Plan: | Woonkern s-Gravenzande |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abp00000005-vast |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door titel 5.2 van de Wet milieubeheer, luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grens-waarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 3.4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 3.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Onderzoek
In het voorliggend bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het plan heeft dan ook geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt ingegaan op de luchtkwaliteit binnen het plangebied.
Er is een berekening uitgevoerd met het CAR II-programma (versie 8.0) langs de ontsluitende Koningin Julianaweg.
Tabel 3.5 Verkeersintensiteiten (in mvt/etmaal)
straatnaam | 2010 | 2018 |
Koningin Julianaweg | 11.050 | 9.500 |
In het CAR II-programma wordt daarnaast nog een aantal basisgegevens ingevoerd, zoals de voertuigverdeling op de relevante wegen, de gemiddelde snelheid op deze wegen en het wegprofiel (wel/niet veel bomen en/of gebouwen). Er is een voertuigverdeling van 92% lichte motorvoertuigen, 6% middelzware en 2% zware motorvoertuigen aangehouden en is van een bomenfactor 1 uitgegaan. Verder is uitgegaan van het snelheidstype 'stadsverkeer met minder congestie' en wegtype 2, op 7 m uit de wegas.
Op basis hiervan wordt gekomen tot de berekeningsresultaten zoals opgenomen in tabel 3.6.
Tabel 3.6 Berekeningsresultaten luchtkwaliteit
weg |
stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde (in µg/m³) |
fijn stof (PM10) jaargemiddelde (in µg/m³) | fijn stof (PM10) 24-uurgemiddelde (aantal overschrijdingen per jaar) |
in 2010 | |||
Koningin Julianaweg | 33,2 | 18,0 | 10 |
in 2018 | |||
Koningin Julianaweg | 24,5 | 15,8 | 5 |
* Inclusief aftrek bijdrage zeezout voor fijn stof.
Uit de resultaten blijkt dat direct langs de Koningin Julianaweg ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. De overige wegen binnen het plangebied hebben een lagere of vergelijkbare verkeersintensiteit. Binnen het gehele plangebied zal worden voldaan aan de gelden grenswaarden.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (Wlk) de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Ter plaatse van het plangebied is sprake van een goed woon- en leefklimaat uit het oogpunt van luchtkwaliteit.