direct naar inhoud van 3.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Bedrijventerrein Woutersweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000025-onhe

3.2 Archeologie en cultuurhistorie

3.2.1 Archeologie

Regelgeving en beleid

Rijksbeleid

De Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijzigingswet van de Monumentenwet 1988) is het eindresultaat van de implementatie van het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed in de Nederlandse Wetgeving. De wet bevat 3 belangrijke uitgangspunten:

  • a. het streven naar behoud in situ van archeologische waarden;
  • b. het tijdig betrekken van de archeologische waarden in de ruimtelijke ordening door het opnemen van harde juridische eisen in bestemmingsplannen;
  • c. de verstoorder betaalt voor het onderzoek en de documentatie van archeologische waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Provinciaal beleid

De provincie heeft de wettelijke taak het archeologisch bodemarchief te beschermen en te beheren. Zij toetst plannen die een effect hebben op het Zuid-Hollandse bodemarchief. Zo velt de provincie een oordeel over de archeologische onderbouwing bij ontgrondingsaanvragen, saneringsplannen, land- en natuur ontwikkelingsplannen, milieu-effectrapportages, gebiedsgericht beleid, omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen.

In de Structuurvisie van de provincie wordt aangegeven dat de bekende en potentiële archeologische vindplaatsen benoemd zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Deze vindplaatsen dienen beschermd te worden. Uitgangspunt van Europees, landelijk en provinciaal beleid is behoud in situ van archeologische waarden; dat wil zeggen dat het archeologisch erfgoed in principe niet verstoord dient te worden.

Archeologisch onderzoek is in ieder geval niet nodig als bij bodemverstoring geen archeologische waarden of verwachtingswaarden dreigen te worden verstoord of als de werkzaamheden, ingeval van archeologische verwachtingswaarden, niet dieper worden uitgevoerd dan 30 cm onder het maaiveld of het plan een omvang kent van minder dan 100 m²; de CHS vormt hierbij uitgangspunt. In overeenstemming met de (wijziging van de) Monumentenwet 1988 kunnen gemeenten hiervan gemotiveerd afwijken, mits dit wordt onderbouwd met archeologische onderzoeksgegevens met voldoende spreiding over het gebied. Bekende archeologische waarden op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland dienen altijd beschermd te worden door opname in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Gemeentelijk beleid

Op 26 juni 2012 heeft de gemeente Westland haar archeologische beleidskaart vastgesteld. Op deze kaart is weergegeven waar in de gemeente (en in welke mate) kans is op het aantreffen van archeologische resten, uitgedrukt in een verwachtingszone. Aan deze verwachtingszones zijn ondergrenzen gekoppeld, die aangeven wanneer archeologisch onderzoek vanwege een voorgenomen ontwikkeling nodig is. De beleidskaart geeft een globaal inzicht in de te verwachten archeologie, in het bestemmingsplan wordt het beeld aangescherpt.

Onderzoek en conclusie

Het gemeentelijk archeologiebeleid geeft een zonering aan waarmee de archeologische (verwachtings)waarden in beeld worden gebracht. Aangezien de verwachting is dat het archeologiebeleid wordt vastgesteld voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, wordt deze zonering in dit bestemmingsplan al overgenomen. Uit onderstaande figuur blijkt dat het plangebied één waarde kent, te weten 'Verwachtingszone III'. De archeologische waarden van het gebied bestaan uit de te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000025-onhe_0006.png"

Figuur 3.1 Uitsnede Archeologische beleidskaart gemeente Westland

Samen bevatten zij een hoeveelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling. Vanwege deze waarde is een dubbelbestemmingen opgenomen die ieder aansluit op deze waarde. Binnen de bestemmingsregels wordt archeologisch onderzoek verplicht gesteld voor (bouw)werkzaamheden die het archeologisch belang kunnen schaden. Dit onderzoek dient te gebeuren indien de verstoringen voor ontwikkelplannen dieper dan 50 cm beneden maaiveld zijn en een groter oppervlak omvatten dan 500 m². Het archeologische regime is vertaald in de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 4 op de verbeelding.

3.2.2 Cultuurhistorie

Beleidskader

Met de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening is het per 1 januari 2012 verplicht om bij het opstellen van een bestemmingsplan rekening te houden met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten. De gemeente Westland kent aangewezen monumenten en daarnaast cultuurhistorisch waardevolle panden zonder monumentenstatus. Voor het overige wordt aangesloten bij de provinciale beleidskaart voor cultuurhistorische waarden. Deze kaart geeft inzicht in aanwezige topgebieden, kroonjuwelen, molen-, landgoederen- en kasteelbiotopen, landgoedzones en archeologische (verwachtings)waarden. De archeologische verwachtingswaarden zijn in de voorgaande paragraaf al behandeld aan de hand van het gemeentelijk beleid. De provinciale beleidskaart voor cultuurhistorie wordt daarom alleen geraadpleegd voor de overige cultuurhistorische aspecten.

Onderzoek en conclusie

Voor de cultuurhistorie is de provinciale beleidskaart geraadpleegd. Deze geeft de molenbiotoop aan van Korenmolen Maat aan de Naaldwijkseweg. Deze molenbiotoop eindigt net voor de grens van het plangebied en is zodoende niet relevant voor de bestemmingsregeling. Daarnaast worden de archeologische waarden aangegeven. Deze zijn in de voorgaande paragraaf al beschreven en conform het gemeentelijk beleid verankerd in dit bestemmingsplan.

Met het oog op cultuurhistorische waarden wordt het bestemmingsplan voorzien van een aanvullende regeling ter bescherming van een cultuurhistorisch waardevolle pand zonder monumentenstatus.