direct naar inhoud van 3.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Bedrijventerrein ABC Westland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000024-onhe

3.2 Archeologie en cultuurhistorie

Huidige situatie

Het bestemmingsplan betreft een gebied dat ontstaan is door invloed van water en wind. De bodemopbouw is voor een groot deel van het plangebied een opeenvolging van mariene sedimenten waarin veen geschakeld aanwezig is. In gedeeltes van het plangebied zijn nog oude (inmiddels dichtgeslibde) stroomgordels aangetroffen. Rondom deze locaties is een grotere kans dat er archeologische waarden aanwezig zullen zijn. Op de meeste van deze afzettingen zouden zich vindplaatsen kunnen bevinden vanaf de Ijzertijd. In een gedeelte van het plangebied zijn nog Oude Duinen aanwezig (zie afb. 1).

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000024-onhe_0014.png"

Afb. 1 Het plangebied geprojecteerd op de geologische kaart

Op de historische kaart uit 1712 van Kruikius (zie afbeelding 2) is de grens van het bestemmingsplangebied geprojecteerd. Er is geen sprake van bebouwing rond deze periode.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000024-onhe_0015.png"

Afb. 2 Het plangebied geprojecteerd op de kaart van Kruikius uit 1712

Regelgeving en beleid

Rijksbeleid

De Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijzigingswet van de Monumentenwet 1988) is het eindresultaat van de implementatie van het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed in de Nederlandse Wetgeving. De Wet bevat 3 belangrijke uitgangspunten:

  • het streven naar behoud in situ van archeologische waarden;
  • het tijdig betrekken van de archeologische waarden in de ruimtelijke ordening door het opnemen van harde juridische eisen in bestemmingsplannen;
  • de verstoorder betaalt voor het onderzoek en de documentatie van archeologische waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Provinciaal beleid

De provincie heeft de wettelijke taak het archeologisch bodemarchief te beschermen en te beheren. Zij toetst plannen die een effect hebben op het Zuid-Hollandse bodemarchief. Zo velt de provincie een oordeel over de archeologische onderbouwing bij ontgrondingsaanvragen, saneringsplannen, land- en natuur ontwikkelingsplannen, milieueffectrapportages, gebiedsgericht beleid, omgevingsvergunning en en bestemmingsplannen.

In de Structuurvisie van de provincie wordt aangegeven dat de bekende en potentiële archeologische vindplaatsen benoemd zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Deze vindplaatsen dienen beschermd te worden. Uitgangspunt van Europees, landelijk en provinciaal beleid is behoud in situ van archeologische waarden; dat wil zeggen dat het archeologisch erfgoed in principe niet verstoord dient te worden.

Archeologisch onderzoek is in ieder geval niet nodig als bij bodemverstoring geen archeologische waarden of verwachtingswaarden dreigen te worden verstoord of als de werkzaamheden in geval van archeologische verwachtingswaarden niet dieper worden uitgevoerd dan 30 cm onder het maaiveld of het plan een omvang kent van minder dan 100 m²; de CHS vormt hierbij uitgangspunt. In overeenstemming met de (wijziging van de) Monumentenwet 1988 kunnen gemeenten hiervan gemotiveerd afwijken, mits dit wordt onderbouwd met archeologische onderzoeksgegevens met voldoende spreiding over het gebied. Bekende archeologische waarden op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland dienen altijd beschermd te worden door opname in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Gemeentelijk beleid

Op 26 juni 2012 heeft de gemeente Westland haar archeologische beleidskaart vastgesteld. Op deze kaart is weergegeven waar in de gemeente (en in welke mate) kans is op het aantreffen van archeologische resten, uitgedrukt in een verwachtingszone. Aan deze verwachtingszones zijn ondergrenzen gekoppeld, die aangeven wanneer archeologisch onderzoek vanwege een voorgenomen ontwikkeling nodig is. De beleidskaart geeft een globaal inzicht in de te verwachten archeologie, in het bestemmingsplan wordt het beeld aangescherpt.

3.2.1 Onderzoek archeologie

Uit afbeelding 3 blijkt dat het plangebied grotendeels binnen verwachtingszone II valt en tevens bestaat uit enkele terreinen die al eerder onderzocht zijn maar waar nog steeds archeologische resten te verwachten zijn. Verder zijn er nog een aantal terreinen die zijn onderzocht en op basis daarvan zijn vrijgegeven. Deze drie terreinen zijn op de kaart aangeduid met respectievelijk een oranje, geel en wit vlak.

Voor verwachtingszone II geldt een vrijstellingsregime voor ontwikkelingen tot 250 m² die dieper gaan dan 50 cm -Mv. Overschrijdt een ontwikkeling beide ondergrenzen, dan is een archeologisch onderzoek vereist. Voor de eerder onderzochte terreinen, waar nog steeds een hoge trefkans geldt, is respectievelijk dat 0 m² en dieper dan 70 cm beneden maaiveld. Voor de vrijgegeven gebieden gelden logischerwijs geen restricties.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000024-onhe_0016.png"

Afb. 3 Uitsnede Archeologische beleidskaart gemeente Westland

Binnen bestemmingsplan Bedrijventerrein ABC Westland heeft in het verleden al veel archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Als ergens een archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd, moet dit vermeld worden in ARCHIS (het landelijke archeologische registratie- en informatiesysteem). In ARCHIS staan in het bestemmingsplangebied de volgende onderzoeksmeldingsnummers weergegeven: 3207, 4331, 5798, 12673, 15155, 21423 en 31322. De onderzoeken betreffen vooral bureauonderzoeken gecombineerd met een booronderzoek op basis waarvan het terrein is vrijgegeven, dan wel verder is onderzocht door middel van gravend onderzoek of er moet nog een keer een vervolgonderzoek worden uitgevoerd. In de zuidoosthoek van het bestemmingsplangebied bevindt zich bijvoorbeeld een Romeinse nederzetting. De resultaten van het al uitgevoerde onderzoek zijn verwerkt in afbeelding 3.

De terreinen waar voldoende archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden zijn vrijgegeven en krijgen dus geen archeologische dubbelbestemming. Daar waar nog nooit archeologisch onderzoek is uitgevoerd, geldt het vrijstellingsregime van de beleidskaart: 250 m² en 50 cm -Mv. Gebieden waar al wel archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden, maar waar nog steeds archeologische resten in de grond aanwezig zijn, hebben een vrijstellingsregime van 0 m² en 70 cm -Mv gekregen. De grens van de diepte is gebaseerd op de in de onderzoeken geconstateerde diepteligging van de archeologische resten. Dit betekent dat archeologisch vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd indien ontwikkelingen dieper dan 70 cm -Mv gaan. Binnen de bestemmingsregels wordt archeologisch onderzoek verplicht gesteld voor (bouw)werkzaamheden die het archeologisch belang kunnen schaden. De twee regimes zijn vertaald in de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - 3' en 'Waarde - Archeologie - 5'.

3.2.2 Onderzoek cultuurhistorie

In het plangebied bevinden zich geen cultuurhistorisch waardevolle elementen zoals rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten.

3.2.3 Conclusie

In het plan worden twee soorten dubbelbestemming opgenomen ter bescherming van de verwachte archeologische waarden. In de planregels is een bouw- en gebruiksregeling opgenomen waardoor de archeologische waarden voldoende zijn geborgd.