestemming. Omschakeling van het bedrijf naar een andere activiteit dan in de bestemming is vermeld, kan alleen plaatsvinden wanneer deze activiteit past binnen de algemeen toelaatbare categorieën van bedrijfsactiviteiten. Bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing kan zich dan alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid.
Inrichtingen die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken - zoals bedoeld in de Wet geluidhinder - worden van vestiging in het plangebied uitgesloten. Ook de vestiging van nieuwe bedrijven die onder het Bevi vallen wordt in het plangebied uitgesloten. De bestaande Bevi-inrichtingen zijn met een specifieke functieaanduiding mogelijk gemaakt. In de paragraaf Externe veiligheid is op de risico's als gevolg van deze bedrijven ingegaan.
 
Afwijken van de gebruiksregels
De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Standaard SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Standaard SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf voor de desbetreffende activiteit toe worden gelaten. Dit geldt alleen voor bedrijven uit maximaal één categorie hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane categorie.
 
Bedrijfswoningen
In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe bedrijfswoningen toegelaten, alleen de momenteel aanwezige bedrijfswoningen worden positief bestemd. De moderne bedrijfsvoering en beveiliging vereisen in het algemeen niet meer dat er continu (toezichthoudend) personeel aanwezig is. Bovendien leidt de aanwezigheid van bedrijfswoningen tot onnodige beperkingen omtrent de toelaatbaarheid van bedrijven op het bedrijventerrein: de bouw van een bedrijfswoning betekent dat er in de naaste omgeving alleen lichte bedrijven kunnen worden toegestaan.
  
3.2.3 Conclusie
In dit bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bestaande bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.