4.1.3 Systematiek van de planregels
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
- inleidende regels;
- bestemmingsregels;
- algemene regels;
- overgangs- en slotregel.
Inleidende regels
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gebruikt om interpretatieverschillen te voorkomen.
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, diepte, hoogte, oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
De bestaande functies in het plangebied die in overeenstemming met de voorheen geldende bestemmingsplannen in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van bestemming).
Bestaande glastuinbouwbedrijven, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Agrarisch - Glastuinbouw (A-GT). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de geldende bestemmingsbepalingen uit de "Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland. Hieronder volgt de uitleg van een aantal regels;
Bij de beoordeling van aanvragen omgevingsvergunning gaat het om drie centrale begrippen, namelijk glastuinbouw bedrijvigheid, volwaardigheid en doelmatigheid.
Glastuinbouwbedrijvigheid:
Onder glastuinbouw bedrijvigheid wordt verstaan het op bedrijfsmatige wijze telen en verzorgen van gewassen in kassen. Deze producten mogen in de bedrijfsruimte/de verwerkingsruimte bij het glastuinbouwbedrijf ook worden verwerkt en verpakt. Producten die geteeld zijn in andere kassen, kunnen met ontheffing centraal worden verwerkt en verpakt. Van belang is dat altijd de teeltfunctie centraal staat. Als er sprake is van de inkoop van gewassen die elders zijn geteeld en die verhandeld of verwerkt worden zonder dat sprake is van het telen en/of kweken van de gewassen, is er sprake van een andersoortige bedrijfsvoering die in strijd is met de glastuinbouwbestemming. Visteelt is geen aan de glastuinbouw gerelateerde activiteit en is niet toegestaan binnen de bestemming glastuinbouw. Er kan echter ontheffing verleend worden voor visteelt indien het ondergeschikt blijft aan het telen van gewassen. Er moet aantoonbaar sprake zijn van een gesloten systeem (waarbij de vissen de gewassen bemesten), van dubbel ruimtegebruik en van een milieu neutrale viskweek.
Bij de beoordeling van volwaardigheid staan drie aspecten centraal:
- er moet sprake zijn van tenminste één volwaardige arbeidskracht. Het bedrijf moet werk en inkomen leveren voor minimaal één volwaardige arbeidskracht, dat wil zeggen dat iemand gedurende het hele jaar een volledige dagtaak in het bedrijf heeft en hier het hoofdberoep, hoofdinkomen en hoofdbestaan in vindt;
- duurzaamheid: hiermee wordt bedoeld de continuïteit van het bedrijf en de binding van de ondernemer(s) of de arbeidskracht(en) met het bedrijf. Continuïteit betekent dat het bedrijf toekomstmogelijkheden moet hebben om langere tijd te kunnen blijven bestaan. Hierbij is de bedrijfstechnische opzet (omvang, aard) van belang, maar ook de aanwezigheid van ruimtelijke claims (waaronder begrepen de waterhuishoudkundige situatie), alsmede milieu hygiënische gevolgen worden bij de beoordeling betrokken. Met de binding met het bedrijf wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van een juridische en emotionele binding met het bedrijf;
- bedrijfsgrootte: hiermee wordt bedoeld dat een glastuinbouwbedrijf tenminste over 15.000 m2 aan glasopstanden beschikt. Een bedrijf kan ook bij minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden als volwaardig gelden, maar dan zal moeten worden aangetoond dat de teelt van een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zodanig is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. In een dergelijk geval moet een advies overgelegd worden door een glastuinbouwdeskundige. Er geldt een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5000 m2.
De doelmatigheid is erop gericht dat de bebouwing voldoet aan wat past of logisch is voor een glastuinbouwbedrijf en dat de bebouwing is afgestemd op de aard en omvang van het bedrijf.
Bij de beoordeling van bouwaanvragen zullen de volgende aspecten worden meegewogen:
- de maatvoering en inrichting van gebouwen;
- het gebruik dat bij die maatvoering en inrichting hoort;
- de locatie van gebouwen en woning(en).
Als zowel de glastuinbouw bedrijvigheid en de volwaardigheid als de doelmatigheid positief worden beoordeeld, dan is er sprake van een noodzaak en toelaatbaarheid van bebouwing. Bij een beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning wordt bij voorkeur al de gehele inrichting getoetst. Het opknippen van bouwaanvragen moet worden voorkomen en kan leiden tot niet in behandeling nemen.
Bedrijfsruimten, zoals verwerkingsruimten bij glasopstanden (teeltruimtes) mogen geen groter bruto vloeroppervlak hebben dan 12,5% van de aanwezige glasopstanden bij het bedrijf. Met een binnenplanse afwijking kan het percentage onder voorwaarden verhoogd worden tot 15%.
Voor kantoren (dat wil zeggen geen zelfstandige kantoren) bij glastuinbouwbedrijven, mag het vloeroppervlak niet meer bedragen dan 1% van de aanwezige glasopstanden, behorende bij het bedrijf ter plekke. Enkele voorwaarden voor de vestiging van een kantoor bijhorende bij het glastuinbouwbedrijf worden hieronder genoemd:
- kantoren moeten onderdeel zijn van de bedrijfs/verwerkingsruimte;
- voorkeur wordt gegeven aan inpassing op de eerste verdieping van de bedrijfs/verwerkingsruimte vanuit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en intensief ruimtegebruik;
- kantoorpanden los van de overige bedrijfsbebouwing zijn niet toegestaan;
- het procentuele maximum is 1% van de hoeveelheid kassen (ontheffing mogelijk);
- het absolute maximum aan bruto vloer oppervlakte wordt gesteld op 1000 m2;
- concentratie van kantoren van meerdere vestigingen op één hoofdlocatie is niet toegestaan (afwijking mogelijk);
- met een binnenplanse afwijking kan het percentage onder voorwaarden worden verhoogd tot 1,5% en een maximum van 1500 m2.
Voor (nieuwe) glastuinbouwbedrijven is het niet mogelijk een (nieuwe) bedrijfswoning te bouwen. Er kunnen geen nieuwe bedrijfswoningen meer gebouwd worden in het glastuinbouwgebied. Bestaande bedrijfswoningen kunnen wel onder voorwaarden worden herbouwd:
- deze zal gaan dienen voor de huishouding van de ondernemer of zijn personeel;
- het bedrijf beschikt over tenminste 20.000 m2 grond;
- het bedrijf beschikt over tenminste 15.000 m2 glasopstanden;
- de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als burgerwoning in het kader van een schaalvergroting of reconstructie of herstructurering;
- de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander opgericht glastuinbouwbedrijf;
- de bedrijfswoning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het glastuinbouwbedrijf;
- de bedrijfswoning wordt gebouwd op zodanige plek dat hierdoor de (verdere) toekomst van de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
Een ondernemer kan ook bij minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden een woning herbouwen, maar dan zal moeten worden aangetoond dat de teelt van het glastuinbouwbedrijf zodanig gespecialiseerd is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. In een dergelijk geval moet een advies overgelegd worden dat zal worden beoordeeld door de glastuinbouwdeskundige. Er geldt dan een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5000 m2.
Indien een bedrijf beschikt over twee of drie bedrijfswoningen, kunnen de woningen worden herbouwd indien:
- deze zullen dienen voor de huishouding van de ondernemers of hun personeel;
- het bedrijf beschikt over tenminste 40.000 m2 grond;
- het bedrijf beschikt over tenminste 30.000 m2 glasopstanden;
- de bedrijfswoningen niet al eerder zijn gesloopt, verplaatst en herbouwd als burgerwoningen in het kader van een schaalvergroting of reconstructie of herstructurering;
- de bedrijfswoningen niet al eerder zijn gesloopt, verplaatst en herbouwd als bedrijfswoningen ten behoeve van een (destijds) nieuw opgerichte glastuinbouwbedrijven;
- de bedrijfswoningwoningen worden opgericht op de gronden die behoren tot de glastuinbouwbedrijven;
- de bedrijfswoningen worden gebouwd op zodanige plekken dat hierdoor de (verdere) toekomst van de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige.
Bij de herbouw van een bedrijfswoning wordt dus altijd gekeken naar de situering. De nieuw te bouwen bedrijfswoning mag namelijk de verdere toekomst van de glastuinbouw niet belemmeren. Een woning wordt namelijk voor een lange tijd gebouwd en zal midden in het glastuinbouwgebied toekomstige herstructurering kunnen frustreren. De woning moet worden gebouwd langs de weg of aan een lint dat ook in de toekomst behouden zal blijven. Woningen kunnen niet solitair midden in het glasareaal worden gebouwd. Dit is ter beoordeling aan de glastuinbouwdeskundige.
Verder zijn de bestaande binnenplanse afwijkingen van de parapluherziening opgenomen, maar zijn er versoepelingen doorgevoerd ten opzichte van het paraplubestemmingsplan. Het gaat dan met name om de afstand van 12,5 meter van de bedrijfswoning tot aan de bedrijfsgebouwen, kassen en waterbassins van het eigen bedrijf. Belangrijke voorwaarde is dat de bestaande toestand niet mag verslechteren. Er zijn eveneens wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het omzetten van bedrijfswoningen, verplaatsen van (bedrijfs-) woningen en het vergroten van het woonvlak. Uiteraard onder bepaalde voorwaarden, waarbij de belangrijkste voorwaarde is dat de glastuinbouwreconstructie in de toekomst niet gefrustreerd mag worden.
Daarbij zijn de in de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" de meerdere functieaanduidingen opgenomen:
- baggerspeciedepot (bsd);
- akkerbouwbedrijven (ak);
- paardenfokkerij (pf);
- specifieke vorm van agrarisch - demokwekerij (sa-dk);
- specifieke vorm van agrarisch - kwekerij, orangerie (sa-ko);
- specifieke vorm van agrarisch - hoofdwatergang (sa-hw).
Daarnaast zijn onder andere de volgende twee bouwaanduidingen opgenomen:
- rijksmonument (sba-1);
- gemeentelijk monument (sba-2).
De bestaande bedrijven, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Bedrijf (B). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Hierdoor zijn een deel van de bedrijven in het plangebied specifiek bestemd middels functieaanduidingen. Op de desbetreffende locaties mogen geen andere bedrijven worden gevestigd dan de bedrijven als genoemd in de functieaanduiding.
De percelen die ruimer bestemd waren door middel vaneen maximale milieucategorie met de daarbij behorende staat van bedrijfsactiviteiten, zijn bestemd als bedrijf, met de daarbij behorende milieucategorie. Voor deze bedrijven is tevens een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen.
Per bestemmingsvlak is één bedrijf toegestaan. In aanvulling op de definitie van "bedrijf", als genoemd in artikel 1 van de regels, wordt hieronder een onderneming verstaan die kan bestaan uit meerdere rechtspersonen. Deze rechtspersonen zijn onderdeel van eenzelfde onderneming en staan hieraan ten dienste.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Binnen deze bestemming geldt eveneens dat alleen herbouw van de bedrijfswoning onder voorwaarden mogelijk is. Nieuwe bedrijfswoningen mogen niet meer worden opgericht.
Bedrijf – Agrarisch Aanverwant Bedrijf (B-AAB)
De bestaande (legale) agrarisch hulp-, loon-, neven- en toeleveringsbedrijven, alsmede alle agrarisch aanverwante bedrijven uit de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn bestemd als Bedrijf – Agrarisch Aanverwant Bedrijf (B-AAB). Voorheen waren de bedrijven specifiek bestemd en was er een onderscheid tussen de verschillende soorten bedrijven. Nu hebben deze allemaal de bestemming "Agrarisch Aanverwant Bedrijf".
Per bestemmingsvlak is één bedrijf toegestaan. In aanvulling op de definitie van "bedrijf", als genoemd in artikel 1 van de regels, wordt hieronder een onderneming verstaan die kan bestaan uit meerdere rechtspersonen. Deze rechtspersonen zijn onderdeel van eenzelfde onderneming en staan hieraan ten dienste.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Binnen deze bestemming geldt eveneens dat alleen herbouw van de bedrijfswoning onder voorwaarden mogelijk is. Nieuwe bedrijfswoningen mogen niet meer worden opgericht.
Het betreft bestaande musea, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Cultuur en ontspanning (CO). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
De bestaande detailhandelsactiviteiten, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Detailhandel (DH). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- tuincentrum (tc);
- specifieke vorm van detailhandel - meubelzaak (sdh-mz).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. In de begripsbepalingen (artikel 1 van de regels) is een nadere verduidelijking gegeven aan de te verkopen producten bij een tuincentrum, waarbij de genoemde producten niet uitputtend zijn, maar indicatief voor de te voeren bedrijfsvoering. Hoewel niet uitdrukkelijk genoemd, is het toegestaan om in tuincentra ten tijde van bijzondere seizoenen, jaargetijden en/of feestdagen producten te verkopen die betrekking hebben op dit seizoen, jaargetijde en/of deze feestdagen.
Per bestemmingsvlak is één detailhandelsbedrijf toegestaan. In aanvulling op de definitie van "bedrijf", als genoemd in artikel 1 van de regels, wordt hieronder een onderneming verstaan die kan bestaan uit meerdere rechtspersonen. Deze rechtspersonen zijn onderdeel van eenzelfde onderneming en staan hieraan ten dienste.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Het betreft de Japanse watertuin, gespecialiseerd in de kweek en verkoop van Japanse gewassen en Japanse vissen en verkoop van Japanse tuinartikelen. Tevens zijn op deze locatie een hoveniersbedrijf en horeca (conform de voorwaarden zoals gesteld in de bestemmingsregels) toegestaan.
Het betreft bestaande groenvoorzieningen die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Groen (G). Naast beplanting, zijn hier onder andere ook speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, oeververbindingen en water mogelijk.
Het betreft de bestaande horeca-activiteiten, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Horeca (H). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- horeca maximaal categorie 2 (h=2);
- hotel (h);
- specifieke vorm van horeca - zonder bebouwing (sh-z).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen.
Per bestemmingsvlak is één horecabedrijf toegestaan. In aanvulling op de definitie van "bedrijf", als genoemd in artikel 1 van de regels, wordt hieronder een onderneming verstaan die kan bestaan uit meerdere rechtspersonen. Deze rechtspersonen zijn onderdeel van eenzelfde onderneming en staan hieraan ten dienste.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Het betreft bestaande kantoren, zoals bij de inventarisatie staan beschreven, die in dit bestemmingsplan bestemd als zijn als Kantoor (K). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Het betreft bestaande maatschappelijke functies, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Maatschappelijk (M). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- begraafplaats (bp);
- brandweerkazerne (brk);
- dierenasiel (ds);
- militaire zaken (mz);
- religie (re);
- zorgboerderij (zbo).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Het betreft bestaande natuurvoorzieningen die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Natuur (N). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- parkeerterrein (p);
- waterberging (wb);
- specifieke vorm van natuur - bezoekerscentrum (sn-bc).
Het betreft bestaande recreatieve voorzieningen, zoals bij de inventarisatie staan beschreven zijn die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Recreatie (R). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- speeltuin (spt);
- specifieke vorm van recreatie - skatebaan (sr-sb).
Voor de bestemmingsregeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen, welke voor de betreffende locaties van kracht zijn.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Recreatie-Verblijfsrecreatie
Het betreft de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Recreatie - Verblijfsrecreatie (R-VR). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- jachthaven (jh);
- kampeerboerderij (kp);
- kampeerterrein (kt);
- recreatiewoning (rw);
- specifieke vorm van recreatie - beautycentrum (sr-bc);
- specifieke vorm van recreatie - solextours (sr-st).
Voor de bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Het betreft de bestaande volkstuinen zijn opgenomen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Recreatie – Volkstuinen (R-VT). Voor de bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn in de regels de ruimste maten opgenomen.
Het betreft sportvelden en bijbehorende clubgebouwen, sporthallen en dergelijke, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Sport (S). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
- ijsbaan (ijs);
- manege (ma);
- specifieke vorm van sport - postduivenvereniging (ss-pdv);
- specifieke vorm van sport - zonder bebouwing (ss-z).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Er is geen regeling opgenomen voor de herbouw van bedrijfswoningen, omdat er geen bestaande bedrijfswoningen zijn binnen de bestemming "Sport".
Het betreft bestaande wegen die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Verkeer (V). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen.
Het openbaar vervoer maakt in het plangebied geen gebruik van eigen verkeersverbindingen (busbanen), zodat het openbaar vervoer mede gebruik maakt van de functie met bestemming Verkeer.
Twee parkeerplaatsen zijn in de bestemmingen "Natuur" bestemd middels de functieaanduiding parkeerplaatsen (p). De bestaande parkeerplaatsen langs de weg en dergelijke zijn in de planregels opgenomen.
Het betreft bestaande (hoofd)watergangen, waterpartijen en locaties die van belang zijn voor waterberging die zijn bestemd als Water (WA). Meerdere (hoofd)watergangen zijn overigens ondergebracht andere bestemmingen zoals, "agrarisch-glastuinbouw", "Verkeer", "Groen" en "Natuur", zodat flexibiliteit gewaarborgd is.
Het betreft bestaande burgerwoningen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, die in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Wonen (W). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de "Parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland".
Onderscheid is gemaakt in de volgende bestemmingen: Wonen, Wonen-Dijkwoningen, Wonen-Woonwagenstandplaats en Wonen-Voormalige boerderijen. De reden hiervan is dat de algemene regels voor "Wonen" niet altijd toepasbaar zijn voor deze bijzondere woonvormen.
Wonen – Voormalige boerderij
De ontwikkelingen van akkerbouw, veeteelt enz. naar glastuinbouw heeft er toe geleid dat er in het plangebied van het bestemmingsplan enkele voormalige boerderijen met omliggende gronden aanwezig zijn, zonder dat er nog agrarische activiteiten plaats vinden. Een aantal van die voormalige boerderijen hebben al de bestemming "Wonen" conform de oude bestemmingsplannen of door middel van Woningen Buitengebied Westland deel I, II of III.
Voor deze voormalige boerderijen is voor een aparte regeling gekozen, omdat de voormalige boerderijen een bepaalde karakteristieke waarde hebben. Enkele van de voormalige boerderijen zijn zelfs aangewezen als rijks- of gemeentelijke monument.
Bij de verkoop van gronden ten behoeve van de glastuinbouw zijn in het verleden de bijgebouwen regelmatig buiten de verkoop gehouden. Deze oppervlakte aan bijgebouwen is veelal groter dan de bij recht toegestane hoeveelheid bijgebouwen in het glastuinbouwgebied. Bij de voormalige boerderijen is het in de meeste gevallen landschappelijk goed inpasbaar om een groter oppervlak aan bijgebouwen toe te staan. Bij recht is er 100 m2 toegestaan. Alles boven de 100 m2 valt onder het overgangsrecht.
Binnen de bestemming is het mogelijk om bij vervanging van beeld verstorende bijgebouwen gebruik te maken van een saneringsregeling, waarbij de bijgebouwen op het perceel eenmalig mogen worden vernieuwd. Daarbij mag 50% van het oppervlak tussen de 100 m² en 500 m² worden teruggebouwd, bovenop de bij recht toegestane oppervlakte van 100 m². Indien meer dan 500 m² aan bijgebouwen aanwezig is, mag tot een maximum van 20% van het oppervlak boven de 500 m² worden teruggebouwd. De toepassing van deze regeling heeft tot gevolg dat er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt. Tevens geldt dat een verbetering van het aanzicht en of landschappelijke inpassing plaatsvindt. Karakteristieke bijgebouwen komen niet in aanmerking voor de saneringsregeling.
Wonen-Woonwagenstandplaats
Het betreft de aanwezige woonwagenlocaties in het plangebied die zijn bestemd als Wonen-Woonwagenstandplaats (W-WP). Binnen deze bestemming is de feitelijke situatie vastgelegd, zoals het maximaal toegestane aantal woonwagens en de maximale bouwhoogte van deze woonwagens. Daarnaast wijkt de erfbebouwingsregeling af van de reguliere woonbestemming. Op één van de woonwagenlocaties is er een bedrijfsmatige activiteit toegestaan.
Dubbelbestemmingen
Het betreft bestaande leidingen, zoals weergegeven op de verbeelding en opgenomen in de regels met de dubbelbestemming Leiding - Olie, Gas, Riool en Hoogspanning
Waarde - Archeologie
Omdat in delen van het plangebied een redelijke tot grote kans aanwezig is dat er archeologische sporen in de grond aanwezig zijn, heeft het plangebied in zijn geheel de dubbelbestemming Waarde - Archeologie gekregen. Aan deze dubbelbestemming is, afhankelijk van de toegekende waarde, een omgevingsvergunning voor bouwwerken, werken en werkzaamheden verbonden. Archeologisch onderzoek is in verband met een omgevingsvergunning slechts noodzakelijk indien de bouwwerken, werken of werkzaamheden zowel de maximale oppervlakte alsmede de maximale diepte (van de toegekende waarde) overschrijden. Zo is archeologisch onderzoek benodigd ter plaatse van de functieaanduiding "(swr-2)" indien de bouwwerken, werken of werkzaamheden zowel een oppervlakte hebben van meer dan 500 m² en een diepte beneden maaiveld hebben van meer dan 50 cm. Een bouwwerk, werk of werkzaamheid van bijvoorbeeld 1.000 m2, maar 30 cm diep is zodoende gevrijwaard van archeologisch onderzoek. Eenzelfde geldt voor een bouwwerk, werk of werkzaamheid van bijvoorbeeld 400 m2 met een diepte van 70 cm.
Het betreft de gemeentelijke natuurgebieden die in het bestemmingsplan de bestemming Natuur of de dubbelbestemming Waarde met specificatie Natuur hebben gekregen. Werken en werkzaamheden zijn binnen deze bestemming aan een omgevingsvergunning verbonden, waarbij de natuurlijke waarde van het gebied in stand gehouden dient te worden. Alvorens vergunning wordt verleend dient de gemeentelijke ecoloog positief te adviseren.
Het betreft alle waterkeringen in het plangebied.
Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelregeling
De formulering van de antidubbeltelregeling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels
In dit artikel zijn algemene regels opgenomen voor (bedrijfs-) woningen, afwijkingen ten aanzien van (bedrijfs-) woningen, (afwijking) algemene regels voor afstanden, (afwijking) algemene regels voor ondergronds bouwen, nadere eisen en voor ondergeschikte bouwdelen.
Algemene gebruiksregels
In het artikel algemene gebruiksregels zijn naast een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod van artikel
7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, specifieke gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het gebruik van bouwwerken.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel zijn onder andere de volgende gebiedsaanduidingen opgenomen.
Geluidszone - Industrie
De geluidszonering rond industrie- of bedrijventerreinen, als genoemd in artikel 32.1 hebben de gebiedsaanduiding Geluidszone met specificatie Industrie gekregen. Het gaat dan om de zone bij het Tennet station Westerlee langs de verlengde veilingroute.
Geluidszone - Weg
De geluidszonering rondom stroomwegen zoals opgenomen op de planverbeelding, behorende bij dit bestemmingsplan.
Vrijwaringszone- Molenbiotoop
Molenbiotopen hebben de gebiedsaanduiding Vrijwaringszone met specificatie Molenbiotoop gekregen.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen afwijking kan worden verleend voor overschrijding van de bouwgrenzen, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel "algemene bouwregels" vallen. Dit betreft bijvoorbeeld de bevoegdheid om af te wijken van de voorgeschreven maten en percentages.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel zijn algemene wijzigingsregels opgenomen en wordt tevens beschreven in welke gevallen bestemmingen kunnen wijzigen naar agrarisch glastuinbouw, groen of natuur, verkeer, naar water.
Algemene procedureregels
In dit artikel staan de procedureregels voor de verschillende wijzigingsbevoegdheden en voor toepassing van de nadere eisen regeling.
Overgangs- en slotregel
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde, zoals het overgangsrecht (bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.2.1 Bro) en de slotregel. De slotregel bevat alle bestemmingsplannen, welke geheel of gedeeltelijk worden vervangen met dit bestemmingsplan en de titel van het plan.