De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waterlopen en waterplassen, zowel als natuurlijk verschijnsel als wel als netwerk voor de waterhuishouding (waterberging, wateraanvoer en waterafvoer);
de bij waterlopen en waterplassen behorende bouwwerken waaronder keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en aanlegsteigers met een maximale lengte van 1 meter;
verkeer te water;
ter plaatse van de functieaanduiding "(wl)": tevens een ligplaats voor ten hoogste één woonboot.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en de volgende regels:
10.2.1 Algemeen
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting en bruggen bedraagt ten hoogste 3 meter.
10.2.2 Woonboten
woonboten bestaan uit ten hoogste één verdieping;
de oppervlakte van een woonboot bedraagt ten hoogste 40 m².
10.2.3 Steigers
steigers worden uitsluitend evenwijdig aan de oever gebouwd;
de lengte en breedte van steigers bedraagt ten hoogste 6 meter respectievelijk 1,50 meter;
in afwijking van lid 10.2.1 bedraagt de bouwhoogte van steigers niet meer dan het peil;
de steiger mag de oeverlijn met niet meer dan 0,50 meter overschrijden.