Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- afwijkingen van voorgeschreven maten, waaronder percentages, met ten hoogste 10%;
- het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes met een goothoogte van ten hoogste 3 m ten behoeve van openbare nutsbedrijven of voor andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare gebouwtjes mits de inhoud van deze gebouwtjes niet groter is dan 60 m³ zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, toiletgebouwtjes en wachthuisjes voor verkeersdiensten;
- het bouwen van straatmeubilair of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, zoals duikers en keermuren met een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
- geringe veranderingen in de tracés van wegen en de aanpassing daaraan van de ligging en de vorm van bestemmingsgrenzen indien bij de definitieve uitmeting blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het terrein slechts kan worden aangelegd als op ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken, met dien verstande dat de veranderingen ten hoogste 2 m mogen bedragen;
- afwijkingen van het bestemmingsplan, teneinde de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkaveling of situering blijkt, dat aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk zou zijn en de afwijking van zo ondergeschikte aard blijft, dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast;
- overschrijding van bouwgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen;
- het bouwen van zonnecollectoren, beeldende kunstwerken (waaronder begrepen follies), riooloverstortkelders, boven- en ondergrondse containerruimten, informatie- en reclame-borden;
- het afwijken van de parkeernormering, zoals deze is opgenomen in het Westlands Verkeer- en Vervoerplan (WVVP);
- de realisering van een dakopbouw, met dien verstande dat:
- er op het betreffende bouwblok of in de betreffende straat eerder dergelijke dakopbouwen zijn toegestaan en de nieuw te plaatsen dakopbouw hieraan gelijkvormig is;
- er zich geen stedenbouwkundige redenen mogen verzetten tegen toepassing van deze bevoegdheid tot afwijken;
- het bouwen van uitbouwen aan de voorzijde van een (bedrijfs)woning, met dien verstande dat:
- de diepte van de uitbouw bedraagt ten hoogste 1/3 van de van de afstand van de voorgevel tot de voorste perceelsgrens met een diepte met een maximum van 1,5 m;
- de breedte van een uitbouw bedraagt ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel;
- de bouwhoogte van de uitbouw bedraagt ten hoogste 3 m óf 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning met een maximum van 4 m;
- de afstand van de voorzijde van de uitbouw tot de openbare weg bedraagt tenminste 1,5 m.
Omgevingsvergunning wordt in ieder geval niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.